in andere talen Flashcards

(32 cards)

1
Q

onderwerp in engels

A

subject

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

onderwerp in frans

A

sujet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

persoonsvorm in engels

A

finite verb/operator

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

persoonvorm in frans

A

forme conjuguée

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

lijdend voorwerp in engels

A

direct object

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

lijdend voorwerp in frans

A

complément d’objet direct

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

meewerkend voorwerp in engels

A

indirect object

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

meewerkend voorwerp in frans

A

complément d’objet indirect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

bijwoordelijke bepaling in engels

A

adverbail adjunct

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

bijwoordelijke bepaling in frans

A

complément circonstanciel/ adverbail

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

werkwoord in engels

A

verb

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

werkwoord in frans

A

verbe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

infinitief in engels

A

infinitive

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

infinitief in frans

A

infinitif

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

voltooid deelwoord in engels

A

past participle

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

voltooid deelwoord in frans

A

participe passé

17
Q

zelfstandig werkwoord in engels

18
Q

zelfstandig werkwoord in frans

A

verbe substantif

19
Q

hulpwerkwoord in engels

20
Q

hulpwerkwoord in frans

21
Q

koppelwerkwoord in engels

A

linking verb/ copular verb

22
Q

koppelwerkwoord in frans

23
Q

bijvoegelijk naamwoord in engels

24
Q

bijvoegelijk naalwoord in frans

25
zelfstandig naamwoord in engels
noun
26
zelfstandig naamwoord in frans
substantif
27
bijwoord in engels
adverb
28
bijwoord in frans
adverbe
29
voornaamwoord in engels
pronoun
30
voornaamwoord in frans
pronom
31
voorzetsel in engels
preposition
32
voorzetsel in frans
préposition