KA1: De levenswijze van jagers en verzamelaars Flashcards

1
Q

Hoeveel jaar geleden en waar ontstond het geslacht ‘mens’?

A

Oost-Afrika, zo’n 2,5 miljoen jaar geleden. (eerste verhuizing geslacht Homo)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe lang bestaat de soort ‘Sapiens’ waarschijnlijk?

A

200.000 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Op welke momenten in de tijd kwamen de Sapiens waar terecht? 2e verhuizing.

A

120.000 jaar Midden-Oosten 60.000 jaar Azië, Indonesische eilanden, Australië 45.000 jaar Europa + ws. de America’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wie waren De Neanderthalers? Naam? Hoe uitgestorven? Vermenging?

A

Mensen uit Europa, Neanderdal, ws. vermoord door Sapiens OF uitgestorven door klimaat, maar vermenging heeft ook plaatsgevonden. 4% DNA in huidige Sapiens.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoeveel jaar geleden was Sapiens de vermoedelijk enig overgebleven mensensoort?

A

Ca. 30.000-20.000 jaar geleden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een historici?

A

Iemand die de ontwikkeling van de menselijke cultuur bestudeert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat betekent Paleoantropologie?

A

Studie van de biologische ontwikkeling van mensensoorten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat doen archeologen?

A

bestuderen uitsluitend ongeschreven bronnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is antropologie?

A

Wetenschap van de mens en zijn eigenschappen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat verstaan wij onder de prehistorie? (in de schoolboekjes dan)

A

(voorgeschiedenis) periode waarover geen geschreven bronnen ontstaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Vanaf wanneer laten wij de geschiedenis van mensheid ingaan?

A

200.000 jaar geleden. Verhuizing Sapiens.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke drie tijden kent de prehistorie?

A

Steentijd, Bronstijd en IJzertijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

De steentijd duurt wel erg lang en mede door de ontwikkeling van de landbouw en verandering van nomadische jager-verzamelaarscultuur naar een boerencultuur met vaste woonplaatsen, hebben ze deze tijd verdeeld in drie stukken. Noem ze alle drie en geef een kenmerk van die tijd weer.

A

*Paleolithicum → oude steentijd (jager en verzamelaars) *Mesolithicum → overgangsperiode naar een boerencultuur *Neolithicum → nieuwe steentijd (landbouwers)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waar en hoe lang geleden ontstonden de eerste landbouwculturen? En in Nederland?

A

10.000 jaar geleden in het Midden Oosten 5300 vC. in NL

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

De prehistorie eindigt op verschillende plaatsen op verschillende momenten dankzij het schrift. Noem twee plaatsen en wanneer was dat?

A

*Overstromingsgebied van de grote rivieren van Irak tot Egypte ontstond het schrift rond 3000 v.C. Noordwest-Europa geschriften begin jaartelling door de Romeinen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Ongelijktijdigheid heeft voor de wetenschap voordelen. Noem 2 belangrijke voordelen.

A

* Afvragen of de steentijdjagers dezelfde jachtmethodes toepasten als die van tegenwoordig. *Afvragen of men langs deze weg ook iets te weten kan komen over hun denkbeelden = vergelijkende antropologie/ etnoarcheologie.

17
Q

Met welk materialen werden er ook nog voorwerpen gemaakt? (3)

A

*Hout, been en gewei (in de grond niet goed bewaard gebleven)

18
Q

Waarom is het niet aannemelijk dat Jagers het grote wild niet zelf vingen, maar meer als verzamelaar aten van karkassen van groot wild?

A

Eten van aas gevaarlijk voor mensen, micro-organismen gestorven vlees al gauw vergiftigen.

19
Q

Uit vondsten bleek dat J&V wel degelijk op groot wild joegen. Noem drie argumenten die dit bekrachtigen.

A

*Deelden dit zelfs met oudere menssoorten. *Vereiste grote capaciteit op gebied van instrumentarium, planning, communicatie en coördinatie. *Drijfjacht een van de methodes; kuddes naar een versmalling drijven en daar door jagers met speren opgewacht.

20
Q

Hoeveel x meer heeft de mens hersenvolume dan op grond van lichaamsgewicht mag worden verwacht?

A

5x

21
Q

Wat zijn de twee energieverslinders?

A

Hersenen en spijsverteringskanaal

22
Q

Hoe ging er meer energie naar de hersenen? Welke evolutietheorie hang hier aan vast?

A

Inkorten spijsverteringskanaal door koken van plantaardig voedsel (wordt sneller verteerd), maar ook door eten van vlees (wordt ook sneller verteerd). Gevolg: meer energie voor de hersenen, dus grotere hersenen.

23
Q

Hoe was de verdeling tussen man en vrouw geregeld?

A

*Man gemiddeld meer spierkracht en bewegingsvrijheid niet belemmerd door zwangerschap en borstvoeding. *Vrouw verzamelde het plantaardige voedsel.

24
Q

Wat zijn primaten?

A

De orde van zoogdieren waartoe mensen, mensapen, apen en halfapen behoren.

25
Q

Noem drie dingen die ook sterk naar boven kwamen in de logische rolverdeling tussen man en vrouw.

A

*sterke individuen meer zeggenschap over zaken als voedsel en voortplanting. *Succesvolle jagers genoten aanzien. *Kracht en aanzien bepaalde de overheersende positie van de man.

26
Q

Uit welke deel van de steentijd stammen prehistorische kunstuitingen? Hoe oud zijn deze? En wat was klaarblijkelijk het doel?

A

Laatste periode steentijd. 30.000 jaar oud. Via rituele voorwerpen en afbeeldingen in tijden van schaarste de vruchtbaarheid van mens en dier vergroten. En te zorgen dat er voldoende jacht was.

27
Q

Noem drie kenmerken van de kunstwerken in grotten!

A

*In de grotten slechte lichtomstandigheden en uit het hoofd. *Soms verrassend natuurgetrouw. *Soms schematische weergave.

28
Q

Vertel iets over symbolisch denken en taal.

A

Eerst gedacht dat alleen homo sapiens vanaf 40 000 jaar geleden symbolisch konden denken. Maar nu ook gedacht van de neanderthalers of misschien eerdere mensachtige. Symbolisch denken verbonden met taal. Waarschijnlijk neanderthalers evenveel taal als de vroege homo sapiens.

29
Q

Wat is het verschil tussen het achterlaten van het overleden lichaam bij de Neanderthaler en Sapiens?

A

Neanderthaler lieten lichaam achter (net als dieren) Sapiens begon doden te begraven

30
Q

Verklaar waarom er een geloof was in het hiernamaals.

A

Dode kregen bepaalde dingen mee: Sieraden, gebruiksvoorwerpen of kleding. • Ook gebruik rode kleurstof bij het grafritueel. Hiermee indruk gewekt dat mensen geloofden dat de doden die dingen nodig had.

31
Q

Verklaar kannibalisme bij Sapiens en Neanderthalers.

A

Reden hiervoor kan zijn dat men de levenskracht van overlevenden toe wilden eigenen.

32
Q

Wanneer en waar heeft men De Chauvet-grot ontdekt?

A

1994 in de Ardeche

33
Q

Hoe oud zijn de afbeeldingen in de Chauvet-grot geschat en wat voor afbeeldingen? En wat is er bijzonder aan?

A

31.000 jaar. Bizons, mammoeten, holenberen, paarden, herten, onderlijf vrouw. Ook afbeeldingen van NIET jachtwild, zoals neushoorn, leeuwinnen, panters en uilen.

34
Q

Verklaar de voet en handafdrukken op de wanden in de Chauvet-grot.

A

Wellicht om met andere wereld in contact te komen.

35
Q

Wanneer is het Mannetje van Willemstad gevonden en hoe oud is het ws?

A

1968, 7500 jaar oud.

36
Q

Noem vier mogelijke manieren waarvoor het mannetje van Willemstad gebruikt werd?

A

*Portret persoon? *Stelde een godheid voor? *Rol bij (godsdienstige) ceremonie? *Speelgoedpopje? (Te simpel voor archeologen).

37
Q

Welke vergelijking wordt gemaakt bij het mannetje van Willemstad met de rituelen uit Noord-Amerika en waar kan dit op duiden?

A

Totempaal ‘Sjamanistische’ rituelen: *Inwijding van jongens in de mannenwereld. *Vruchtbaarheidsrituelen. *Begrafenisceremonies.