Hoofdstuk 6

Question 1

Stereotype

Answer 1

de cognitieve componenten van de attitudes ten opzichte van een sociale groep en ze bevatten verwachtingen over hoe de groep in elkaar zit

Question 2

Vooroordelen

Answer 2

de gevoelens die we hebben ten opzichte van een groep

Question 3

Prospect theory van Kahneman en Tversky

Answer 3

• mensen zijn risicomijdend
• mogelijk verlies wordt zwaarder vermeden dan mogelijke winst
• toegenomen gelijkheid kan voor blanken worden ervaren als een verlies
• toegenomen gelijkheid kan voor donkere mensen ervaren worden als een winst

Question 4

Glazen plafond

Answer 4

vrouwen ondervinden meer barrières in hun carriére dan mannen en bereiken als gevolg daarvan minder top posities

Question 5

Glazen klif effect

Answer 5

vrouwen hebben meer kans op een leiderschapspositie te verwerven als zich een crisis heeft voorgedaan

Question 6

Tokenism + nadelen

Answer 6

minimale uitvoering, het in dienst nemen of accepteren van een paar leden van een bepaalde groep kan 2 nadelen hebben:

1. de schijn kan worden opgehouden dat er geen sprake van discriminatie is
2. kan beschadigend zijn voor de eigenwaarde van de persoon en hoe tegen de persoon wordt aangekeken

Question 7

Maatstaven of normen waarmee we anderen evalueren:

Answer 7

• objectieve schalen

- subjectieve schalen

Question 8

Objectieve schalen

Answer 8

maatstaven of normen die hetzelfde betekenen ongeacht de categorie lidmaatschap

Question 9

Subjectieve schalen

Answer 9

maatstaven of normen die voor interpretatie vatbaar zijn

Question 10

Shifting standards

Answer 10

fenomeen dat plaatsvindt wanneer we een groep als norm gebruiken maar verschuiven naar een andere groep als de vergelijkingsnorm wanneer we leden van een andere groep beoordelen en evalueren

Question 11

Singlism

Answer 11

negatieve stereotypering of discriminatie tegenover single mensen

Question 12

Subtype

Answer 12

persoon die niet helemaal aan de stereotypering van zijn of haar groep voldoet

Question 13

Vooroordelen

Answer 13

gevoelselement van de attitudes ten opzichte van een sociale groep

Question 14

Perspectieven over het ontstaan van vooroordelen:

Answer 14

• angst voor het het verliezen van eigenwaarde > kleineren van een ander om gevoel van superioriteit te behouden
• competitie voor hulpbronnen

Question 15

realistische conflicttheorie

Answer 15

simpele strijd om een bepaald product kan leiden tot escalatie van het conflict met emotioneel geladen vooroordelen

Question 16

zero sum outcomes

Answer 16

de dingen die alleen een persoon of een groep kan hebben

Question 17

superordinate goals

Answer 17

> doelen die alleen behaald kunnen worden als de twee groepen samenwerken

Question 18

• sociale identiteitstheorie

Answer 18

mensen hebben behoefte om zich goed te voelen, dus ze zullen de groep waartoe zij zelf behoren als positief beschouwen

Question 19

modern racisme

Answer 19

niet in het openbaar uiten, maar wel in besloten kringen

Question 20

bona fide pijpleiding

Answer 20

een techniek die gebruik maakt van impliciete metingen om de impliciete racistische houdingen te meten

Question 21

collectieve schuldgevoel

Answer 21

emotie die kan worden ervaren wanneer we geconfronteerd worden met de schadelijke acties uitgevoerd door onze wij-groep tegen de zij-groep

Question 22

Vooroordelen tegengaan:

Answer 22

• leren hoe je niet moet haten
• mensen bewust maken van hun vooroordelen
• contact houden tussen verschillende groepen
• Common in group identity model = vooroordelen terugdringen door recategorisatie
• Recategorisatie = verschillen tussen de wij- en de zij-groep wegnemen
• Collectieve schuld
• Vooroordelen afwijzen
• De heersende sociale norm veranderen

Question 23

Linguist expectancy bias

Answer 23

• “hij is slordig” gaat over de persoon

- “Hij verliest papieren” gaat over de situatie