Juris groot Flashcards

(46 cards)

1
Q

HR Baris/Riezenkamp

A

Hulpmoter arrest, cafe American.

Cassatie: Onderhandelende partijen staan in bijzondere rechtsverhouding tot elkaar die door goeder trouw wordt beheerst.
Zij dienen daarom met elkaars gerechtvaardigde belangen rekening te houden.

Betekenis:
- Partijen moeten over en weer rekening houden met elkaars gerechtvaardigde belangen
- Partijen mogen over en weer uit gaan van de juistheid van verklaringen over en weer
- De precontractuele fase (onderhandelingen) worden beheerst door de uitgangspunten vanR&B.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

HR De Treex/Dexia

a

A

Vraag? Heeft Dexia als professionele dienstverlener in de financiele sector een speciale zorgplicht heeft jegens haar klanten?
Ook als daar niks over staat in wet of ovk?

Ja,** financiële professionele dienstverleners** kennen een bijzondere zorgplicht jegens hun particulieren klanten.
Dit komend om de particulier te beschermen in een asymmetrische machtsverhouding tussen de partijen. Deze zorgplicht strekt zich ook uit tot de pre-contractuele fase en verplicht dus de dienstverlener tot het verstrekken van de juiste info.

Deze zorgplicht reikt alleen zover naar mate van deskundigheid, ervaring van wederpartij en ingewikkeldheid en risicos aan het product.

De zorgplicht van Dexia rijkt verder dan de onderzoeksplicht van De Treex.

Daarnaast andere rechtsvraag of Dexia haar medendelingsplicht j.o. HR Offringa/Vinck naar De Treek had vervult?

Ja, want in de brochures, en andere infromatie was duidelijk gemaakt dat er risico was dat De Treek zijn geld kon verliezen. Daarnaast van De Treek een ervaren belegger van wie zelf ook inspanning mocht worden verwacht. Dexia werkte dus wel ter goeder trouw volgens HR

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

HR CBB/JPO

A

De heersende leer voor pre-contractuele fase.

In** beginselen blijft, afbreken staat partij **vrij in kader van contractsvrijheid. Maar in lijn met Plas/Valburg en Baris/Riezenkamp zijn er beperkingen.

  1. De partijen moeten met elkaars gerechtvaardigd belangen rekening houden. => Baris/Riezenkamp.
    Hiermee ook dus dat** R&B **dit alles beheert.
  2. Tenzij er gerechtvaardigd vertrouwen bestond tot de totstandkoming van de ovk
    - Van belang, in hoeverre de afbrekende partij heeft meegewerkt in het onstaan van dit vertrouwen.
  3. het afbreken van de onderhandelingen naar andere omstandigheden onaanvaarbaar is.
  4. Het gehele verloop van de onderhandelingen, en mogelijke gewijzide omstandigheden.
    - zeker als na andere omstandigheden de partijen zijn verder gegaan met onderhandelen.

HR stelt dat het onstaan van het gerechtvaardigd vertrouwen terughouden moet worden getoets, en de negatieve contractsbelang leidend is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Afgebroken onderhandelingen

A

A koopt grond van B, heeft ontbinden voorwaarden daarin staan als de gemeente niet mee werkt. Gemeente werkt niet mee, A ontbind koop ovk volgens ontbindende voorwaarden. Maar heeft al gebouwd op grond. B verkoopt later aan C, A vordert vergoeding voor gemaakte kosten. (negatief contracts belang)

In casu was afbreken van onderhandelingen niet onaanvaardbaar volgens R&B. Kan A dan wel schadeloosheid vorderen? Dat kan hier omdat er spraken is van** ongerechtvaardigde verijking ex art 6:212 BW.**
Of daar spraken op kan worden gedaan is afhankelijk van de oorspronkelijke koopovk tussen A en B, en de daarbij behorende verlengingsovk toen de gemeente niet meewerkte.

Gemeente die niet wil meewerken arrest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Haviltex

A

Haviltex koopt een machine om bloemen te snijden. In de koopovk is opgenomen dat hij de machine binnen de spannen van een jaar mag teruggeven en dan de gedeeltelijke koopsom terug krijgt.
Haviltex probeert gebruik te maken van dit beding maar de wederpartij weigert de machine terug te geven. Zij stellen dat deze terugname garantie alleen bedoeld is voor bijzondere omstandigheden.

Het beding noemt dat de machine ‘terug geven van de machine’ moet worden geinterpeerteerd. Hoe moet hier uitleg aan worden gegeven.

HR: creeert hier de Haviltext-criterium/norm Het komt neer dat voor de uitleg van een ovk niet alleen naar de taalkundige** verwoording moet worden gekeken maar ook naar:

  • Maar de zin die de partijen redelijkerwijs in de gegeven omstandigheden aan het beding mochten toekennen
  • En wat de partijen ten aanzien van elkaar redelijkerwijs mochten verwachten.

Bij beide kan de maatschappelijke kringen waar zij beide toe behoren en rol spelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

First Data/KPN Hotspot

A

De vraag is of de informatieplicht van art 6:233 sub b BW. Een actieve plicht is?

Is het louter ter internet vindbaar stellen van je av genoeg om ze aan iemand ter hand te stellen?

HR: nee dat is niet genoeg en past niet in het systeem van art 6:233 sub b j.o. art 6:234 BW. De gebruiker heeft een actieve verplichting haar AV ter hand te stellen aan de wederpartij.
Ook als de ovk elektronisch tot stand was gekomen, is ze alleen vindbaar maken online niet genoeg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Geurtzen/Kampstaal

A

Geurtzen sluit een ovk met Kampstaal. In de offerte van Kampstaal staat een exonoratie beding. Geurtzen en Kampstaal hebben in het verleden al eerder ovk gesloten en Kampstaal heeft haar AV gedeponeerd bij bij de rechtbank. En het betreffen metaalunie AV, die dus standaard zijn door de branche.
Er breek brand uit en Geurtzen en wil Kampstaal verantwoordelijk houden, die beroept zich op de exonoratie.

Heeft Kampstaal voldaan aan de informatieplicht van art 6:233 sub b?

HR: ja want de AV waren door partijen al eerder gebruik. Geurtzen heeft kans gehad de AV ter kennis te nemen. Zowel in eerdere ovk’s die gelijksoortig waren, als bij de offerte, als bij de rechtbank.

NB: Daarnaast creeert dit arrest dat een exonoratie beding in een winkel of bedrijfsruimte die duidelijk zichtbaar is voor klanten afdoende kan zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Slachtafval van haas

A

Groothandel importeerd slachtafval van hazen uit zuid amerika. Zij verkopen die aan een etenfabricant voor huisdieren die dit gebruiken. Slachtafval blijkt vervuilt te zijn.

Eiseres wil schadevergoeding voor de geleden schade aan haar bedrijf als gevolg van deze vervuiling. Groothandel beroept zich op haar AV, maar eisers vind dat aan eisen voor ter hand stelling niet is voldaan dus de AV niet geldig zijn. AV waren te vinden op website van groothandel

Rechtsvraag: Is de groothandel een dienst in de zin van 6:230c BW en valt het dus onder de eisen van ter hand stelling?

HR: in lijn met HvJ Appingedam-arrest en de dienstenrichtlijn is de Groothandel aan te wijzen als een dienstverlener. Dus de eisen van 6:230c BW zijn toepasbaar.
Om aan de eis van 6:230c lid 3 te voldoen moeten de AV zonder noemenswaardige inspanning te vinden zijn op de website.

In casu was dat, dus de AV was juist verstrekt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Esmilo/Mediq

A

Twee bedrijven willen een ovk sluiten waarbij zij zich verplichten om de export van medicijnen tot stand te brengen. Echter Mediq trekt zich terug gedurende de onderhandeling. Esmilo vordert schadevergoeding volgens pre contractuele fase en zegt dat er eigenlijk al een ovk was. En wil vergoeding. Hof wijst af want de ovk bestond idd wel maar besloeg iets tegen de formele wet en was daarom nietig uit x art 3:40 lid 1.

HR grijpt in en stelt het volgende. Het feit dat een ovk strekt tot iets dat tegen de formele wet is betekend niet dat het ook direct naar inhoud en strekking tegen de goede zeden of openbare orde is. De openbare orde en goede zeden zijn een appart iets dat niet gelijk staat met de formele wet. Want er zijn veel publiek rechtelijk verboden zonder dat men weet wat de privaatrechtelijke gevolgen daarvan zijn.

Voor een ovk die in strijd is met de formele wet, moet de rechter kijken of die ook in strijd is met de openbare orde. Dit doorde volgende gezichtspunten.

  • Welk belang trachten het geschonden verbod te beschermen?
  • Zijn er fundamentele rechtsregels geschonden?
  • Waren de partijen zich bewust van de schending?
  • Wat is de santie die de geschonde norm stelt?

Hoe zwaarder bovenstaande geschonden zijn hoe sneller tegen de openbare orde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Vano/Foreburghstaete

A

Foreburghstaete koopt een gebouw met in de ovk garanties over de aangekoppelde huurovk van Vano. Deze garanties blijken niet te kloppen en Foreburghstaete vorder vernietiging van de ovk en terugbetaling van de koopsom. ex art 6:228 lid 1 sub a BW
Later vordert zij ook schadevergoeding, gebasseerd op het feit dat Vano tekort is gekomen in nakoming van de ovk. ex art 6:74 Het hof kent beide vorderingen toe.

HR grijpt echter in cassatie in. HR stelt dat het niet mogelijk is dat wanneer een ovk wordt vernietigd, in casu op grond van dwaling, om dan ook schadevergoeding te eisen niet kan Voor het niet nakomen van de ovk. Immers is de ovk waar die schadevergoeding op gebasseerd is vernietigd.
De benodigde rechtsgrond voor de schadevergoeding bestaat op dat moment niet meer en kan ook niet worden gevonden.

Het staat de dwalende wel vrij schadevergoeding ex art 6:162 BW de OD te zoeken.

je kan geen schadevergoeding vorderen als de ovk is vernietigd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Reflexwerking

A

De gelijkstelling van een kleine ondernemer, vereniging of stichting tot een consument wanneer die zich in een wederpartij positie verkeren in AV geschillen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Heesakkers/Voets

A

Op basis van het Unie recht, en de daaraan gekoppelde rechtsspraak legt de HvJ de nationale rechters op om oneerlijke bedingen in consumentenovk ambtshalve te toetsen.

Dit is de unierechtspraak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Bramer/Hofman

A

In casu onstond de vraag of art 6:233 BW, de onredelijke bezwarend beding, en art 6:248 BW, R&B, elkaar in de weg stonden.

Omdat de afdeling vanaf art 6:231 bedoeld is om de rechtspositie van een wederpartij tegemoet te komen. Zou het niet passen als dit betekend dat die geen beroep meer kan doen op R&B. De beide gronden sluiten elkaar dus niet uit.

Het staat dewederpartij vrij om zowel een beding op grond van 6:233 BW te vernietigen als via de gronden van art 6:248 R&B. De wederpartij heeft een elkaar uitsluitende keuze, een of de ander.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Matatag/De Schelde

A

Een rederij en een werf hebben een conflict over een exonoratie beding in de AV. Waarin zij stellen dat zij niet aansprakelijk zijn voor gemaakte fouten van ondergeschikte.

De wederpartij beroept zich op de werking van R&B ex art 6:248 lid 2 BW tegen dit beding. De vraag ontstaat of dit exonoratie beding buiten toepassing moet worden verklaard.

HR: twee bedrijven die beide tot bedrijftaken die regelmatig zaken met elkaar doen kunnen zich niet beroepen op de R&B van een beding. Wanneer door standardisering dergelijke exonoratie bedingen behoren tot een allerdaagse verschijning in de bedrijfstakken. Dit maakt dat er geen beroep kan worden gedaan op de onaanvaardbaarheid van het beding,

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

CAO-norm

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

DSM/Fox

A

In de zaak DSM/Fox gaat de HR in op de overgang tussen de COA-norm en de haviltex norm.
Onderhevig was een geschil tussen een pensioenfonds en een werknemer. De vraag was of het beding in kwestie aan de hand van de objectieve maatstaf van de COA-norm moest worden uitgelegd of aan de hand van de Haviltex-norm.
De rechtbank behandelde in eerste instante aan de hand van de CAO-norm omdat het de rechtspositie bepaalde van een derde die niet betrokken was bij de tot stand koming van het beding.

HR: stelde dat dit niet juist was. De Haviltex norm en de de CAO-norm waren niet tegenover gesteld namelijk maar gaam gelijdelijk in elkaar over. De Haviltex-norm sluit het gebruik van de objectieve maatstaf niet uit, evenmin sluit de CAO-Norm niet de de afweging van de partijbelangen uit. Het moet worden afgewogen als een geheel met speciale in achteneming van:

  • de context van het gehele onderhavige regelement
  • Het breedere systeem waar deze bepaling onder valt
  • De eisen van R&B.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Effect van DSM/Fox

A

Als een beding interpetatie moet gebeuren is het van belang om te kijken naar of de rechtspositie van derde zijn betrokken.

  • als dat zo is meer richting CAO-norm leunen
  • Als dat niet zo is meer richting Haviltex met inachtneming van Lundiform/Mexx.
  • Lundiform/Mexx, bij groote commerciele ondanks CAO nog steeds kijken naar de partijbedoelingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Royal & Sun Alliance/Universal Pictures

A

In de zaak staat centraal of Universal zich kan beroepen op een vervalbeding in een verzekering opgenomen die een termijn stelt aan de mededelingsplicht van schade door Royal & Sun Alliance. In casu stond vast dat Royal & Sun alliance inderdaad te laat had gemeld.

