Hoofdstuk 8 Scripting

Question 1

Specifieke scripttaal voor Flash-animaties

Answer 1

ActionScript

Question 2

Een set samenhangende objecten die met behulp van een script- of programmeertaal kunnen worden gemanipuleerd.

Answer 2

API; Application Programming Interface

Question 3

Waarde die wordt meegegeven aan een method

Answer 3

Argument

Question 4

Reeksen van waarden in een script

Answer 4

Array

Question 5

Een element van een webpagina dat in de hiërarchie van elementen in de webpagina onder een ander element valt. Bijvoorbeeld: het bodyelement is een child-element van het html-element

Answer 5

Child-element

Question 6

Herbruikbaar symbol in een Flash-film

Answer 6

Component

Question 7

Een W3C- standaard die de objecten in XML- en HTML- pagina’s beschrijft.

Answer 7

DOM

Question 8

Een standaard scripttaal, waarvan JavaScript en ActionScript zijn afgeleid

Answer 8

ECMAScript

Question 9

Een gebeurtenis, zoals een actie van een gebruiker, in een interactief systeem

Answer 9

Event

Question 10

Een method die wordt aangeroepen voor door een externe gebeurtenis

Answer 10

Eventlistener

Question 11

Een reeks samenhangende bewerkingen op een aantal waarden, die weer een nieuwe waarde oplevert.

Answer 11

Functie

Question 12

Een standaard object dat een containerapplicatie, zoals een webbrowser of Flash Player, aanbiedt. Scripts kunnen gebruikmaken van dergelijke hostobjecten door er bewerkingen op uit te voeren of er eigenschappen voor te definiëren

Answer 12

Hostobject

Question 13

Een attribuut van een element waarvan de waarde het element uniek identificieert

Answer 13

ID

Question 14

Een scripttaal waarmee objecten binnen webpagina’s gemanipuleerd kunnen worden

Answer 14

JavaScript

Question 15

Een reeks samenhangende bewerkingen die verbonden is aan een object

Answer 15

Method

Question 16

Entiteit binnen een programma die een entiteit in de werkelijkheid weerspiegelt. Is een specifieke instantie van een klasse

Answer 16

Object

Question 17

Het verschijnsel dat elke klasse eigenschappen en methods automatisch overneemt van een bovenliggende klasse

Answer 17

Overerving

Question 18

Een element van een webpagina dat in de hiërarchie van elementen in de webpagina boven een aantal andere elementen staat. Bijvoorbeeld: het html-element is een parent-element van het body-element

Answer 18

Parent-element

Question 19

Het hostobject in Flash Player dat verwijst naar de standaard slider die wordt weergegeven in de knoppenbalk van Flash Player

Answer 19

Rotator

Question 20

De schuifbalk die standaard onderdeel uitmaakt van de knoppenbalk van Flash Player, waarmee de plaats binnen de animatie waar het huidige frame zich bevindt aan af te lezen is.

Answer 20

Slider

Question 21

Een korte opeenvolging van karakters, geschreven tussen puntige haken, die in een markup-taal zoals HTML en XML gebruikt wordt om het begin of einde van een element te markeren

Answer 21

Tag

Question 22

Beschrijf wat een object als onderdeel van een script inhoudt.

Answer 22

Onderdelen van een script die verwijzen naar iets dat echt bestaat in de werkelijkheid. (bijv. winkelmandje)

Question 23

Hoe wordt een opeenvolging van acties die altijd in dezelfde volgorde worden uitgevoerd door het object genoemd?

Answer 23

Method

Question 24

Wat is het verschil tussen een argument en een property van een object?

Answer 24

• Een argument is een extra waarde dat wordt meegegeven aan de method. (bijv. het product)
• Een object heeft ook eigenschappen deze worden property genoemd. Dit is bijv. artikelen, inhoud, totaalprijs)

Question 25

Wat is een event

Answer 25

-Iets wat kan reageren op gebeurtenissen van buitenaf. zoals een actie van een gebruiker. Bijv. een muisklik.

Question 26

Als een event optreedt en het script voert de reeks bijbehorende acties uit door dat event, hoe wordt dan die reeks van acties genoemd?

Answer 26

- Een eventlistener

Question 27

Uit welke taal zijn JavaScript en ActionScript afgeleid?

Answer 27

-ECMAScript

Question 28

Wat doet de Application Programming Interface?

Answer 28

- De API beschrijft alle objecten die standaard beschikbaar zijn binnen een webpagina of een Flash-animatie en die mete en scripttaal kunnen worden gemanipuleerd.

Question 29

Welke 4 soorten waarden kunnen de eigenschappen van een object hebben, oftewel: welke vier gegevenstypen worden onderscheiden?

Answer 29

- String: (dit is een opeenvolging van karakters, meestal een woord, zinsdeel of zin. - Number: (Dit is een cijfer of numerieke waarde.) - Boolean: Dit geeft aan of iets waar of onwaar is - Object: Een object kan een eigenschap hebben die zelf ook weer een object is.

Question 30

Hoe wordt het toevoegen van een waarde aan een variabele genoemd?

Answer 30

- assignment

Question 31

Vermenigvuldigen is een voorbeeld van een...

Answer 31

- Expressie

Question 32

Wanneer is het handig een array te definiëren?

Answer 32

-Soms is het nodig om een bewerking niet op een variabele of object uit te voeren, maar op een hele reeks.

Question 33

Wat is een conditie?

Answer 33

- Wanneer het de bedoeling is om een actie alleen onder bepaalde voorwaarden uit te voeren.

Question 34

Wat valt er onder het HTML DOM

Answer 34

-De objecten die kunnen voorkomen in een webpagina en die met JavaScript kunnen worden gemanipuleerd.

Question 35

Noem de parent childrelaties (5stuks)

Answer 35

- firstChild. verwijst naar het eerste child-element van een huidige element. - lastChild. verwijst naar het laatste child-element van het huidige element. - parentNode. Verwijst naar het bovenliggende element - previousSibling. verwijst naar het voorgaande element op hetzelfde niveau - nextSibling. Verwijst naar het volgende element op hetzelfde niveau in de hiërarchie als het huidige element.

Question 36

Welk element wordt gebruikt om JavaScript toe te voegen aan een webpagina?

Answer 36

-het element

Question 37

Waarop moet worden gelet als een user agent geen JavaScript ondersteunt?

Answer 37

Niet alle user agents ondersteunen JavaScripts. Een voorbeeld zijn spraakbrowsers.

Question 38

Noem een paar verschillen tussen JavaScript en ActionScript

Answer 38

- Actionscript is gebaseerd op een nieuwere versie van ECMAScript - Actionscript stelt strengere eisen aan de manier waarop een variabele geïntroduceerd wordt in de code. - Beide talen werken met heel andere hostobjecten. - JavaScript werkt met webbrowsers en webpagina's - Actionscript werkt met Flash Player en Flashanimaties.

Question 39

Hoe heet het object aan de top van de objectenhiërarchie in een Flash-filmpje

Answer 39

MovieClip

Question 40

Met welke eigenschap kunnen knoppen geactiveerd en gedeactiveerd worden in Flash Player

Answer 40

- Met het Button component

Question 41

Zie blz 8.11

Answer 41

en 8-12