Hoorcollege 2: epidemiologie, verloop en risicofactoren van PS'en Flashcards
Gebaseerd op de dia's, mijn aantekeningen en een samenvatting (196 cards)
waarom is kennis over epidemiologie, beloop en risicofactoren van persoonlijkheidsstoornissen belangrijk?
noodzakelijk voor detectie, preventie en effectieve behandeling van PS’en
waardoor variëren prevalentiecijfers?
- populatie
- type beoordelaar
- type beoordeling
uit de meta-analyse van Zimmerman et al, 2018, welke PS heeft de hoogste prevalentie?
obsessief-compulsief –> 3.2%
uit de meta-analyse van Zimmerman et al, 2018, welke PS heeft de laagste prevalentie?
schizotypisch –> 0.6%
uit de meta-analyse van Zimmerman et al, 2018, welke groep heeft vaker paranoïde PS?
Personen met een lagere opleiding en personen met familieleden met schizofrenie
uit de meta-analyse van Zimmerman et al, 2018, welke groep heeft vaker schizoïde PS?
2x zo vaak voor bij mannen
uit de meta-analyse van Zimmerman et al, 2018, welke groep heeft vaker histrionische PS?
vrouwen
uit de meta-analyse van Zimmerman et al, 2018, welke groep heeft vaker antisociale PS?
- mannen 4 x meer
- instabiel huwelijk en beroep
- lage opleiding
- 50% van de mensen in de gevangenis
uit de meta-analyse van Zimmerman et al, 2018, welke groep heeft vaker borderline PS?
jongeren
uit de meta-analyse van Zimmerman et al, 2018, welke groep heeft vaker narcistische PS?
mannen
uit de meta-analyse van Zimmerman et al, 2018, welke groep heeft vaker afhankelijke PS?
vrouwen
uit de meta-analyse van Zimmerman et al, 2018, welke groep heeft vaker obsessief-compulsief PS?
mannen (in oudere studies)
uit de meta-analyse van Zimmerman et al, 2018, welke PS’en komen vaker voor bij mannen?
- schizoïde
- antisociale
- narcistische
- obsessief-compulsief (in oudere studies)
uit de meta-analyse van Zimmerman et al, 2018, welke PS’en komen vaker voor bij vrouwen?
- histrionisch
- afhankelijk
uit de meta-analyse van Zimmerman et al, 2018, welke PS’en komen vaker voor bij mensen met een lagere opleiding?
- paranoïde
- antisociale
welke 3 PS’en hebben de meeste vermindering in kwaliteit van leven?
- schizotypisch
- bordeline
- vermijdend
welke 2 PS’en worden het minst gerelateerd aan beperkingen in het functioneren?
- obsessief-compulsief
- histrionisch
Hoeveel % van de BPS-patiënten herstelde van deze diagnose + functioneerden beroepsmatig en sociaal goed?
50% –> Gunderson et al, 2011
hoe stabiel zijn PS’en?
- ze zijn stabieler dan klinische stoornissen (zoals angst of depressie)
- onderliggende eigenschappen (zoals neuroticisme) zijn vrij stabiel
- beperkingen in het functioneren van mensen met PS’en is vrij stabiel
binnen cluster A, welke PS heeft de laagste prevalentie?
schizotypisch
binnen cluster A, welke PS heeft de hoogste prevalentie?
paranoïde
binnen cluster B, welke PS heeft de laagste prevalentie?
narcistisch
binnen cluster B, welke PS heeft de hoogste prevalentie?
histrionisch
binnen cluster C, welke PS heeft de laagste prevalentie?
afhankelijk