Hoofstuk 10: internationale handel Flashcards

(33 cards)

1
Q

waarom doen landen aan internationale handel

A

voor beide voordelen uit te krijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

2 nadelen van internationale handel

A

brain drain

milieu- en energieproblemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is wisselmarkt en een gevolg daarvan

A

de wisselmarkt = het geheel van vraag en aanbod van 2 verschillende valuta

gevolg: het ontstaan van een prijs op de wisselmarkt = wisselkoers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is een bied- en laatkoers

A

biedkoers = de prijs die banken betalen voor munten te kopen

laatkoers = de prijs die banken vragen voor munten te verkopen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

op welke 2 manieren kan je de wisselmarkt opdelen

A

tussen cliëntenmarkt en interbankenmarkt

of

contantmarkt en termijnmarkt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat gebeurd er bij wisselmarktonevenwicht + leg uit

A

arbitrage + arbitrage is een strategie waarbij de handelaar winst haalt uit kleine prijsverschillen tussen gelijke of verschillende activa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

op welke 2 manieren kunnen koersen worden uitgedrukt

A

met de vaste notatie van het binnen- of buitenland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoe komen koersen tot stand

A

door de vaag en het aanbod van een vreemde valuta:

de vraag naar valuta is een afgeleide vraag en het aanbod van valuta is een afgeleid aanbod

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

3 voorbeelden van welke partijen een bepaalde valuta aanvragen bv. USD

A

importeurs van goederen en diensten van buiten de eurozone

betalen van primaire inkomens buiten de eurozone

ingezetenen die buiten de eurozone beleggen/investeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

3 voorbeelden van welke partijen een bepaalde valuta aanbieden

A

exporteurs van goederen en diensten van buiten de eurozone

primaire inkomens komen van buiten de eurozone

niet-ingezetenen die in de eurozone beleggen/investeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

tot welke marktvorm horen wisselmarkten en waarom (4)

A

volkomen concurrentie want:

veel vragers en aanbieders van vreemde valuta

vrij toegankelijk

zeer grote transparantie

een perfect homogeen product

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

welke 6 factoren bepalen de vraag naar en aanbod van vreemde valuta

A

prijsveranderingen in binnen- en buitenland

gewijzigde consumentenvoorkeur

gewijzigd inkomen

de interestvoeten in binnen- en buitenland

productiviteitsveranderingen

speculatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

bij welke bepalende factor van de vraag en aanbod van vreemde valuta hoort deze grafiek

A

prijsveranderingen in binnen- en buitenland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

bij welke bepalende factor van de vraag en aanbod van vreemde valuta hoort deze grafiek

A

gewijzigde consumentenvoorkeur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

bij welke bepalende factor van de vraag en aanbod van vreemde valuta hoort deze grafiek

A

gewijzigd inkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

bij welke bepalende factor van de vraag en aanbod van vreemde valuta hoort deze grafiek

A

de interestvoeten in binnen- en buitenland

17
Q

bij welke bepalende factor van de vraag en aanbod van vreemde valuta hoort deze grafiek

A

productiviteitsveranderingen

18
Q

bij welke bepalende factor van de vraag en aanbod van vreemde valuta hoort deze grafiek

19
Q

wanneer heb je flexibele wisselkoersen

A

wanneer de vorming van wisselkoersen zuiver wordt overgelaten aan vraag en aanbod

20
Q

wanneer heb je vaste wisselkoersen

A

wanneer dat een systeem is die een overheid kan volgen om de wisselkoersen te stabiliseren

21
Q

wat kan de overheid doen om wisselkoersen te stabiliseren

A

steunaankopen of steunverkopen

rentebeleid voeren

devaluatie - revaluatie

22
Q

wat is de koopkrachtpariteit + engels woord + afkorting

23
Q

wat is de betalingsbalans

A

dat is een overzicht van alle economische transacties die betalingen of ontvangsten meebrengen tussen eurozone en daarbuiten

24
Q

wat zijn de 2 deelrekeningen van de betalingsbalans van belgie

A

lopend verkeer

kapitaal- en financieel verkeer

25
wat houdt het lopend verkeer in
goederen- en diensten verkeer = handelsbalans inkomens (uit arbeid, beleggingen/investeringen) lopende overdrachten door particulieren en de overheid
26
wat houdt het kapitaal- en financieel verkeer in
* kaptiaalverkeer: * kaptiaaloverdrachten * financieel verkeer: * directe inversteringen * beleggingen
27
wat is protectionisme
het is een vorm van economische politiek, waarbij een land de internationale handel belemmert in het voordeel van hun eigen economie
28
hoe kunnen landen protectionisme voeren
1. handelspolitieke maatregelen: 1. invoerrechten 2. contingenten 3. exportsubsidies 2. monetaire maatregelen
29
welke 2 mogelijkheden zijn er bij invoerrechten + vb
30
wat zijn de 3 effecten van een ad valorem invoerrecht + uitleg
30
wat zijn de 3 effecten van een ad valorem invoerrecht + uitleg
31
waar zijn de 3 effecten van een ad valorem invoerrecht op de grafiek
32
uit wat bestaat het handelsbeleid van de EU
intern beleid: vrij verkeer van goederen/personen(werknemers, etc.)/diensten/kapitaal extern beleid: invoer uit derde landen uitvoer naar derde landen