HR: Stelt het volgende. Aangezien Universal slechts geringe mate van nadeel heeft geleden zou het in de ogen van de HR niet in lijn zijn met art 6:248 BW en de eisen van R&B.
Echter geeft het wel toe dat Universal zich kan beroepen op het verval beding uit de verzekering. Zij past dan ook aty 6:248 lid 2 BW derogerend toe.
cq, het verval beding wordt toegepast in verhouding met de geringe geleden nadeel van Universal als gevolg van de late melding. In casu werdt het verval beding voor 10% van de schade toegepast. De rechter kan dat op grond van art 6:97 zelf bepalen.

In andere woorden, een beding kan derogerend worden beperkt via art 6:248 lid 2 BW als het volledig toepassen ervan niet in lijn zou zijn met R&B in verhouding met de geleden schade van de partij die het beding inroept. De rechter mag zelf de beperking bepalen ex art 6:97 BW.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Goglio/SMQ

A

In casu hebben Goglio en SMQ een duurovereenkomst omtrent een licentie voor het maken van verpakkingsmateriaal voor eten. Deze ovk had een duur van 15 jaar.
SMQ zegt de ovk op en vordert de afgesproken betalingen daarvoor zoals vastgesteld in de ovk. De vraag die centraal staat had SMQ naar maatstaven van R&B de ovk mogen opzeggen?

HR: centraal staat het beginsel van de contractsvrijheid van partijen en mogen die duurovk dus tussentijds opzeggen. Dat geld ook voor ovk’s van onbepaalde tijd. (zie batavus/vriends tweewielercentru, laat zien dat iets een duur ovk kan zijn zonder dat dat expliciet is onderhandeld) De opzegging wordt dus in begin bepaald door contractsvrijheid en de in de ovk opgenomen bedingen die ertoe strekken.

Maar op grond van R&B ex art 6:248 BW kan het zijn dat naar aard, inhoud, omstandigheden een geval met zich mee kan brengen dat zomare opzegging niet in lijn is met R&B.
Om te bepalen of de opzegging in lijn in met R&B moeten de volgende 3 factoren worden meegewogen:
1. een bepaalde opzegtermijn
2. opzegging gaat gepaard met een schadevergoeding
3. de opzegger heeft een zwaarwegende grond voor de opzetting.
(lijkt op CBB/JPO)

19
Q

Kinheim/Pelders

A

Hier waren er schroefonderdelen van printers gekocht door Kinheim bij Pelders. Deze bleken echter niet goed te zijn en Kinheim liep schade op, en zij vorderen daarvoor een schadevergoeding. Het hof oordeelde dat nakoming nog mogelijk was.

HR: Als prestatie in principe nog openstaat voor nakoming of herstel is daar in principe verzuim voor nodig. Op de vraag of deze nakoming nog mogelijk was kan niet direct los worden gezien van de geleden schade. Als nakoming van de schuldenaar niet de schade hersteld die nu is geleden door de ondeugdelijk prestatie alsof er in eerste instantie deugdelijk was gepresteerd. Dan moet dit worden beschouwd als een blijvende onmogelijke nakoming in de zin van art 6:74 jo art 6:81 BW.

Anders gezegd: Een ondeugdelijke prestatie die redelijkerwijs niet meer te herstellen is. Staat gelijk aan een nakoming die blijven onmogelijk is zonder de noodzaak tot verzuim.

20
Q

Fraanje/Alukon

A

In de casu sloot Fraanje een ovk met Alukon voor het plaatsen van aliminium kozijnen in een te bouwen sportcomplex door Fraanje. Alukon presteert niet binnen de afgesproken termijn. Alukon zou niet de juiste zaken leveren in tijd. Fraanje eist verwijdering van de foutieve presatie binnen 5 dagen en nakoming binnen 3 weken.
Fraanje ontbind de ovk buitenrechtelijk en een derde plaats uiteindelijk de kozijnen.

De rechtsvraag die ontsaat is, wat is een redelijk termijn onder art 6:83 BW die Alukon had moeten krijgen tot nakoming?

HR: stelt dat de opsomming van art 6:83 BW voor verzuim zonder ingebreken stelling niet limititief is maar ook naar R&B moet gebeuren.

Of een termijn redelijk is hangt af van de omstandigheden van de casus en de gebruikelijkheid van dergelijk zaken binnen de branche waar zij actief zijn. Ook de door de schuldernaar gewekte verwachting speelt mee. (Baris/riezenkampt in werking)
Het termijn mag korter zijn als de niet nakomende partij al reeds een afgesproken termijn heeft geschonden of al een keer is gesommeerd.

