hormonen Flashcards

(9 cards)

1
Q

hypofyse

A

groei hormoon = groei van het organisme
regel hormoon=andere endocriende klieren regelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

schildklier

A

thyroxine=stofwisseling of metabolisme stimuleren en groei van het organisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

bijnier

A

adrenaline=verhoogt hartslag en verhoogt ademhaling en glucose vrijmaken in bloed en meer bloed naar spieren en hart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

eilandjes van langerhans in de alvleesklier of pancreas

A

algemeen:bloedsuikergehalte regelen
insuline= glucose-> glycogeen
glucagon= glycogeen-> glucose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

geslachtsklieren
eirstokkenen teelballen

A

f in l : secundaire geslachtskenmerken
progresteron en oestrogeen = menstruatiecyclus
testosteron=spermacellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat maken betacellen aan

A

insuline

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat maken alfacellen aan

A

glucagon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

voorbeeld van exo en endoclierenklier

A

pancreas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly