Hoofdstuk 9 Flashcards
(21 cards)
Wat zijn de 3 soorten problemen en hun oplossingsmanieren?
- gestructureerd; met een algoritme
- ongestructureerd; je weet niet of er een oplossing is
- Discontinue problemen; problemen waarbij je in een impasse terecht lijkt te komen. Aha erlebnis (Köhler, 1972 aap en banaan).
Wat is een algoritme?
een procedure die altijd leidt tot de juiste oplossing.
Wat zijn heuristieken? en wat zijn de veelgebruikte heuristiek?
vuistregel die mensen gebruiken bij ongestructureerde problemen. Subdoelanalyse en Middel-doel analyse.
Wat is een analogie?
probleemoplossing door te zoeken naar soortgelijk probleem.
wat is het incubatie-effect?
probleem oplossen door het enige tijd aan de kant te zetten.
wat is functionele gefixeerdheid
type van instelling waarbij men vast zit aan conventionele gebruik van een voorwerp.
definitie redeneren en de twee soorten?
evalueren van de waarheid of waarschijnlijkheid van verklaringen. 2 vormen; deductief en inductief.
Wat zijn de 3 vormen van deductief redeneren?
voorwaardelijk, categorisch, lineair
Wat is een syllogisme?
uitspraak van 3 regels, waarvan de eerste 2 aannames zijn dat iets waar is en de 3e een besluit.
Wat is een syllogisme?
uitspraak van 3 regels, waarvan de eerste 2 aannames zijn dat iets waar is en de 3e een besluit.
Wat zegt de mentale-modellen theorie
Johnson-Laird et al. 1992; mensen redeneren niet op basis van regels, maar door zich mentale beelden te vormen van de toestanden die in de premisse zijn beschreven.
Definitie inductief redeneren?
redeneerproces waarbij men vanuit specifieke gevalen tot algemene conclusies komt. Het vinden van algemene regels die de elementen met elkaar in relatie brengen.
Wat is confirmatieneiging?
we willen altijd gelijk hebben en hechten dus ook meer gewicht aan bewijs dat onze overtuiging bevestigt.
Signaaldetectiemodel?
hit-miss false-alarm of rejection model. heeft gevoeligheid en antwoordcriterium. (kindermishandeling voorbeeld)
Waar is de economie op gebaseerd?
de rationaliteit van de mens. de ons om te maximaliseren en streven naar de beste subjectieve uitkomst.
Representatieheuristiek?
neiging van mensen om de homogeniteit binnen een proces/eigenschap te overschatten.
Welke factoren beïnvloeden onze beslissingen
emoties, effen gemaakte kosten, eigenbelang en morele keuzes
wat is hindsight bias?
de neiging om voorspelbaarheid van een gevolg van een beslissing te overschatten zodra het gevolg bekend is.
3 maten waarin taal ons denken beïnvloed?
- denken is onafhankelijk van taal
- linguïstiche determinisme
- linguïstische relativiteit
in deze volgorde van onderzoek.
waarop verschilde Heider (1972) en Roberson (2000)?
Heider zei dat kleuren ook zonder naam te onthouden en onderscheiden waren, Roberson zei van niet; je geheugen voor kleur wordt beïnvloedt door of je er een naam voor hebt.
Wat is de evidentie voor linguïstische relativiteit mbt ruimte.
Levinson (2003) toonde aan dat in sommige culturen (NL) ruimte als relatief gezien wordt en in andere (Mayavolk) ruimte al absoluut. voorbeeld van de tafel.