21
Q

Eigen Haard

A

In casu had een man een deel van zijn woning onderverhuurd aan een jong gezin dat anders op straat was gekomen. Vast staat dat hij tekort is gekomen in zijn ovk ten opzichten van de woningcorporatie Eigen Haard.

De vraag is of Eigen Haard de ovk mag ontbinden op basis van art 6:265 BW of dat de tenzij clausule uit het art hier tegen de ontbinding berschermd.

HR: de ‘tenzij clausule’ moet niet met een terughoudendheid worden getoets. Maar in beginsel is elke tekortkoming wel grond voor ontbinding.

Om te bepalen of de tenzij clausule op gaat moet de tekortkoming een voldoende gewicht recht zijn. Alle gegeven omstandigheden moeten worden mee gewogen.

In casu was ontbinding niet gerechtsvaardigd omdat de huurder een familie van straat haalde en anderzijds de ontbinding en beide op straat liet belanden.

22
Q

Van der Steeg/Rabobank

A

In de casus had de Rabobank haar zorgplicht geschonden jegens een klant. Ex HR De Treek/Dexia.
Maar de vraag was of zij nadat zij erachter was gekomen dat Rabobank dat had gedaan zij optijd had geklaagt ex art 6:89 BW. Heeft zij ‘binnen bekwame tijd na ontdekking of redelijkerwijs had moeten ontdekken’ geklaagd bij de Rabobank?
In casu waren er ong 3 jaar verstreken.

HR: stelt dat om te bepalen of aan de** bekwame tijd** van art 6:89 is voldaan er moet worden gekeken of de schuldenaar daadwerkelijk nadeel heeft geleden door het laten melden.
Dit betekend dat hij het rechtsgevolg van het gevolg van laat klagen moet afwegen tegen over het geschade belang doordat er te laat is geklaagd
Alle betrokken belangen moeten worden afgewogen om bekwame tijd te bepalen. Waaronder:
- Aard en inhoud van rechtsverhouding
- aard en inhoud van de prestatie
- aard van het gestelde gebrek

Onderzoeksplicht: Je hebt natuurlijk wel een onderzoeksplicht. Maar de gegeven tijd daarvoor is gekoppeld aan de ingewikkeldheid van het te onderzoeken.

In casu was het binnen redelijk termijn omdat de zelfde mensen nog werkte bij Rabo en zij alle data nog hadden. Hun daadwerkelijk nadeel was dus beperkt.

23
Q

Beeldbrigade/Hulskamp

A

TV producent koopt een computerprogramma voor montage.
Er ontstaat een dispuut ern de vraag is of er een koopovereenkomst is ontstaan onder 7:1 BW of een licentieovk.

HR: er kan spraken zijn van een koopovk bij software als je onbeperkt gebruikersrecht verwerft en niet een termijnsbetaling doet per periode.
Als er spraken is van een maandelijkse betaling is het een abbonoment en geen koopovk.

24
Oldtimer
Iemand koopt een oude Citroén oldtimer met de intentie deze actief te rijden. 15 maanden na de koop moet de auto APK gekeurt worden. Hij blijkt gevaarlijk te zijn doorgeroest en dat was verborgen door de verkoper. De koper wil van de ovk af op basis van non-conformiteit ex art 7:17. Kan dat? HR: Als de **verkoper zich bewust** was van het feit dat een **bepaalde eigenschap niet deugde** maar dat dat **eigenschap essentieel** was voor het **gewenste gebruik** van de koper. In casu: deel nemen in het verkeer maar auto verroest en daarmee gevaar in het verkeer. **Dan heeft de verkoper een non-conform goed geleverd. ** art 7:17 gaat op. Natuurlijk niet zo als was afgesproken dat de auto voor andere doeleinde dan rijden werdt gekocht zoals tentoonstellen.
25
Scaramea/Telfort
Partijen sluiten over een weer een ovk voor de aanleg van netwerk VISP.Telfort zou dit VISP gaan bouwen. Telfort kan blijkt eigenlijk helemaal niet leveren maar heeft een **exonoratiebeding** die haar leiding vrijstelt van **bewuste roekeloosheid.** Scaramea wil dat beding buiten toepassing verklaren ex art 6:248 lid 2 BW want het is tegen R&B. HR: stelt dat telfort zich **schuldig** heeft gemaakt aan **bewuste roekeloosheid** en dat zij zo **onzorgvuldig** heeft gehandeld naar Scaramea dat het **inderdaad in strijd is met R&B**. Ergo: als je bewust onzorgvuldig en roekeloos bent kan een exonoratie beding je niet redden.
26
Hauer/Monda
Partijen hebben een eenheids boetebeding afgesroken in en koopovk voor een camping bij uitblijven van nakoming. (boete voor 1 bedrag, geen rekensom) Over en weer worden vorderingen ingesteld. Monda wil geen boete betalen en roept matiging in op grond van art 6:94 BW. Rechtsvraag: moet de rechter dergelijke bedingen altijd matigen? HR: nee een eenheidsboete beding hoeft niet altijd gematigd te worden dooor de rechter. Dat behoeft alleen wanneer in strijd met de R&B (6:248). En we weten dat 6:248 terughouden moet worden toegepast op grond van contractsvrijheid en pacta sunt servanda.
27
Kribbenbijter
Iemand had onder volmacht een paad gekocht dat een kribbenbijter bleek te zijn. Was de tussenpersoon zelf gebonden tot de ovk of was de principaal (achterman) gebonden tot de overeenkomst. Want de wederpartij wilde een schadevergoeding. HR: is is beslissend voor een volmacht wat de partijen over en weer hebben verklaard en wat zij over en weer van** elkaars verklaringen en gedragingen mogen afleiden.** Als de wederpartij wist dat hij met een tussenman handelde kan hij alleen een de principaal aanspreken.
28
Fujitsu/Excel
Ruzie over of een ovk wel of niet was verlengd door een dochteronderneming. Beetje vaag verhaal Vraag ontstond of er een gerechtvaardigd vertrouwen was ontstaan dat de tussenpersoon (dochterondeneming) mocht handelen. HR: Als de wederpartij heeft mogen vertrouwen dat de pseudo-gevolmachtigde bevoegd was kan worden beoordeeld op grond van feiten en omstandigheden die voor het risico komen van de niet vertegenwoordigde principaal. Ergo: als door jouw fout of slordigheid iemand zich kan vertegenwoordigen. Dan komt het risico jouw tegoed.
29
ING/Bera
De ING en een surinaams holding Bera hebben een geschil. Grondslag is of de handelingen van een pseudo-vertegenwoordiger te name komen van de pseudo-principaal. art 6:61 lid 2. HR: Stelt dat als het vertrouwen bij de wederpartij dat er een volmacht is tot standkomt op grond van feiten die tot het risico van de principaal komen. Is het aan de principaal toe te wijzen. Ergo, lijkt sterk op Fujitsu/Excel
30
Blaauboer/Berlips
Casus: Blaauboer heeft een kavel gekocht van berlips. In de koopovk stond dat Berlips de aanliggende weg zou verhogen. Berlips verkoopt de weg voordat hij de weg heeft verhoog. Blaauboer wil schadevergoeding maar Berlips stuurt hem naar de partij die de weg heeft gekocht. HR: Stelt dat je in het vbr niet een derde kan binden zonder zijn expliciete instemming als zijn rechtspositie daardoor verslechterd. Het is de grondslag hiermee voor de derde berscherming. Een beding ten gunste van een derde kan wel, maar niet ten nadelen. In casu bleef Berlips verantwoordelijk voor het ophogen van de weg.
31
Jans/FCN
Jans huurkoopt een twee hands auto bij Fiat Credit NL (FCN). Aan de huurkoopovk zit ook een financieringsovk gebonden met FCN. Hierbij blijkt echter de auto beschadigd te zijn en Jans ontbind de ovk. Jans stopt vervolgens met het verder afbetalen van de lening. FCN vordert vervolgens de openstaande geldsom uit de financieringsovk. Want de ontbinding sloeg alleen op de huurkoopovk. Kan FCN dit doen? HR: Als er twee afzonderlijke ovk zijn gesloten maar deze zo onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden dat als de ontbinding of vernietiging van de ene niet anders kan dan leiden tot de ontbinding of vernietiging van de ander. Volgt dit vanzelf.
