hoofdstuk 8.1 en 9 Flashcards

(32 cards)

1
Q

primaire relaties

A

relaties met persoonlijke en affectieve banden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

primaire groepen

A

gezinnen en vriendschapsbanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

rol making

A

het actief vormgeven van een rol door een individuele positiebekleder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

plichtsverwachtingen

A

wat verwacht wordt dat je doet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

normatieve verwachting

A

niet bereid zijn van fouten te leren en je verwachtingen niet bijstellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

secundaire banden

A

school, politieke partijen, ziekenhuizen etc

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

rollenset

A

geheel van rollen dat de focusposities in een positieveld te spelen heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

extern rollenconflict

A

botsing tussen twee rollen die bespeeld worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

rolatributen

A

verwachtingen over het uiterlijk en het karakter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

verworven positie

A

positie gekregen dmv inspanning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

rollenconflict

A

een moeilijk op te lossen situatie waarbij een individu tussen twee vuren terecht komt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

toegeschreven positie

A

een positie aangewezen door biologische factoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

tweede dimensie van socialisatie

A

het aanleren van communiceren zowel verbaal als non verbaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

cognitieve verwachting

A

je verwachtingen bijstellen adhv wat je meemaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

dramaturgisch perspectief

A

actoren gedragen zich als zelfbewuste strategische actoren die een geloofwaardige voorstelling proberen te creeeren

17
Q

moet-verwachtingen

A

niet voldoen wordt gesanctioneerd

18
Q

verwachtingsverwachtingen

A

men verwacht als positiebekleder bepaalde verwachtingen van andere positiebekleders met wie hij samenhandeld

19
Q

alter-rol-opvatting

A

de eigen opvatting over de verwachtingen van de ander met wie men samenhandelt

20
Q

derde dimensie van socialisatie

A

rolsocialisatie; het aanleren van verschillende sociale verwachtingen die horen bij verschillende posities

21
Q

excuusregelingen

A

door excuus aan te bieden voor het niet vervullen te verklaren

22
Q

intern rollenconflict

A

botsing binnen de rol

23
Q

kan verwachtingen

A

dingen wat iemand niet hoeft te doen maar wel kan doen en daardoor sociaal stijgt

24
Q

facade

A

terugkomende vorm waar een rolspeler aan vasthoud

25
role taking
het nemen van een rol
26
zelfpresentatie
de manier waarop je je eigen rol invult
27
eerste dimensie van socialisatie
het aanleren van gewenst gedrag en beleefdheid
28
vierde dimensie
cultuuroverdracht, overtuigingen, normen en waarden worden overgedragen
29
enculturatie
het aanleren aan biologische nieuwkomers van de opvattingen die worden gedeeld binnen hun omgeving
30
acculturatie
het aannemen van een cultuur nadat men al een keer is geculturaliseerd
31
eigen rolopvatting
de individuele interpretatie door een postitiebekleder van verwachtingen vanuit de tegenpositie
32
rolambivelentie
De gemengde gevoelens die een persoon heeft bij zijn rol