kap 6 Flashcards
(49 cards)
1
Q
ambulance
A
krankenwagen
2
Q
excursie
A
ausflug
2
Q
diefstal
A
diebstahl
3
Q
gewonde
A
verletzte
4
Q
id
A
ausweis
4
Q
sport
A
sport
5
Q
vereniging
A
verein
6
Q
brandweer
A
feuerwehr
7
Q
hulp
A
hilfe
7
Q
hulporganisatie
A
hilfsorganisation
8
Q
mening
A
meinung
9
Q
nood
A
not
9
Q
politie
A
polizei
10
Q
vrijwilligerswerk
A
ehrenamtliche arbeit
11
Q
belangstelling
A
interesse
12
Q
portomonee
A
portmonee
13
Q
project
A
projekt
14
Q
verbod
A
verbot
15
Q
nieuws
A
nachrichten
15
Q
gegevens
A
angaben
16
Q
aangifte doen
A
anzeige erstatten
16
Q
aan de hand zijn
A
los sein
17
Q
bellen
A
anrufen
18
Q
doneren
A
spenden
19
een actie starten
eine aktion starten
20
melden
melden
21
regelen
regeln
22
stelen
stehlen
22
roepen
rufen
23
verliezen
verlieren
24
waarschuwen
warnen
25
zichinzetten voor
sich einsetzen
26
brand!
feuer!
27
daar
da
28
help
hilfe
29
kijk uit
vorsicht
30
naam
name
31
arts
arzt
32
ongeluk
unfall
33
adres
adresse
34
pauze
pause
35
school
schule
35
straat
strasse
36
telefoonnummer
telefonnummer
37
ziekenhuis
krankenhaus
38
pijn
schmerzen
39
huiswerk
hausaufgaben
40
zich voelen
sich fuhlen
41
gewond
verletzt