32
Curacao/Boye
in casu had Boye een deal gesloten met Acru voor het afstaan van winst uit delftstoffen. Acru verkoopte daarop de grond waar dit beding op sloeg aan Curacao. Boye vordert vervolgens OD of alsnoge afdraging aan Curacao voor deze winst uit delftstoffen vanwege de eerder bestaande deal met Acru. HR: Selt dat je dat niet zomaar kan doen. VBR kent derde berscherming en Curucao kan niet verantwoordelijk worden gehouden voor de gedraging van Acru. Om te kunnen spreken van een wanprestatie van Curacao jegens Boye moet naast de wetenschap dat er een dergelijk beding bestaat ook de volgende zaken spelen. 1. koper moest kennis hebben van beding 2. had de koper invloed op de wanprestatie die de verkoper pleegde. (had curacao invloed uitgeoefend om de verkoop te laten gebeuren en acru wanprestatie te laten plegen?) 3. De ernst en de schade die de derde lijdt als gevolg van de wanprestatie. (gevolg voor Boye)
33
Citronas
Een transport bedrijf van citroenen heeft een exonoratie beding in de AV staan. Zij gebruiken voor het vervoer weer een ondervervoerder. het bedrijf voorwie de citroenen zijn wil de onderaanvervoerder aansprakelijk stellen voor schade. Kan de ondervervoerder zich beroepen op het exonoratie beding van de bovenliggende transporteur? HR: **In beginsel werkt een ovk alleen tussen de partijen die hem hebben gesloten**. Blaauboer/Berlips/ Maar als de bedrijven handelen in uitvoering van hun bedrijf, en er voldoende rechtvaardiging is voor de ondergeschikte om te mogen aannemen dat zij beschermd worden onder het beding. **Er moet bepaald vertrouwen zijn dat het exonoratie beding ook strekt tot berscherming van de ondergeschikte.**
34
Interpolis
In casus liet de verzekeraar Interpolis iemand volgen om te kijken of die persoon had gelogen op zijn claim om het mogelijk terug te vorden. Man bleek inderdaad te hebben gelogen en verder okee te zijn. Maar de man beroept zich erop dat de verzekeraar onrechtmatig heeft gehandeld door een inbreuk op zijn privesfeer, HR: Het intieme onderzoek van Interpolis was een inbreuk op de eerbiedige levensfeer van de man en in onrechtmatig. Of de ingeroepen rechtvaadiginggrond van de verzekeraar genoeg is, want zijn belang is het juist toe en ont kennen van verzekeringspremies of fraude te voorkomen zwaarder weegt dan de inbreuk op eerbiedigheid en de persoonelijke levensfeer. Omdat door het ondezoek Interpolis ook de gedragscode van het verbond van verzekeraars heeft geschonden. Die invulling geeft aan hoe belangen moeten worden afgewogen. En tracht aan te sluiten bij wettelijke eisen en plichten. Weegt de rechtvaardigingsgrond niet op tegen de geschaade rechten van de man en heeft Interpolis onrechtmatig gehandeld. CQ: Hieruit blijkt dat bewijs buiten beschouwing kan worden gelaten wanneer het op grond van gedragscodes onrechtmatig is verkregen. Dat druist in tegen de maatschappelijk betaamelijkheid. Om te bepalen of dat het geval moet je kijken naar de afweging van het geschade recht, mogelijke industriestandaarden en wat die willen doen en de
35
NVM Meetinstructies
UItbreiding van Interpolis arrest. De makelaars hebben een standaard voor het juist opmeten van huizen. Een koper constateerd dat de makelaar dit niet juist heeft gedaan. En dient een klacht in. Is er hier spraken van OD en hoe zit het met de klachtplicht? HR: Een klachtplicht bestaat niet bij OD Je moet kunnen vertrouwen op wat de makelaar zegt (Baris/Riezenkamp) Er is een gedragscode bij makelaars die de fout marge bepaald. In casu was hier spraken van OD omdat het in strijd was met de betaamelijkheid omdat de makelaar zich niet aan de normen en gedragscode van NVM had gehouden.
36
Afzinkkelder
Niet te verwarren met kelderluik. In casu werdt er een afzinkkelder gebouwd bij een woning. Tussendoor werdt er vanwege een fout een bouwstop gehoude. Er werden maatregelen getroffen tegen de fout en er werdt vervolgens weer verder gebouw. Maar er ontstond zaakschade, in de vorm van scheurvorming bij de woningen van de buren. Vraag die ontstond, is er onrechtmatig gehandeld jegens de buren? HR: Alleen het bestaan van zaaksschade is opzich zelfstaan niet genoeg om onrechtmatigheid vast te stellen. De bouw gebeurde verder wel zorgvuldig. En er werdt verder geen inbreuk gedaan op iemand zijn subjectieve recht. Maar toch moet de herstelschade ten kosten van de aannemer komen. Om dit te bepalen of er onrechtmatigheid is geweest vanwege voorzienbaarheid van schade geeft de HR die gezichtspunten. - de werkzaamheden waren alleen in het belang van de bouwer en niet in die van degene die zaakschade opliep - De schade is het gevolg van wat zij in het maatschappelijke verkeer niet zouden behoeven de dulde. - Het is aan de aannemer om zich te verzekeren voor dit soort dingen, niet de derde die schade lijdt.
