I. INLEIDENDE PRINCIPES Flashcards
(37 cards)
partijen in verzekering
- VZA
- VZN
- VZe (onderscheid schadeverzekering >< persoonsverzekering)
- begunstigde (moet bepaalbaar zijn op ogenblik dat VZA prestatie moet leveren; niet noodzakelijk bij naam genoemd)
- benadeelde (geen partij bij VZO = geen rechten uit VZO) (AH verzekering)
private verzekering: economisch perspectief
= bescherming tegen risico door (gedeeltelijke) risico-overdracht
- VZA is derde tav verzekerd risico (geen enkel persoonlijk belang)
verzekering >< andere beschermingswijzen
-preventieve maatregelen
> ontoereikend indien kost maatregelen > kost schade
> soms onmogelijk
- sparen (intertemporele spreiding van schade/risico)
> onvoldoende: omvang van schade kan te groot zijn
> niet altijd tijdig - sociale zekerheid (interpersonele spreiding van schade/risico)
> onvoldoende: enkel sociale risico’s (ouderdom, ziekte, overlijden, werkloosheid)
> onvoldoende: dekking inkomensverlies (niet vermogensverlies)
> forfaitaire vergoeding (geen volledige vergoeding)
–> (private) verzekering tracht oplossing te bieden voor deze beperkingen
> berust op intertemporele en interpersonele spreiding van risico’s tssn dragers van gelijksoortige risico’s
> waarbij VZA op voorhand schat hoeveel risico kost (obv statistische gegevens)
> verdeling van de kost onder leden van risicogroep
> ~ verzekeringstechniek
mutualisering >< statistiek
- mutualisering
> groepering van personen die blootgesteld zijn aan gelijksoortig risico (segmentatie vereist)
> met als doel om last van schadegevallen onder hen allemaal te verdelen
> correcte inschatting dat bijdragen van alle leden volstaan om schadelast van enkelen te dragen
> 2 manieren: onderlinge verzekering >< premieverzekering - statistiek
> loutere mutualisering is onvoldoende om zo exact mogelijk te berekenen wat omvang moet zijn van reserves (schade) en bijdrage (premie)
> nood aan correcte schatting van frequentie, aard en hoegrootheid van schadegevallen via waarschijnlijkheidsleer en statistiek (risicobeheersing)
> ontwikkelingen liggen mee aan basis van ontstaan moderne verzekering
functies verzekering
- herstelfunctie = vergoeden van financiële gevolgen van tegenslag
> basisonderscheid: schadeverzekering >< persoonsverzekering - economische en technologische vooruitgang ondersteunen
> risico van risicovolle ondernemingen (gedeeltelijk) overnemen - preventiefunctie/schadevoorkomingsfunctie (minder direct)
- spaar- en voorzorgsfunctie (vooral bij levensverzekeringen)
- waarborgfunctie = goede afloop van bepaalde verrichtingen
- economische en maatschappij ondersteunen
> institutionele investeerder
> ter ondersteuning van wat maatschappij beschermingswaardig en belangrijk acht - oplossing bieden voor beperkingen van andere beschermingswijzen
private verzekering onder druk: het vierkant
- onverzekerbaarheid
- alternative risk transfer
- sociale zekerheid
- kredietinstellingen
- in domein van private verzekering zelf
vierkant: onverzekerbaarheid
- vierkant wordt groter/naar boven getrokken
- technische onverzekerbaarheid veronderstelt voldoende frequentie en spreiding
> bv: PPS en solidariteit bij natuurrampen of terrorisme - juridische onverzekerbaarheid = manier waarop samenleving kijkt naar risico
> bv: immoraliteit AH verzekeringen
> bv: opzet kan niet verzekerd worden, maar invulling van opzettelijk veroorzaakte schade veranderd
vierkant: alternative risk transfer
- vierkant wordt kleiner/duwt aan onderkant
- gaat ten koste van de sector: nemen deel van de winst van de sector weg = concurrentie stijgt
> bv: captives (= dochtervennootschap als interne VZA/herVZA) –> niet zelfde vereisten als klassieke verzekeringsonderneming = spanning - vangen capaciteitsproblemen op (herverzekering en retrocessie + beroep doen op kapitaalmarkt via obligaties/cat bonds)
vierkant: sociale zekerheid
- duwt in 2 richtingen
- private verzekering = pure mutualisering/kanssolidariteit
>< SZ = solidariteit
> wel beide mutualisering, maar niet op zelfde manier - private verzekering duwt tegen SZ
> aanvullende pensioenen
> hospitalisatieverzekering - SZ duwt tegen private verzekering
> introductie van solidariteitsmechanismen in private verzekering (VZA betaalt maar rekent door –> iedereen betaalt meer premie)
> houdt verband met onderscheid tssn solidariteit (= geen afstemming tssn vertegenwoordigd risico en betaalde bijdrage)
> Opvolgingsbureau en Compensatiekas bij SSV
> Tariferingsbureau bij autoverzekeringen
