Jaarrekening Week 3 Flashcards

1
Q

Wanneer moet een onderneming zijn balans en winst- en verliesrekening klaar hebben?

A

art. 2:110 lid 2 BW: binnen 6 maanden na afloop van het boekjaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoelang dient een ondernemer zijn administratie te bewaren?

A

art. 52 Awr: 7 jaar

art. 2:10 lid 3 BW

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke regels dienen beursgenoteerde ondernemingen verplicht toe te passen?

A

Voor beursgenoteerde ondernemingen geldt op grond van een Europese Verordening dat zij verplicht de IFRS (International Financial Reporting Standards) zoals goedgekeurd in de EU moeten toepassen voor de geconsolideerde jaarrekening. Ook niet-beursgenoteerde ondernemingen, mogen de IFRS toepassen (art. 2:362 lid 8 BW).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Door wie worden de IFRS opgesteld?

A

Door de International Accounting Standards Board (IASB).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waaruit bestaat het jaarrapport?

Wie moet dit allemaal opstellen en publicieren?

A

Het jaarrapport bestaat uit de volgende onderdelen:

  • De enkelvoudige jaarrekening, bestaande uit de balans en de winst -en verliesrekening alsmede een toelichting op beide;
  • De geconsolideerde jaarrekening, indien de rechtspersoon deze moet opstellen;
  • Het bestuursverslag;
  • De overige gegevens.

Tenzij er vrijstellingen gelden (zie paragraaf 2.9) moeten de rechtspersonen die onder Titel 9 van Boek 2 vallen ieder jaar een volledig jaarrapport opstellen en publiceren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het bestuursverslag en wat staat er in?

A

In het bestuursverslag legt het bestuur zijn opvatting neer over de toestand op de balansdatum en de gang van zaken gedurende het afgelopen boekjaar van dc onderneming en over de maatschappelijke omstandigheden waarvan men afhankelijk is (art. 2:391 BW). In het bestuursverslag worden o.a. mededelingen gedaan omtrent:

  • De verwachte gang van zaken
  • De investeringen;
  • De financiering;
  • De personeelsbezetting;
  • De omzetontwikkeling;
  • De winstgevendheid;
  • De werkzaamheden op het gebied van onderzoek en ontwikkeling;
  • Voornaamste risico’s en onzekerheden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Binnen welke termijn moet en jaarrekening zijn opgemaakt?

A

De jaarrekening moet jaarlijks binnen vijf maanden na afloop van het boekjaar (behoudens een eventuele verlenging met vijf maanden op grond van bijzondere omstandigheden) door het bestuur worden opgemaakt (art. 2:101 jo 2:210 BW). Voor beursvennootschappen geldt een termijn van vier maanden, zonder dat verlenging mogelijk is. De algemene vergadering stelt vervolgens de jaarrekening vast.
De rechtspersoon is verplicht om acht dagen na de vaststelling van de jaarrekening deze te deponeren. Dit moet echter uiterlijk binnen twaalf maanden na balansdatum zijn gedaan (art. 2:394 lid 3 BW).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Noem een aantal aanwijzingen waaraan kan worden afgeleid dat er sprake is van een groepsrelatie.

A
  • Alle activiteiten worden in wezen uitgevoerd ten behoeve van de deelnemende rechtspersoon;
  • Er is zeggenschap, vetorecht of contractueel een doorslaggevende stem waardoor de activiteiten van de rechtspersoon feitelijk beheerst worden door de andere rechtspersoon;
  • Meerderheid van de economische voordelen vloeit naar de deelnemende rechtspersoon.
  • Feitelijk wordt het economische risico voor meer dan de helft gedragen door de deelnemende rechtspersoon.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wanneer is er sprake van een ‘dochter’ onderneming?

A

als ‘overwegende zeggenschap’ kan worden uitgeoefend (art. 2:24a BW).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wanneer is er sprake van een deelneming?

A

De kern van het begrip deelneming is dat de kapitaalverschaffer duurzame band beoogt ten dienste van de eigen werkzaamheid. Een kapitaalbelang van 1/5 of meer van het geplaatste kapitaal wordt vermoed een deelneming te zijn (art. 2:24c BW).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Mag een rechtspersoon van de wettelijke voorschriften voor het inrichten van een jaarrekening afwijken?

A

Ja, indien het inzicht dat noodzakelijk maakt (art, 2:362 4 BW).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat houdt het accrualbeginsel in?

A

Dat de baten en lasten in een jaar worden in de jaarrekening opgenomen, onverschillig of zij tot ontvangsten of uitgaven in dat jaar hebben geleid, art. 2:362 lid 5 BW.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

uit welk artikel kan de consolidatieplicht worden afgeleid=

A

art. 2:406 lid 1 BW = de consolidatieplicht voor het hoofd van de groep
lid 2 = indien er geen hoofd van de groep is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een belegging in een andere onderneming?

A

Dit is een kapitaalbelang in een andere onderneming waarbij het doel van het kapitaalbelang is om zoveel mogelijk beleggingsopbrengsten te verkrijgen (en dus niet samenwerking) (op balans opgenomen onder de post ‘effecten’).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly