kap 5 Flashcards
(62 cards)
1
Q
automonteur
A
automechaniker
2
Q
beroep
A
beruf
3
Q
bijbaantje
A
nebenjob
4
Q
politieagent
A
polizist
5
Q
drrom
A
traum
5
Q
kapper
A
friseur
5
Q
mens
A
mensch
6
Q
verkoper
A
verkaufer
7
Q
verpleegkundige
A
krankenfleger
8
Q
automonteur
A
automechanikerin
9
Q
mbo
A
berufsschule
10
Q
kapster
A
friseurin
11
Q
keuze
A
wahl
12
Q
opleiding
A
ausbilding
13
Q
toekomst
A
zukunft
13
Q
politieagente
A
polizistin
14
Q
verkoopster
A
verkauferin
15
Q
verpleegkundige
A
krankenschwester
16
Q
wereldreis
A
weltreise
17
Q
werk
A
arbeit
18
Q
buitenland
A
ausland
19
Q
stage
A
praktikum
20
Q
vak
A
fach
21
Q
zaak
A
unternehmen
22
azie
asien
23
beginnen
anfangen
24
dromen
traumen
25
zich interesseren voor
sich interessieren fur
26
geven
geben
27
houden
halten
28
kiezen
wahlen
29
laten
lassen
30
leren voor
lernen fur
31
lezen
lesen
32
lopen
laufen
33
luieren
faulenzen
34
samenwerken
zusammenarbeiten
35
twijfelen
zweifeln
36
vakantie houden
ferien machen
37
verdienen
verdienen
38
werken
arbeiten
39
zien
sehen
40
bijvoorbeeld
zum beispiel
41
binnen
drinnen
42
gelukkig
glucklich
42
buiten
draussen
43
klaar
fertig
44
later
spater
45
nu
jetzt
46
precies
genau
47
succesvol
erfolgreich
48
tevreden
zufrieden
49
waarschijnlijk
wahrscheinlich
50
zelfstandig
selbststandig
51
vmbo
hauptschule
52
helpen
helfen
52
havo
realschule
53
leuk vinden
gefallen
54
nemen
nehmen
55
rijden
fahren
56
gemakkelijk
leicht
57
moeilijk
schwierig