vierkant: kredietinstellingen
- beweegt in 3 richtingen
- verzekering op zich is financiële dienst = financiële instellingen
> VZA is belangrijkste institutionele belegger –> horizontale wetgeving ook bindend (duurzame financiering en ESG) - concurrentiestrijd: banken = korte termijn >< verzekeringen = lange termijn
> levensverzekering = tak 23 (beleggingsfonds)
> banken: pensioenspaarfondsen, tak 21 (lange termijn) - toegenomen wisselwerking op vlak van wetgeving
> toezicht op banken ~ verzekeringsondernemingen
> mifidisering
vierkant: verschuivingen binnen domein van private verzekering zelf
- veranderende regelgeving vaak cross-sectoraal
> sustainable finance & ESG
> big data & telematics insurance
onderlinge verzekering
- open en bewust
- aangeslotenen
- bijdrage = veranderlijk en a posteriori afhankelijk van schadelast
- vorming fonds voor verdeling last van gezamenlijke risico’s
- op initiatief van leden zelf
- associatie
- tekort = ex post aanzuiveren van fondsen van associatie
- te veel = terugbetaling (delen in de winst)
- VZA = aangeslotene (geen derde tov risico)
- geen winstoogmerk
- onderneming
premieverzekering
- verdoken en minder bewust
- verzekerden
- premie = vast en a priori
- geen onderlinge band tssn verzekerden
- tekort = eigen gelden VZA
- VZA = derde tav risico
- winstoogmerk
- onderneming
inversie productiecyclus
- prijs/premie wordt a priori betaald voordat uiteindelijke totale schadelast gekend is
- VZA moet op voorhand reserves aanleggen + kosten premies juist berekenen
- ~ segmentatie
elementen verzekeringstechniek
- kansberekening/waarschijnlijkheidsleer en statistiek
- spreiding/dispersie van risico in tijd en ruimte
- frequentie van risico
- homogeniteit van risicogroepen
- risicoselectie en risicodifferentiatie (segmentering)
- wet van de grote getallen
- herverzekering en medeverzekering
- preventie
kansberekening en statistiek
- inversie productiecyclus: zo correct mogelijke berekening van premie en bijdrage
- levensverzekering: sterftetafels
> MR/FR = trager: houdt rekening met feit dat mensen iets langer leven dan statistische gegevens
> MK/FK = sneller: houdt rekening met feit dat mensen iets snel sterven
spreiding van risico
- om verzekerbaar te zijn mag risico zich slechts bij klein aantal leden van de groep voordoen
- groot aantal leden treffen = onvoldoende gespreid (bv: natuurrampen, aardbevingen)
frequentie risico
- VZA moet in staat zijn om binnen redelijke termijn een statistiek op te maken
- er moeten voldoende schadegevallen zijn
- lage frequentie = moeilijk verzekerbaar (bv: kernrisico’s)
homogeniteit risicogroepen
- risico’s moeten van dezelfde soort zijn zodat waarschijnlijkheidsberekening juist zou zijn + premie op rechtvaardige wijze berekend wordt
- subsidiërende solidariteit zo veel mogelijk vermijden
- indeling groepen obv aard risico, voorwerp risico, waarde risico of duurtijd risico
- samenstelling groepen obv risicoprofielen
segmentering
- onderscheid maken tssn verschillende soorten risico’s om zo homogeen mogelijke groepen samen te stellen
- VZA moet degelijk acceptatiebeleid voeren
> anti-selectie vermijden
belang van verzekeringstechniek
- streven naar actuariële fairness door verzekeringstechniek en segmentering
- bestrijding van gevaren:
> anti-selectie
> moral hazard
> subsidie-aversie
anti-selectie
- assumptie dat VZN zelf gaat selecteren welke verzekering
- neiging tot verzekeren is het grootst bij diegenen die beseffen een groter risico te lopen
- als VZA niet voldoende informatie heeft: gevaar van verkeerde afstemming tssn risico en premie
moral hazard
- mensen die zich verzekerd weten gaan zich onvoorzichtiger gedragen en meer schade veroorzaken
- VZe tot normale graad van voorzichtigheid aansporen
- VZe blijft deel van risico zelf dragen
> directe methodes: capping/plafonnering, franchise/schadevrijstelling
> indirecte methodes = personalisatie van premie: tariefverminderingen wegens preventieve maatregelen, personalisatie a posteriori (bv: regres, bonus malus in WAM)
subsidie-aversie
- doorgedreven toepassing/nastreven van actuariële fairness leidt tot kanssolidariteit als enige mogelijke solidariteit
- subsidiërende solidariteit tssn groepen onderling = groep voor goede risico’s betaalt mee aan groep voor slechte risico’s
- subsidie-aversie = aversie tegen mogelijkheden van subsidiërende solidariteit
> VZe in goede groep weet dat hij te veel betaalt
> kan groep of zelfs markt verlaten