KBS 8 Flashcards
(44 cards)
waarvoor zijn redneerhulpen bedoeld?
Bedoeld om professionele manier probleemsituaties te analyseren, te verduidelijken, in te delen of
op te lossen.
welke 5 redeneerhulpen zijn er?
–> ALTIS, SBAR, SOAP, PES, SCEGS
ALTIS -> beoordelen huidletsel
A: aard
L: lokalisatie
T: tijdsduur
I: intensiteit
S: samenhang
SCEGS -> relatie tussen lichamelijke klachten, psyche en sociale omgeving ter verduidelijken
S:somatiek
C: cognitie
E: emotie
G: gedrag
S: sociaal
PES -> volledig opschrijven van diagnose
P:gezondheidsprobleem
E: etiologie/samenhangende factoren
S: signs/symptoms
SBAR -> communicatie tussen verpleegkundigen en artsen
S: situatie
B: background
A: beoordeling (assesment)
R: aanbeveling (reccomondation)
SOAP-> volledig rapporteren
S:subjectieve klinische gegevens
O: objectieve klinische gegevens
A: analyse
P: plan
3 kerncompetenties (PAN praktijkmodel)?
- observeren -> wat signaleer je op dit moment bij deze patiënt?
SCEGS - analyseren -> wat is in gevaar, wat moet nog gebeuren?
Prioriteren van zorgthema’s (oorzaak en gevolg of ingaan) en ABCDE (tri first kill first) - communiceren -> met wie, over wie?
Sbarr
Analyseren is het moeilijkste onderdeel!
wat is het verpleegkundig model en welke 2 voorbeelden zijn er van?
–> Manier om naar verplegen te kijken en erover na te denken
- OPT model
–> verpleegkundige maakt op basis van haar interpretatie (frame) van de verzamelde aanwijzingen
(cues) een vergelijking tussen de gewenste toestand (outcome state) en de huidige toestand (present
state) van de patiënt.-> Het bepaald welke interventie de kloof tussen de huidige en gewenste toestand kan dichten - clinical reasoning cycle (6 stappen redeneren)
–> cognitieve en metacognitieve proces dat toegepast wordt bij de analyse van kennis in een klinische
situatie of bij een specifieke patiënt.-> noodzakelijk om te kunnen klinisch oordelen.-> Ontwikkel je door hardop denken, reflecteren en beslisbomen of algoritme
1.Oriëntatie op situatie en klinisch beeld (SBAR, MEWS) -> lijkt op Nanda en Gordon
2 Klinische problematiek inzichtelijk maken. Zorgthema’s (welke zorgproblematiek spelen er
en welke heeft prioriteit) - aanvullend onderzoek (welke informatie is nog nodig), (aannames te toetsen)
4.klinisch beleid (hoe je problematiek aanpakt, wat ga ik doen (interventie, protocollen), (wat
wil ik bereiken) - klinisch verloop (beredeneer wat je op korte en lange termijn wilt bereiken en wat niet),
6.nabeschouwing (wat je geleerd hebt onder andere)
wat zijn de 4 O’s?
- observeren
- ordenen
- oordelen
- overdenken
kritisch denken, klinisch redeneren, klinisch oordelen?
Kritisch denken:-> cognitief proces om te analyseren van kennis gebaseerd op wetenschappelijk bewijs
Klinisch oordelen:-> cognitieve, psychomotore en affectieve proces dat blijkt uit handelen en gedrag binnen de vier
fasen van oordelen.-> Vier fasen van oordelen: opmerken, interpreteren, reageren en reflecteren.
Klinisch redeneren:-> continue proces van gegevensverzameling en analyse gericht-> op vragen, problemen van individu en diens naasten, in relatie en gezondheid.-> verpleegkundige kunnen door klinisch redeneren hun beslissingen beargumenteren
uit welke 6 onderdelen bestaat het OPT model? en door wie is het bedacht?
1.Clientverhaal (Story):
De context en het verhaal van de patiënt, inclusief zorgen, perspectieven, medische gegevens en psychosociale aspecten.
2.Huidige toestand (Present State):
De huidige gezondheidstoestand van de patiënt, inclusief problemen en symptomen.
- Gewenste uitkomst (Outcome State):
De gewenste situatie of het doel van de zorg; waar de patiënt naartoe wil of moet. - Tests:
Informatie die verzameld wordt om het verschil tussen de huidige en gewenste situatie te verduidelijken. Denk aan observaties, metingen, vragen, etc. - Framing van het probleem:
De centrale vraag of het kernprobleem waarop de verpleegkundige zich richt. - Besluitvorming & Redeneren:
Analyseren welke verpleegkundige interventies nodig zijn om het verschil tussen de huidige en gewenste situatie te overbruggen.
het is bedacht door: Pesut en Herman
verschil ICF en AAID?
AAIDD is gericht op functioneren voor mensen met verstandelijke beperking en ICF model
algemeen model.
model AAID?
Model AAIDD (American Association of Intellectual and Developmental Disabilities 26 AAIDD – Functioneren centraal, niet de beperking. Het functioneren wordt bepaald door het
spanningsveld tussen de competenties van de persoon (intelligentie en vaardigheden) en de
verwachtingen en eisen van de omgeving.
Ondersteuning heeft een centrale plaats in dit model: het functioneren kan positief worden
beïnvloed door ondersteuning. De inzet van professionals heeft tot doel een MIJN PLAN te
maken welke bijdraagt aan het functioneren van de cliënt
Wat zijn de belangrijkste overeenkomsten tussen ICF en NANDA?
Beide zijn bio-psycho-sociale modellen met een holistische visie.
De focus ligt niet op de medische diagnose, maar op het functioneren van de cliënt.
ICF denkt in ondersteunende factoren, NANDA in verpleegkundige diagnoses (zoals “bereidheid tot”).
Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen ICF en NANDA?
ICF is multidisciplinair en hiërarchisch; NANDA is monodisciplinair en flexibeler.
ICF richt zich op de huidige toestand; NANDA ook op potentiële problemen.
Alleen NANDA kent risicocodering (bijvoorbeeld “risico op…”).
Wat zijn SMART-criteria voor het formuleren van een doel?
Specifiek
Meetbaar
Acceptabel
Realistisch
Tijdsgebonden
Wat is intercollegiaal toetsen volgens de ‘roddelmethode’?
Een toetsvorm in een groep van 6–10 wijkverpleegkundigen.
Eén deelnemer brengt een casus in, anderen luisteren en denken mee.
Daarna volgt een discussie over alternatieven in handelen.
waarom is het verpleegkundig cyclisch?
Op basis van uitvoering, monitoring en evaluatie continue samen met de zorgvrager en diens netwerk
gekeken wordt of doelen behaald zijn en interventies bijdragen aan het behalen doel
zorgstandaard?
vanuit patiënte perspectief een actuele en zo mogelijk wetenschappelijke onderbouwde inzichten
gebaseerde functionele beschrijving van de multidisciplinair georganiseerde individuele preventie en
zorg, ook inhoudende ondersteuning bij zelfmanagement, voor een bepaalde chronische ziekte
(gedurende complete zorgcontinuüm). Alsmede een beschrijving van organisatie van de betreffende
preventie, zorg en relevante kwaliteitsindicatoren.
richtlijn?
Document met aanbevelingen, gericht op het verbeteren van de kwaliteit van zorg, berustend op
systematische samenvattingen van wetenschappelijk onderzoek en afwegingen van de voor-en
nadelen van de verschillende zorgopties, aangevuld met expertise en ervaringen van
zorgprofessionals en zorggebruikers.
protocol?
> Afgeleiden van een richtlijn
-> doel: zorgverleners te ondersteunen bij het uitvoeren van handeling
-> protocol beschrijft hoe een handeling moet worden uitgevoerd
beroepscode?
Bevat ethische en praktische normen en beginselen die bij de uitoefening van het beroep
gehanteerd dienen te worden.
gedragsregels?
Schrijven voor wat wordt gedaan en nagelaten tegenover cliënten, collega’s en anderen.
meetinstrument?
idicatie over de kwaliteit van zorg-> systematische en reproduceerbare wijze zorgresultaten transparant in beeld brengen
weke 4 meetinstrumenten verschillende vragenlijsten zijn er van mantelzorg?
CSI -> globaal beeld mate van belasting (mantelzorger van mensen met CVA)
EDIZ -> globaal beeld mate belasting, aandacht voor emotionele belasting (mantelzorger van
mensen met dementie.
EDIZ plus vragenlijst-> globaal beeld van belasting + aandacht voor combinatie zorg en
andere taken (brede doelgroep mantelzorger)
CRA vragenlijst -> uitgebreidere vragenlijst (aandacht voor positieve en negatieve gevolgen
mantelzorg)
mantelzorgkompas en mantelscan?
Mantelzorgkompas:
Inzicht samenwerkingsbehoeften, op basis van de rollen van de mantelzorger-> mantelzorgers (mensen in palliatieve fase of langdurige zorg)
Mantelscan:->Gesprek over klachten en risico’s netwerk van de cliënt, mogelijkheden voor versterking
welke 4 leerfases heb je?
- onbewust onbekwaam -> je weet niet dat je iets niet kunt.
- Bewust onbekwaam -> je weet dat je iets niet kunt
- Bewust bekaam -> je kunt bezig om te leren
- Onbewust bekwaam -> je hebt het geleerd, zonder te veel inspanning uitvoeren
wat is een wijkanalyse?
Door een wijkanalyse kom je achter de omgevingsfactoren die iemand zijn gezondheid
beïnvloed.
Voorwaarden goede wijkanalyse: grondige analyse van de wijk, probleem, doelgroep,
aansluitend leeftijd. Verder moet de doelgroep actief betrokken zijn en moet je mensen
vertrouwen geven dat ze het probleem kunnen oplossen. Verder werk je samen met niet
professionals en sleutelfiguren