Hoorcollege 16-09 Flashcards

(48 cards)

1
Q

Classificatie schisis

A
  • unilateraal (links of rechts)
    compleet of incompleet
    lip/ kaak/ gehemelte (CLAP)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Embryologie schisis

A
  • Meerdere processen bewegen van lateraal naar mediaal, waar ze dan fuseren (dit gaat fout bij schisis)
  • Nasaal process, maxillair process, mandibulair process
  • Al in 5-10e week
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Cheilognatopalatoschisis

A
  • Fusieprobleem tussen frontonasalae en maxillaire prominentie (6-9 weken)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is de foramen incisivum

A

overgang van primaire en secundaire palatum (belangrijk voor classificatie schisis)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarom lipsluiting schisis

A
  • Waarom: uiterlijk, praten en eten
  • Op leeftijd van 3 maanden
  • Miljard Rotation-Advancement
    o Je sluit het in 3 lagen: mucosa binnen/buiten en spierlaag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

belangrijkste structuren lipsluiting schisis

A
  • M. orbiculariis oris
  • white roll
  • Cupids bow (hoogste en laagste punt)
  • Commissuur
  • Philtral columns
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

pre-chirurgisch schisis

A
  • NAM (nasoalveolar moulding) (soort beugel)
  • Presurgical taping
  • Om bilaterale schisis rechter te krijgen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

complicaties schisis sluiting

A

o Nabloeding (zeldzaam)
o Wonddehiscentie (openspringen wond)
o Infectie
o Optrekken lippenrood
* Definitieve litteken pas na 1 jaar en daarna is er nog invloed van groei

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

waarom palatumsluiting schisis

A

praten, ventileren middenoor en eten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

soorten palatoraphie

A
  • submuceuze palatoschisis
  • palatumm molle
    -palatum durum
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wanneer behandeling mediane palatoschisis

A

sluiting molle en durum 9-15 mnd
PSG bij verdenking OSA
MOB (buisjes)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wanneer sluiting CGP schisis

A

palatum molle en durum 9-15 mnd
MOB
bij brede spleet palatum durum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

belangrijkste structuren palatum

A

m. levator veli palatini
a. palatina major (bij letsel: necrose)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Palatoraphie (v. Langenbeck)

A

Insnijden van het slijmvlies
Losmaken van neusslijmvlies
Losmaken van de spieren
Sluiten spieren en mondslijmvlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

complicaties Pharyngoplastiek

A
  • infectie
  • Nabloeding
  • Necrose mucosa
  • Wonddehiscentie  fistel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Stadia wisseling tanden

A
  • Melkgebit 0-6 jr
    o Vanaf 6 maanden onderin, vanaf 1 jaar heb je meestal boven en onder 4 tanden
  • Eerste wisselfase  6-8 jr
    o 1e blijvende molaren
    o Blijvende incisieven
  • Rustfase  8-10 jr
  • Tweede wisselfase  10-12 jr
    o Blijvende cuspidaten
    o Premolaren
    o 2e molaren
  • Verstandskiezen >18 jr
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is een overjet (SOB)

A

de horizontale (anterior-posterior) afstand tussen de bovenincisieven en onderincisieven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

wat is een overbite (VOB)

A

verticale overbeet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

wat is occlusie tanden

A

hoe de tanden en kiezen op elkaar vallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

normale occlusie (neutro)

A

 Mesiobuccale knobbel van bovenmolaar komt in contact met buccale fissuur van ondermolaar
 Opgelijnde tandbogen

21
Q

malocclusie klasse I

A

 Normale relatie van de molaren
 Niet opgelijnde tandbogen, rotaties, vertikale verschillen

22
Q

malocclussie klasse II (disto)

A

 Bovenmolaar mesiaal gepositioneerd van de onder molaar

23
Q

malocclusie klasse III (mesio)

A

 Bovenmolaar distaal gepositioneerd van de ondermolaar

24
Q

wat is Dental midline shift

A

elke tandboog heeft een eigen midline. Wanneer boven en onder niet recht boven elkaar staan spreken we van een dental midline shift