37
Vermeulen Lekkerkerk
Het hebben van een vergunning betekend niet dat er geen spraken kan zijn van een onrechtmatige daad. In casu ging het over een vuilnisbelt. Aansprakelijkheid ondankt een een vergunning op grond van 5:37 jo 6:162 is mogelijk afhankelijk van. - ernst van de hinder - omstandigheden van de hinder
38
Deloitte/Hassink
In het arrest vraagt de accountant Hassink aan deloitte advies. In het advies dat zij geven missen ze alleen een optie waardoor Hassink meer geld had kunnen besparen. Hij vordert schadevergoeding voor het bedrag wat hij nu niet heeft bespaart. HR: stelt dat hier geen spraken was van proportionele aansprakelijkheid omdat het niet zeker was of Hassink daadwerkelijk gebruik zou maken van de alternatieve optie. Zij zeggen dat daarom de kans dat dit gebeurde moet worden verdisconteerd in de hoogte van de schade vergoeding. Deze rechtsleer wordt de kansschade genoemd.
39
Nefalit/keramus
Arrest betreft hypothetische schade. Karamus overlijd aan kanker. Dit kan komen of door zijn werk met astbest of door het leven lang te hebben gerookt. Er ontstaat hier dus alteratieve causaliteit. HR: als het onduidelijk is of de ontstaande schade eigen schuld is of komt door de andere moet de aansprakelijkheid percenteel worden verdeeld. Dit moet echter terughoudend gebeuren En in lijn met 6:99 en 6:101
40
Tennet/ABB
Er was spraken van een vordering gebasseerd op een kartelverbod schending van ABB. Tennet vorderd schadevergoeding op grond daarvan. ABB verweert dat Tennet het toch al had doorberekend naar de klanten dus dat art 6:100 BW dat in de weg stond. Want de rekensom zou op nul uitkomen. HR: stelt dat de redelijkheidsmaatstaf van 6:98 dezelfde is als die van 6:100. Beide moeten zij worden behandeld aan de hand van CSQN En dat het wezenlijk weinig uitmaakt of je gebruik maakt van 6:97 of 6:100 voor het vaststellen van de schade.
41
Des-Dochters
Dochter die ernstie klachten had ontwikkeld door foutieve medicatie. Maar het was onduidelijk welke producent de medicatie had gemaakt. Causaliteit kan van verschillende kanten komen en de CSQN is niet eenduidig vast te stellen. Volgend uit art 6:99 maakt het het mogelijk om wanneer de eenduidige schuldenaar niet te vinden is. Alle mogelijke schuldenaar aansprakelijk te stellen. Dit is bedoeld om slachtoffers sterk te berschermen. De schuldernaren mogen onderling regres nemen over de verhoudingen. Maar zijn naar de eiser alle hoofdelijk aansprakelijk.
42
Pelowski/Vernooy
Zorgplicht van werkgevers. art 7:658 De zorgplicht van een werkgever is een acieve, hij moet zoveel mogelijk doen om te voorkomen dat er schade wordt geleden. Dit betekend ook dat als hij van zijn aansprakelijkheid afwil hij een moet aantonen dat de werknemer bewust roekeloos of met opzet heeft gehandeld. Dit is een strenge toets. HR stelt dit - werknemer moet zich daadwerkelijk bewust zijn dat zijn gedraging roekeloos is - de schade moet in belangerijke maat het gevolg van zijn gedraging zijn - en de werkgever zijn tekortkoming moet in het niet vallen. Er kan hem dus eigenlijk geen verwijt worden gemaakt.
43
Aardbeving schade
Gaat over de schade omtrent de aardgasboringen in Groningen. De rechter stelt vast dat de overheid omrechtmatig heeft gehandeld ten opzichte van haar burgers want: - causaal verband - niet voldaan aan kelderluik criteria - oog houden op trias politica Schade vergoeden omtrent matrieele schade aan gebouwen, compensatie voor waardevermindering als gevolg van toekomstige bevingen, gedorven woongenot, mogelijk smartengeld door de aantasting van de persoon.
44
Notaris
oordelen dat het moment waarop de gebeurtenis waartoe de vordering tot schade strekt moet worden vastgesteld op het laatste moment dat de notaris voor inschrijving van de akte er iets aan had kunnen doen voordat hij tekort zou schieten in zijn nakoming. Last possible moment
45
Financieel Adviseur
Het vaststellen van het verjaringstermijn voor het weten dat hij kan vorderen op het moment dat hij daar de kennis van heeft gekregen via juridische advies of van een rechtelijk oordeel. Iemand kan het dus pas weten dat hij mag vorderen op het moment dat een jurist of rechter dit bevestigd.