ijzertijd en romeinse tijd Flashcards

(134 cards)

1
Q

Wat is de IJzertijd en wanneer eindigt deze?

A

De IJzertijd is de laatste van de prehistorie en eindigt in 12 v. Chr.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom wordt ijzer als een ‘democratische’ grondstof beschouwd?

A

Omdat het overal te vinden is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn ‘wiggles’ in de context van datering?

A

Variabiliteit in de hoeveelheid C14 isotopen in de atmosfeer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn urnenvelden?

A

Begraafplaatsen met urnen, vaak in combinatie met langbedden en heuvels.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het grootste urnenveld in Nederland?

A

Boshoverheide bij Weert met minimaal 3100 crematies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat wijst erop dat status een rol begon te spelen in de samenleving tijdens de IJzertijd?

A

De aanwezigheid van exotische grafgiften in elitegraven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat waren de belangrijkste voedselvoorzieningen tijdens de IJzertijd?

A

Cultuurgewassen en gedomesticeerde dieren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de kenmerken van woonstalhuizen?

A

Praktisch voor warmte, mestverzameling en nabijheid van vee.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn ‘Celtic fields’?

A

Een systeem van kleine veldjes omgeven door walletjes, gebruikt voor akkerbouw.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar duiden de gevonden slingerkogels en speerpunten op?

A

Kleinschalige conflicten in de IJzertijd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de Hallstatt-cultuur?

A

Een cultuur met versterkte nederzettingen en rijke vorstengraven, van 800-475 v. Chr.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de kenmerken van een egalitaire samenleving?

A

Relatief gelijke status voor individuen met beperkte hiërarchie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de kenmerken van een gestratificeerde samenleving?

A

Beperkte toegang tot statusposities, met een leider die economisch en ritueel dominant is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de La Tène-cultuur?

A

Een cultuur die ontstond na 475 v. Chr., bekend om grote graven van krijgers en handel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de drie aspecten van een cultuurlandschap?

A

Fysieke ruimte, perceptie van de ruimte, betekenis van de ruimte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de betekenis van ‘space becomes place’?

A

Betekenisvolle plekken ontstaan uit eerder betekenisloze plekken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat zijn de kenmerken van de Late IJzertijd?

A

Economische expansie en invloed van de La Tène-cultuur op de Hallstatt-groepen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is de betekenis van ‘grafritueel’ in een gestratificeerde samenleving?

A

Grafgiften en monumenten reflecteren de sociale status van de overledene.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat zijn de belangrijkste kenmerken van een Hallstatt-nederzetting?

A

Versterkt met muren en greppels, handelscentra en productiecentra.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat zijn de gevolgen van de romanisatie in Nederland?

A

Sociale organisatie en veranderingen in het landschap door Romeinse ingrepen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Vul in: De Hallstatt-cultuur bestaat tot ca. _______.

A

475 v. Chr.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat markeert het einde van het Romeinse Rijk?

A

Invallende Germanen en interne conflicten vanaf het einde van de 2e eeuw.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat zijn de oorzaken van het einde van het Romeinse Rijk?

A

Interne conflicten, invasies en economische achteruitgang.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat is het belangrijkste materiaal dat uit de steentijd is gevonden?

