Jaarrekeningenrecht week 2 Flashcards

1
Q

Wij zijn de belangrijkste stakeholders die geïnteresseerd zijn in de financiële gang van zaken van een onderneming?

A
het management;
•toezichthouders (bijv. RvC);
•eigenaren van de onderneming (eigen vermogensverschaffers);
•vreemd vermogen verschaffers;
•werknemers(organisaties);
•afnemers en leveranciers;
•de fiscus (fiscale jaarrekening is meestal ≠ bedrijfseconomische jaarrekening);
•actie-en pressiegroepen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Op welke manier kan het resultaat (winst of verlies) van een onderneming worden bepaald?

A

Door een winst-en-verliesrekening op te stellen of door een vermogensvergelijking.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe ziet een vermogensvergelijking van bijv. een eenmanszaak eruit?

A

EV van 1.1.2020+ Winst van 2020 + Privé-inbreng van 2020 –Privéonttrekkingen van 2020 = EV van 1.1.2021

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarmee kan een overzicht worden gegeven van de kosten, opbrengsten en (exploitatie)resultaat van een niet-commerciële organisatie over een bepaalde periode?

A

d.m.v. een staat van baten en lasten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een liquiditeitsoverzicht?

A

en overzicht van ontvangsten en uitgaven over een bepaalde periode.
Ontvangsten = toename van de liquide middelen
Uitgaven= afname van de liquide middelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een kasstroomoverzicht?

A

een kasstroomoverzicht is een overzicht van de liquide middelen die in een periode beschikbaar zijn gekomen en van het gebruik dat van deze liquide middelen is gemaakt.
Het kasstroomoverzicht geeft een verklaring voor de mutatie in de liquide middelen die in een bepaalde periode (meestal 1 jaar) is opgetreden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn voorbeelden van ontvangsten die geen opbrengsten zijn (in dezelfde periode)?

A
  • opnemen van een lening;

* ontvangsten van debiteuren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn voorbeelden van uitgaven die geenkosten zijn (in dezelfde periode):

A
  • uitgave voor de aankoop van een machine;
  • vooruit betaalde verzekeringspremie
  • betaling aan crediteuren;
  • aflossing op een lening
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een voorbeeld van als er geen sprake is van uitgaven en geen sprake is van kosten (in dezelfde periode)?

A

•inkoop van goederen op rekening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een voorbeeld van opbrengsten die welontvangsten zijn (in dezelfde periode)?

A

•contante verkoop van goederen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn voorbeelden van kosten die weluitgaven zijn (in dezelfde periode):

A
  • contant betaalde vrachtkosten;

* de aan het einde van de periode betaalde nettolonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een voorbeeld van opbrengsten die geen ontvangsten zijn (in dezelfde periode):

A

•verkoop van goederen op rekening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn voorbeelden van kosten die geenuitgaven zijn (in dezelfde periode):

A
  • afschrijvingskosten;

* het laten verrichten van diensten op rekening (bijv. factuur ontvangen voor de reparatie van een computer)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly