intro tot training Flashcards
(35 cards)
degree of stress
- stressor = overload training stimulus
- verstoorde homeostase
- optimale stress
- homeostase hersteld
- vooruitgang door supercompensatie - overbodige stress
- geen herstel van homeostase
- overtraining & over-reaching
–> over-reaching valt nog te monitoren
- overtraining ≈ chronisch vermoeidheidssyndroom
trainingsprincipes
- inductie van adaptatie
- biologisch door overload & biologische adaptatie
- fysiologisch door progressive built-up & optimale trainingsload - behoud van adaptatie
- biologisch door detraining & herstel
- fysiologisch door duurzaamheid, wave-principle & variatie - adaptatie in gerichte richting
- biologisch door specificiteit & individualiteit
- fysiologisch door optimale timing specitiek & long-term built-up
principes specifiek
- biologische adaptatie
- declining return = verminderde meeropbrengst
- fase 1 = snelle adaptatie <=> fase 2
- zowel bij topathleten als patiënten - hersel
- fase 1 = zakking van fitheid door training
- fase 2 = stijgen van fitheid door herstel
- fase 3 = supercompensatie
- fase 4 = verlies van supercompensatie door detraining
- doel = training tijdens fase 2
methodologische principes van training
- optimale trainings load voor individu
–> genoeg intensiteit geven maar niet te laag volume - progressieve build-up van trainingsload
- wave principle = periodes met hogere & lagere intensiteiten
–> ook lage volumes tijdens competitie periode - duurzaamheid van ontwikkeling
- optimale timing van training (specifieke & niet-specifieke)
- long-term build-up
duurzaamheid van ontwikkeling
- enkel bereiken door consistent trainings programma
- snelle vooruitgang zal ook snel verloren gaan door onstabiele conditie
- verlies van adaptaties tijdens periodes van detraining
- snelheid van detraining is afh van tijd & hoeveelheid
- snelheid van retraining is afh van leeftijd, trainingsachtergrond & trainingstoestand
- als focus op 1 onderdeel moet focus op alle andere minstens onderhouden worden
een trainings opstellen
- classificatie van oefeningen
- algemene oefeningen
- specifieke oefeningen
- competitie oefeningen - trainingseigenschappen
- intensiteit, volume & frequentie
- intensiteit bepalen met RPE rate of perceived exertion
- hogere intensiteiten nodig voor meer getrainde individuen
- een basis moet opgebouwd worden = minimun volume
- omgekeerd evenredig: groei ≈ traningstoestand
onderverdeling van maximale kracht
= maximale vrijwillige contractie
- snelkracht
- explosieve kracht
- startkracht
- dynamisch realisatievermogen van spier - elastische kracht
- explosieve kracht
- startkracht
- reactief realisatie vermogen - krachtuihouding
- anaëroob alactisch
- anaëroob lactisch
- aëroob glycolystisch
specifieke effecten
- relatie maximale kracht & krachtuithouding
- beginnen met training = beide trainen
- maximale kracht blijft stijgen
–> afvlakken van krachtuithouding & uiteindelijk ook daling - trainingsvatbaarheid
- gaus-curve over leeftijden
- maximaal 20-30jaar
- vrouwen altijd minder = minder testosteron
- ongetraind = 60-80% VO2max
- getraind = 70-90%
fysiologische factoren die maximale kracht beïnvloeden
- morfologisch
- fysiologische dwarsdoorsnede
- spiervezeltype verdeling
- optimale beginlengte - neuraal
- intermusculaire coördiantie
- intramusculaire coördinatie - energetisch
- anaërobe alactische stofwisseling
–> maximale flux rate
basisprincipes van maximale krachttraining
- progressieve overload
- graduele toename van belasting
- belasting, herhalingen, snelheid, rustperiode, volume, excentrische/partiele herhalingen, …
- klein toename in volume voor voorkomen van overtraining - specificiteit
- specifieke chronische aanpassingen
- afh van type contractie, snelheid, ROM, spiergroepen, energiesystemen, intensiteit & volume - variatie
- kritisch bij toenemend prestatie niveau
- 1 of meerdere programma variabelen
trainingsmethoden
- variabelen
- contractie vorm: statisch/dynamisch & concentrisch/excentrisch