A

Vuursteen en klokbeker aardewerk

Klokbeker aardewerk is een type aardewerk dat vaak wordt geassocieerd met de neolithische cultuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Wat werd er uit de bronstijd gevonden?
Mal voor bronsbewerking en eerste huisplattegronden ## Footnote Deze huisplattegronden wijzen op de mogelijkheid van bewoning door meer dan één gezin.
26
Hoe werden de huisplattegronden in de IJzertijd verdeeld?
Met greppels ## Footnote Dit duidt op een steeds gestructureerder landschap.
27
Wat zijn oppida?
Versterkte forten of kleine steden, meestal op een hoogte ## Footnote Deze structuren zijn kenmerkend voor de Keltische nederzettingen.
28
Wat is de Latijnse benaming voor de Keltische broeken?
Braccae ## Footnote Deze term verwijst naar een broek gemaakt van wol, gedragen door de Kelten.
29
Wat was het populairste sieraad onder de Kelten?
De torque ## Footnote Dit is een halsband of armband, vaak gevlochten en gedraaid.
30
In welk jaar werd Rome gesticht volgens de legende?
735 v. Chr. ## Footnote De legende vertelt dat Romulus en Remus, opgevoed door wolven, Rome stichtten.
31
Wat is SPQR?
Senatus Populusque Romanus ## Footnote Dit is de officiële naam van het Romeinse rijk.
32
Wie was de belangrijkste figuur in de Gallische oorlogen?
Julius Caesar ## Footnote Hij schreef een boek over zijn campagnes en de Eburonen.
33
Wat gebeurde er met Caesar in 44 v. Chr.?
Hij werd vermoord ## Footnote Dit gebeurde vanwege zijn streven naar dictatuur en de vele vijanden die hij had.
34
Wat is de betekenis van de term 'Romanisatie'?
Het proces van niet-Romeinse samenlevingen die geleidelijk veranderen door contact met de Romeinen ## Footnote Dit houdt in dat lokale gemeenschappen aspecten van de Romeinse cultuur overnemen.
35
Wat werd de hoofdstad van Germania Inferior?
Keulen ## Footnote Dit werd de hoofdstad nadat het veroverde gebied als provincie werd ingericht.
36
Welke twee groepen woonden in het huidige Nederland in de tijd van de Kelten en Germanen?
Kelten en Germanen ## Footnote In het zuiden woonden voornamelijk Kelten, terwijl het noorden en oosten vooral door Germanen werd bewoond.
37
Wat zijn de kenmerken van een Keltische maatschappij?
Centrale leider, eigen legertje, belasting in de vorm van surplus ## Footnote Dit wijst op een hiërarchische structuur binnen de Keltische samenlevingen.
38
Wat kenmerkt een Germaanse maatschappij?
Egalitaire organisatie zonder duidelijke leider ## Footnote Er zijn veel kleinere groepjes en geen verdedigbare plaatsen.
39
Wat gebeurde tijdens de Varusslag in 9 na Chr.?
Drie Romeinse legioenen werden verslagen door de Germanen ## Footnote Dit leidde tot een grote nederlaag voor het Romeinse leger.
40
Wat was de belangrijkste oorzaak van de Bataafse opstand?
Te veel soldaten moeten leveren en verlangen naar meer zelfstandigheid ## Footnote De lokale elite wilde ook niet hun macht delen.
41
Wat is een cultusplaats?
Rechthoekige plaatsen opgebouwd uit stenen en paalstructuren ## Footnote Deze plaatsen werden gebruikt voor religieuze rituelen en offers.
42
Wat voor soort vondsten zijn er gedaan bij cultusplaatsen?
Massagraven van legers en paarden die op gruwelijke manieren zijn vermoord ## Footnote Dit wijst op de heldhaftigheid en de gewelddadigheid van de tijd.
43
Wat zijn veenlijken?
