schooltaalwoorden deel 2 Flashcards
(15 cards)
1
Q
aanbevelen
A
aanprijzen omdat je er tevreden over bent
2
Q
adviseren
A
aanraden
3
Q
de aanhaling
A
citaat, letterlijke woorden van iemand
4
Q
aansluiten bij
A
voegen bij, overeenkomen met
5
Q
analyseren
A
onderzoeken, ontleden
6
Q
ter beschikking
A
verkrijgbaar, aanwezig
7
Q
de evolutie
A
ontwikkeling, verandering
8
Q
formuleren
A
onder woorden brengen
9
Q
hanteren
A
gebruiken
10
Q
publiceren
A
uitgeven, uitbrengen
11
Q
verspreiden
A
rondstrooien
12
Q
voldoen aan
A
beantwoorden aan (de eisen)
13
Q
voorkomen
A
verhinderen dat iets gebeurt
14
Q
appreciëren
A
waarderen
15
Q
wervend
A
wat de aandacht trekt en aanzet tot actie