- intensiteit = belastings- & uitvoeringsmodaliteit
- volume = reps & sets + frequentie
- densiteit = pauzes
- praktijkvariabelen = hoeveelheid, variatie van oefeningen & volgorde
- duur van totale training & trainingsperiode - methoden
- positief dynamisch
- negatief dynamisch
- isometrisch/statisc
- isokinetisch
algemeen positief dynamische maximale krachttraining
- definitie
- overwinnend concentrisch/verkortende & versnellende krachttraining
- 1RM berekenen (direct of indirect)
- bepalen van gewichten
- evalueren van vooruitgang - voordelen
- specifiek beweginspatroon & uitvoeringsmodaliteit
- coördinatie neuro-musculair - nadelen
- weerstand tijdens beweging variëert
- maximale krachtontwikkeling tijdens minst gunstige hoekstand
algemeen types positief dynamisch
- basiskracht methode = submaximale krachtinzet
- hypertrofie methode = uitputtende submaximale krachtinzet
- intramusculaire coördinatie methode = explosieve krachtinzet
- pyramide methode = combinatie methode
- snelheid gecoördineerde methode = continue snellekracht inzet
basiskracht methode
- contractie vorm = concentrisch
- intensiteit = 50-70% 1RM
- aantal herhalingen = 10-20
- aantal reeksen = 3-4
- pauzeduur = 2-4
- modaliteit = vloeiend
hypertrofie methode
- contractie vorm = concentrisch, mogelijkheid van traag excentrisch
- intensiteit = 70-85% 1RM
- aantal herhalingen = 6-20
- aantal reeksen = 3-6
- pauzeduur = 1-2
- modaliteit = langzaam/vlot
intramusculaire coördinatie methode
- contractie vorm = concentrisch (excentrisch)
- intensiteit = 85-100%
- aantal herhalingen = 1-5
- aantal reeksen = 4-8
- pauzeduur = 2-4 = langer voor creatine herstel door maximale inzet
- modaliteit = vlot, explosieve kracht
pyramide methode
- contractie vorm = concentrisch (excentrisch)
- intensiteit = 75 -80 - 85 - 90 - 95 - 100%
- aantal herhalingen = 10 - 8 - 6 - 4 - 2 - 1
- aantal reeksen = 6
- pauzeduur = 3-5 min
- modaliteit = langzaam tot vlot
snelheid gecoördineerde methode
- contractie vorm = concentrisch
- intensiteit = 40-60% ARM
- aantal herhalingen = tot als snelheid niet meer voldoende is
–> proberen binnen de 10-15 te blijven - aantal reeksen = 3-4
- pauzeduur = 2-5 of meer
- modaliteit = zo snel mogelijk
trainingseffecten deel 1
- hypertofie methode = bodybuild
- toename van de dwarsdoorsnede
- toename ATP, creatine & glycogeen intramusculair
- verbering (a)lactische stofwisseling - intramusculaire coördinatie methode = powerlift
- toename prikkelingsfrequentie & actieve motorische eenheden
- daling krachtdeficiet
- toename relatieve kracht
- toename krachtinzet & snelheid
trainingseffecten deel 2
- pyramide methode
- basis = hypertrofie methode
- top = intramusculaire coördinatie
- variatie = dubbel pyramide met afbouw - snelheidgecoördineerde methode
- hypertrofie type II-vezels = selectieve hypertrofie
- toename krachtinzet
- toename contractiesnelheid
- verbetering (a)lactische stofwisseling
volume & intensiteit hypertofie methode
- volume/intensiteit
- te hoog volume = te lage intensiteit
- te hoge intensiteit = te laag volume
- optimale hypertrofie = 70-85% 1RM - getraind vs niet-getraind
- getraind = 80% 1RM & 3 keer per week
- niet-getraind = 60% 1RM & 2 keer per week
volgorde van oefeningen
- volgorde
- grote spiergroepen eerst
- multi-joint voor single-joint
- hoog intensief voor laag intensief
- zwakke oefeningen voor sterke oefeningen - afwisseling
- antagonist/agonist
- boven/onder lichaam
herstel van verschillende methodes
- herstel
- 90-95% // 100%
- hypertrofie: 18-24u // 48-72u
- intramusculaire coördinatie: 18-24 // 72-84u
- snelheid gecoördineerd: 24-36u // 72-84u - waarneembaar effect
- waarneembaar // optimaal
- hypertrofie: 15-18TE // 40-48TE
- intramusculair: 9-12 // 24-32
- snelheid: … / 6-9
- TE = trainingseenheden
model periodes
- model 1
- 1-9w = hypertrofie
- 10-15w = intramusculaire methode
- 16-18w = snelheid georiënteerd - model 2
- 1-5w = hypertofie
- 6-9 = intramusculair
- 9-12 = hypertrofie
- 13-15 = intramusculair
- 16-18 = snelheid georiënteerd