Lijken die in veen zijn gevonden, vaak goed bewaard ## Footnote Ze komen vooral uit de Romeinse tijd en soms zijn ze met geweld omgekomen.
44
Wat gebeurde er met de Eburonen na de oorlog met de Romeinen?
Bijna het hele volk werd uitgemoord ## Footnote Dit leidde tot een leeg gebied, waardoor nieuwe mensen zoals de Bataven zich konden vestigen.
45
Wat is de definitieve limes?
Een verdedigingslinie met forten langs de Rijn ## Footnote Deze werd vanaf 47 na Chr. opgezet om het Romeinse rijk te beschermen.
46
Wat was een gevolg van de Romeinse ingrepen in het landschap?
Uitputting van gebieden en veranderingen in waterlopen ## Footnote Dit leidde tot de vorming van nieuwe rivieren zoals de Hollandse IJssel en de Lek.
47
Wat zijn de centrale leiders in patroon-client relaties?
Patroon ## Footnote De patroon is de centrale leider die diensten en gunsten verleent aan cliënten.
48
Hoe worden stammen in de literatuur beschreven?
Door de boeken van de Romeinen, in de vorm van verhalen of als geografie ## Footnote Een voorbeeld is het boek Germania, waarin het uiterlijk van de Sueben beschreven wordt.
49
Wat gebeurde er rond 50 v. Chr. met de Eduronen?
Ze zijn uitgemoord en er is een leeg gebied in Nederland ontstaan.
50
Wat was de overeenkomst tussen de Bataven en de Romeinen?
De Bataven maakten de afspraak om geen belasting te betalen en alleen soldaten te leveren.
51
Wat is de huidige kennis over de oorsprong van de Cananefaten?
We weten niet waar ze vandaan komen ## Footnote Ze hebben wel een eigen legereenheid en zijn mogelijk in Zuid-Nederland geweest.
52
Wat zijn de drie regio's waar romanisatie in Zuid-Nederland plaatsvond?
Limburgse en Brabantse gebied, Bataafse gebied, Zuid-Hollandse en Zeeuwse gebied.
53
Noem kenmerken van Romeinse steden.
* Winkels * Bestuur * Verkeer * Ambacht * Entertainment * Verdediging ## Footnote Deze kenmerken maken een stad tot een functionele stad.
54
Wat zijn de drie typen steden in de Romeinse tijd?
* Colonia * Municipium * Vicus
55
Wat is het verschil tussen een colonia en een municipium?
Colonia heeft volledig stadsrecht en alleen Romeinse burgers mogen wonen; municipium heeft beperkt stadsrecht en niet per se Romeinse burgers.
56
Wat is een vicus?
Een plattelandscentrum zonder bijzondere rechten, ook wel een wegdorp genoemd.
57
Wat zijn de standaardelementen van de bouw van een Romeinse stad?
* Forum (marktplein) * Openbare gebouwen (bestuursgebouwen, tempels, badhuizen) ## Footnote Steden werden opgebouwd in een dambordpatroon.
58
Wat is het Oppidum Batavorum?
Een stedelijke nederzetting, mogelijk voorganger van de Romeinse stad Nijmegen.
59
Wat gebeurde er met Nijmegen tijdens de Bataafse opstand?
Oppidum Batavorum werd verwoest en verbrand.
60
Wat zijn canabae?
Burgerlijke bewoning rondom een legioen of Romeinse legerkamp.
61
Wat is een belangrijke functie van een plattelandscentrum?
Een verkeersknooppunt voor handel en diensten.
62
Wat zijn de kenmerken van het Romeinse leger?
* Geordend en georganiseerd * Elite leger in de Republiek * Soldij en uitrusting betaald door de staat vanaf de 2e eeuw v. Chr.
63
Wat zijn de drie typen hulptroepen in het Romeinse leger?
* Peditata (te voet) * Quingenaria (te paard) * Equitata (combinatie)
64
Wat is de uitrusting van legionarri?
* Plaatspantser (lorica segmentata) * Helm met wangkleppen (cassis) * Kort steekzwaard (gladius) * Dolk (pugio) * 1-2 werpsperen (pilea) * Rechthoekig schild (scutum)
65
Wat zijn enkele functies van soldaten in het Romeinse leger?
* Infanterie * Cavalerie * Hulptroepen * Administratief personeel ## Footnote Het leger had ook medische personeel, architecten, en vaklieden.
66
Wat is de huisvesting van legioenen en cohorten?
* Legioenen in castra * Cohorten in castellum ## Footnote Een canabae is de burgerlijke nederzetting die hoort bij een legioen.
67
Wat is de dagelijkse routine van een soldaat in het Romeinse leger?
* 3 keer per jaar salaris * Dragen van ongeveer 20 kg op een draagstok * Deelname aan parades en ceremonies
68
Wat is de betekenis van het woord 'vicus'?
Een plattelandscentrum, ook wel een wegdorp genoemd.
69
Wat zijn de kenmerken van de badgebouwen (thermen) in Romeinse steden?
* Openbaar toilet (latrines) * Sterke muren voor watertoren ## Footnote Het badhuis was een belangrijk sociaal centrum.
70
Wat is de rol van het militaire vicus?
Het is een plattelandscentrum specifiek gekoppeld aan een castellum.
71
Wat was het offensieve plan van de Romeinen tot aan de Elbe?
Er was een plan om te veroveren tot aan de Elbe, wat resulteerde in vroege Romeinse forten langs de rivier. ## Footnote Dit leidde onder andere tot de Slag om Varus in 9 n. Chr.
72
Wat is de Limes?
De Limes is een combinatie van de oude Rijn, kromme Rijn en Neder-Rijn, en is sinds de 19e eeuw zo genoemd. ## Footnote Het is oorspronkelijk een grensweg.
73
Wat zijn castra in Nederland?
De eerste castra in Nederland was in Nijmegen uit 19 v. Chr. en omvatten een dubbel legioen. ## Footnote Er waren periodes zonder castra, zoals tussen 10 v. Chr. en 70 n. Chr.
74
Wat zijn mini-castella?
Klein castella met omheining, meestal ruiterij, voor ongeveer 80 man. ## Footnote Voorbeelden zijn gevonden bij Valkenburg en Den Haag.
75
Wat houdt de Laat-Romeinse verdediging in?
Diepteverdediging waarbij legioenen kleiner worden en er wachttorens en versterkte nederzettingen in het achterland komen. ## Footnote Er wordt ook kustverdediging opgezet tegen Saxon shore piraten.
76
Wat zijn de voordelen van het leger?
Goed eten en hygiëne, aanzien en een pensioen. ## Footnote Nadelen zijn de kans op overlijden tijdens strijd.
77
Noem enkele bronnen buiten de archeologie.
* Historische bronnen (kaarten) * Antieke schrijvers (Livius, Caesar, Tacitus, Strabo, Vegetius) * Iconografische bronnen (zuil van Trajanus, triomfbogen) * Epigrafische bronnen (inscripties op steen, militaire diploma's) ## Footnote Deze bronnen bieden inzicht in de Romeinse tijd.
78
Wat zijn de drie delen van Romeins Nederland?
* Kustregio (Cananefaten) * Zuid-Limburg en Brabantse zandgronden (Texuandri) * Noord-Brabant ## Footnote Deze gebieden vertonen verschillende niveaus van romanisatie.
79
Wat zijn porticus huizen?
Halfopen huizen met een extra rij palen eromheen, vaak 2-schepig. ## Footnote Daken waren waarschijnlijk platter dan gedacht.
80
Wat is de functie van een villa?
Een villa is gericht op geld verdienen door productie van overschot, vaak landbouw gerelateerd. ## Footnote De term 'villa' verwijst naar zowel hoofdgebouw als bijgebouwen.
81
Wat zijn de twee soorten villae?
* Villa urbana: Luxe villa voor eigenaar zelf * Villa rustica: Primair voor het bedrijf met veel bijgebouwen ## Footnote Beide types kunnen gecombineerd voorkomen.
82
Wat zijn de kenmerken van de inrichting van een villa?
