spornfhsuf Flashcards
(52 cards)
Wat is bewoningsgeschiedenis?
De lagen van de bewoning in verschillende periodes.
Wat is een esdek?
Een nieuwe toegevoegde vruchtbare grondlaag.
Wat wordt bedoeld met ‘vlak’ in archeologisch onderzoek?
Ieder laagje die je weghaalt voor onderzoek, dat creëert een nieuw vlak.
Wat betekent couperen?
Een spoor als het ware doormidden snijden, dus half opgraven.
Wat houdt afwerken in bij archeologisch onderzoek?
De andere helft van het spoor opgraven voor meer info.
Wat zijn de twee soorten opgravingen?
- Vlak dekkend opgraven
- opgraven in vlakken
Wat is de indeling van kunstmatige vakken?
Afgraven bodem, zeven, verzamelen van vondsten en splitsen op categorie.
Welke veel voorkomende sporen en vindplaatsen zijn er?
- Steentijdsites
- Nederzetting
- Inrichting van het landschap
- Middeleeuwse stadskern
- Vestingbouw
- Religieus
- Grafveld
- Infrastructuur
- Ambacht, industrie
- Conflict
Wat blijft erover van een archeologisch spoor?
Verkleurde grond.
Wat zijn de verschillende categorieën van sporen?
- Vuur
- Water
- Kuilen
- Landbewerking
- Begraving
Wat zijn haardkuilen?
Oude kuilen, vooral gevonden in oosterse zandgronden met resten van houtskool.
Wat zijn ovens in archeologisch onderzoek?
Structuren uit verschillende periodes met verschillende functies, vaak met resten van slakken.
Wat zijn waterputten?
Structuren uit verschillende periodes, vaak vind je nog iets van de constructie (hout of steen).
Wat zijn afvalkuilen?
Kuilen met rommelige vulling en resten van vondsten/voedsel.
Wat zijn voorraadkuilen/silo’s?
Kuilen voor opslag uit de prehistorie, vaak met verschillende vormen.
Wat zijn paalkuilen?
Veel voorkomende kuilen uit verschillende periodes, vaak al half vergaan of verstoord.
Wat betekent verbruining in de grond?
Verwering en uitspoeling van klei en leemdeeltjes door regenwater, waardoor ijzer bloot komt te liggen wat leidt tot bruine verkleuring.
Wat is de NEN5104?
Een beschrijving van grond op basis van korrelgrootte en organische stof met behulp van de textuurdriehoek.
Wat zijn de verschillende transportmechanismen van grond?
- Eolisch (wind)
- Glaciaal (ijs)
- Marien (zee)
- Fluviatiel (rivier)
- Lacustrien (meer)
Wat zijn de kenmerken van zand in archeologisch onderzoek?
Afgezet door bijna alles, sporen zijn vaak makkelijk te herkennen, conservering is slecht.
Wat zijn de kenmerken van klei in archeologisch onderzoek?
Sporen zijn moeilijk te herkennen, conservering is goed door constante vochtigheid.
Wat zijn de kenmerken van veen in archeologisch onderzoek?
Sporen zijn makkelijk te herkennen, conservering is uitstekend.
Wat zijn antropogene sporen?
Sporen ontstaan door menselijke oorsprong.
Wat is het doel van faseren in archeologisch onderzoek?
Structuren/ sporen op volgorde van relatieve of absolute datering plaatsen.