25
wat zijn impacties
verstoorde eruptie van elementen o Vrijleggen door kaakchirurg o Langdurig proces om in de rij te begeleiden
26
waarom tanden/ mond anders bij schisis
-verminderde groei bovenkaak -niet aanmaken/ doorbreken/ misvormde/ gefuseerde tanden
27
orthodontie bij schisis
o 0-3 maanden  prechirurgische orthopedie (bilaterale schisis) o 4-9 jaar  vervaardiging spraakplaat alleen op indicatie logopediste en plastisch chirurg (zelden) o 9-10 jaar  pre- & postchirurgische orthodontie (BIG) o 11-14 jaar  reguliere behandeling o 17-20 jaar  pre- & postchirurgische orthodontie ten behoeve van osteotomie indien nodig
28
voordelen bot in gnatho
- Ongeërupteerde en naast de schisis gelegen elementen voorzien van botsupport - Sluiting van oro-nasale fistels - Ondersteuning en eventuele verhoging van de neusvleugelbasis - Reconstructie van de processus alveolaris en de boogvorm - Stabilisatie van de premaxilla in geval van bilaterale schisis
29
dubbelzijdige schisis kaak
smalle bovenkaak kruisbeet voortanden stand premaxilla
30
waar halen ze bot vandaan voor bot in gnatho
autoloog bottransplantaat crista iliaca anterior kin
31
functionele problemen bij schisis
1. neuspassage 2. spraak (klank en articulatie) 3. voedingsproblemen 4. gehoorproblemen (otitis media met effusie)
32
Behandelplan kind met schisis
3 mnd lipsluiting + buisjes 9-18 mnd palatumsluiting 0-4 jaar gehoor en spraak 9-12 jaar sluiting kaakspleet 16-18 jaar secundaire neuscorrectie
33
welke arteriën komen samen bij plexus van Kisselbach
a. facialis a. ethmoidalis anterior en posterior a. palatum major
34
kenmerken unilaterale schisisneus
1) neuspunt, columella en caudale septum deviëren naar non-cleft zijde 2) neusvleugel meer posterieur, inferieur en lateraal 3)neusbodem afwezig 4) overige deel neusspetum devieert naar cleft zijde 5) lang lateraal crus en kort mediaal crus aan cleft zijde (plompe dome) 6) neushelft aangedane zijde zakt in de spleet
35
kenmerken bilaterale schisisneus
1) columnella en crus zeer kort 2) neus weinig projectie 3) wel symmetrie
36
primaire rhinoplastiek
3 mnd oud geprobeerd om de domes meer gelijk te krijgen
37
secundaire correcties neus en lip
38
waarom pas secundaire correctie 16-18
het neusseptum bevat groeikernen in bot en kraakbeen uitgebreide reconstructieve chirurgie zou groeikernen kunnen beschadigen nog meer gestoorde groei (neus en maxilla) in pubertijd nog groeispurt
39
Functie neuskleppen
interne klep -smalste punt -meeste weerstand -9 tot 15 graden externe klep -vaak vernauwd aan cleft zijde
40
wat is de nasale cyclus
beurtelings concha hypertrofie
41
operatie externe benadering
hele huid optillen van benige en kraakbenige skelet - gebroken columella - marginaal bdz
42
lokale verdoving secundaire reconstructie neus
topicaal: cocaïne en adrenaline Infiltratie xylocaine 2% + adrenaline voor vasoconstrictie en pijn bestrijding
43
behandeling septum secundaire reconstructie neus
septumcorrectie - uitnemen kraakbenige of benige deviaties -hechten caudaal septum op/ naast spinus nasalis anterior -septal extension graft (stuk kraakbeen op voorzijde bestaande septum; tip stabilisatie en projectie)
44
behandeling benige piramide secundaire reconstructie neus
osteotomieën benige piramide (losmaken en recht duwen)
45
behandeling lower laterals secundaire reconstructie neus
doel - verstevingen laterale crus schisis zijjde - verbeteren symmetrie lower laterals - vaak meer projectie gewenst; hechten domes aan septumextensie - vaak meer rotatie gewenst; hechten domes aan septumeextensie
46
lateral crural strut graft secundaire reconstructie neus
doel: verstevigen externe klep autogeen kraakbeen hechten aan laterale crus
47
kraakbeengraft voor secundaire reconstructie neus
-septum neus -concha -rib
48
secundaire lipcorrectie
- volume vullen met vetdermisgraft (uit heup); epidermis haal je eraf - litteken -vorm