De binnenkant kan mozaïekvloeren, muurverwarming (hypocaust) en gestucte muren hebben. ## Footnote Hypocaustverwarming maakt gebruik van holle vloeren met buizen voor verwarming.
83
Wat is de rol van goden in de Romeinse religie?
Goden werden vereerd door gebed, offers en waarzeggerij. ## Footnote Belangrijke goden zijn Jupiter, Juno en Minerva.
84
Wat is de Capitolijnse Trias?
De Capitolijnse Trias omvat de tempel op het Capitool in Rome, met Jupiter als oppergod. ## Footnote Juno is de vrouw van Jupiter en Minerva is hun dochter.
85
Wat betekent Interpretatio Romana?
Het combineren van inheemse goden met Romeinse (half)goden in naam. ## Footnote Voorbeeld is Hercules Magusanus.
86
Wat zijn de kenmerken van de Late Romeinse tijd?
Zwaardere belastingen, uitputting van de grond, alleen grotere villae overleven. ## Footnote Dit leidt tot de Burgi, bestaande nederzettingen worden verdedigbaar gemaakt.
87
Wat zijn de kenmerken van de Bataven?
Volkeren verplaatsen zich door toestemming van de Romeinen, met connecties naar andere stammen. ## Footnote Dit is vastgesteld door munten en archeologische vondsten.
88
Wie verhief Caesar als god?
Augustus
89
Wat zijn halfgoden?
Half god-half mens, verwekt door god(in)
90
Geef een voorbeeld van een halfgod.
Hercules
91
Wat is Interpretatio Romana?
Combinatie van inheemse goden en Romeinse (half)goden
92
Noem een voorbeeld van een god in Germania Inferior.
Hercules Magusanus
93
Welke goden worden vaak langs de limes gevonden?
* Isis (Egyptisch) * Mythras (Perzisch) * Joodse god * Christelijke god
94
Wat is een heilig bos?
Inheems vereringsplaats met bijzondere bomen
95
Wat is de cella in een Romeinse tempel?
Heiligste gedeelte waar je als mens niet mag komen
96
Wat is een Gallo-Romeinse tempel?
Tempel met een vierkant in een vierkant ontwerp
97
Wat bepaalt de zuurtegraad in veen?
Of bot, huid of leer bewaard wordt
98
Wat is dendrochronologie?
De studie van jaarringen in bomen om tijdlijnen te maken
99
Wat wordt vaak gevonden in waterputten?
Hout
100
Wat zijn typische grafrituelen in de late IJzertijd?
Urnenvelden met kleine heuveltjes
101
Wat blijft dominant tot de 3e eeuw in grafrituelen?
Crematie
102
Wat is een bustumgraf?
Een graf waar een brandstapel in een gat wordt gelegd
103
Wat is een typische grafgift?
Persoonlijke bezittingen zoals wapens of sieraden
104
Wat gebeurde er met de brandstapel na crematie?
De resten worden op een andere plek begraven
105
Wat is het belang van grafstenen?
Om ervoor te zorgen dat je niet vergeten wordt
106
Wat veranderde er in de 3e en 4e eeuw in grafrituelen?
Meer inhumaties
107
Wat zijn tumuli?
Latijnse term voor grafheuvel
108
Wat zijn graftorens?
Grafstructuren van 10-15m hoog uit de 1e eeuw
109
Wat kenmerkt een graftuin?
Askist of sarcofaag met grafgiften
110
Wat is een sarcofaag?
Een grafkamer met grafgiften
111
Wat zijn versterkte nederzettingen?
Nederzettingen met een structuur en bescherming
112
Wat voor invloed had de Romeinse tijd op de economie?
Er was veel handel en productie van materialen zoals brons
113
Wat zijn Foederatii?
Huurlingen van buiten het Romeinse rijk
114
Wat is de verhouding van Romeinse aardewerk in Zuid-Nederland?
Bijna alleen Romeins aardewerk
115
Wat zijn kwelders?
Land dat ontstaat door slib van de zee
116
Wat is de opbouw van terpen?
Verhoging van huisplaatsen met mest en kleizoden
117
Wat voor type huizen zijn er op terpen gevonden?
Houten huizen en zodenhuizen
118
Wat kenmerkt de economie in de kwelders?
Hout en graan werden aangevoerd
119
Wat is excarnatie?
Laten liggen van botten in de buitenlucht
120
Wat is een schuldbekentenis slaaf?
Een slaaf die behoort tot lulia secunda zegt dat hij zijn lening gaat terugbetalen ## Footnote Er waren drie getuigen bij deze bekentenis.
121
Wat zijn grafrituelen in de kwelders?
Er is nauwelijks informatie, geen grafvelden gevonden, alleen losse botten in nederzettingen ## Footnote Dit kan wijzen op excarnatie, graven ver van terpen, of crematies zonder urn.
122
Welke gebieden werden voornamelijk onderzocht in Noord-Holland?
Duinen, strandwallen, veen, klei en het Oer-IJ estuarium ## Footnote Het Oer-IJ mondt uit bij Velsen en IJmuiden.
123
Wat zijn de faseringen van de Assendelver Polders (Oer-IJ)?
30 vc-30 nc: einzelhöfe strandwallen; 30-90: uitbreiding tot in kweldergebied; 90-150: verlaten permanente nederzettingen; 150-270: terug naar strandwallen ## Footnote Dit toont aan dat er continue bewoning was tot ver in de middeleeuwen.
124
Wat zijn aanwijzingen van bewoning in Velsen?
Veel 1e eeuwse vondsten komen uit Velsen uit de verlaten forten ## Footnote Deze vondsten zijn door omwonenden meegenomen.
125
Wat gebeurde er aan het einde van het Romeinse Rijk?
Vanaf het einde van de 2e eeuw vonden invallen door Germanen plaats ## Footnote Het klimaat veranderde en de Chauken zochten naar andere manieren van overleven.
126
Wat zijn de gevolgen van de invallen van de Germanen?
Er ontstonden kustforten langs de Nederlandse, Belgische en Engelse kust ## Footnote Invallers werden binnengehaald in de hoop dat ze kwamen wonen en voor de Romeinen gingen vechten.
127
Wat gebeurde er tijdens de chaos aan het einde van de 2e eeuw?
In 160-170 vond verstening van castella plaats met stenen vanuit de Eiffel ## Footnote Vanaf 180 waren er steeds problemen met binnenvallende Germanen.
128
Wat is het Gallische rijk?
Een apart rijk dat ontstond tussen 260-274 met Postumus als bekendste machthebber ## Footnote Het omvatte Gallia, Belgica, Germania Inferior en Britannia.
129
Wat gebeurde er na 270 in Nederland?
Nederland leek redelijk leeg te zijn en steden kwamen tot een einde ## Footnote In 274 won Rome het Gallische rijk terug.
130
Wat zijn de kenmerken van diepteverdediging vanaf 270?
Van een linie naar een grenszone, met forten en troepen in het achterland ## Footnote Limitanei waren het staande leger aan de grens.
131
Wat gebeurde er in 285 onder Diocletianus?
Het rijk werd gesplitst in Oost en West, met twee samenwerkende keizers ## Footnote Er kwamen verschillende munten en aardewerk.
132
Wat zijn de oorzaken van het einde van het Romeinse rijk?
Politieke instabiliteit, terugtrekking van troepen, Germanen, pestepidemieën, inflatie, uitputting van grond, zeespiegelstijging ## Footnote Deze factoren leidden tot een afname van de bevolking en nederzettingen.
133
Wat zijn de gevolgen van het einde van het Romeinse rijk voor bewoning?
Minder nederzettingen, vooral rondom stedelijke nederzettingen ## Footnote Het rivierengebied blijft populair, maar Brabantse zandgronden lopen leeg.
134
Wat is de codering van de Romeinse tijd?
Romeinse getal is de eeuw (I, II, III, IV, V) en de letter staat voor welke helft/kwart ## Footnote 1e kwart = a, 2e kwart = b, 3e kwart = c, 4e kwart = d; 1e helft = A, 2e helft = B.