kennis tentamen 1 management zorginstelling Flashcards
(116 cards)
Wat zijn de 3 realiteiten
objectief
subjectief
intersubjectief
wat is subjectief
natuurwetten
wat is objectief
werkelijkheid hoe je die beleeft–) beleving altijd anders
wat is intersubjectief
werkelijkheid dat men met elkaar creëert–) afspraken onderling-subjectieve en intersubjectieve elementen
wat zijn de drie perspectieven
-het rationeel perspectief:
-het politieke perspectief:
-interpretatieve perspectief:
wat is de definitie van organisatie
een verzameling van mensen die zich samen hebben bevoegd in een formeel samenwerkingsverband teneinde doelstellingen van individuen en groepen realiseren
wat is de definitie van organisatie wetenschap
De verzameling van inzichten, methoden, theorieën en richtlijnen die met betrekking tot een organisatieverschijnsel bestaat.
Welke 5 belangrijke punten zijn er in organisatie
-sociaal structuur
+formeel: regels, procedures
+informeel: relatie tussen mensen
-mensen: attitude, normen, waarden
-doelen: doel van organisatie
-technologie: instrumenten
-omgeving: klanten, concurrenten
welke 6 structuren heeft het rationeel perspectief
. Organizations exist to achieve established goals and objectives and devise strategies to reach those goals.
- Organizations increase efficiency and enhance performance through specialization and appropriate division of labor.
- Suitable forms of coordination and control ensure that diverse efforts of individuals and units mesh.
- Organizations work best when rationality prevails over personal agendas and extraneous pressures.
- Effective structure fits an organization’s current circumstances (including its strategy, technology, workforce, and environment).
- When performance suffers from structural flaws, the remedy is problem solving and restructuring.
wat zijn de 6 structuren van structuur 1
l Ontwerp van individuele posities
l Coördinatiemechanismen
l Impliciete versus expliciete kennis
l Groepering van eenheden
l Organogram
l Sturing en (de) centralisatie
wat is ontwerp van individuele posities: Horizontale taakspecialisatie/verruiming
tussen mensen, tussen afdelingen en tussen organisaties–) van taakspecialisatie tot taakverdeling
wat is ontwerp van individuele posities: Verticale taakspecialisatie/taakverruiming
tussen mensen, tussen afdelingen en tussen organisaties: toezicht, zeggenschap over taak–) mate van controle eigen werk
wat zijn de drie coördinatie mechanismen
onderlinge aanpassing
standaardisatie
direct toezicht
wat valt onder onderlinge aanpassing
teamoverleg
-je maakt een fiets iemand maakt de wiel iemand maakt het stuur jullie moeten samen werken zodat de fiets heel wordt
wat valt onder standaardisatie en de 4 soorten
je volgt protocollen, zonder overlegging nodig
4 soorten
-Werkprocessen-) protocollen
-Output-) eindresultaat staat vast
-Kennis-) vastgelegd wat je moet doen door je kennis bv de chirurg gaat de operatie doen
-Normen-) een beeld hoe het moet gaan
wat valt onder direct toezicht
iemand die controleert of het overleg werk goed wordt gedaan
wat is expliciete kennis
vastgelegd regels en richtlijnen –) protocollen
wat is impliciete kennis
die er nog niet is en moeilijk vast te leggen–) te doen met ervaring
leg groepering van eenheden 2 uit: markt en de 3 soorten
-omgeving van organisatie/deel de groepen –) ze goed aansluiten bij omgeving
3 soorten
-output: op basis van product type gaat organiseren
-klant
-geografisch gebied
leg groepering van eenheden 2 uit: functie en de 3 soorten
-wat voor processen heb ik en hoe zet ik ze bij elkaar/interne logica (alle mensen met zelfde vaardigheden bij elkaar)
de 3 soorten
-kennis
-vaardigheden
-werkprocessen
wat is het nadeel van markt
Nadeel: onderlinge concurrentie heel laag
wat is het nadeel van functie
Nadeel: minder klant gericht, te doen met meer eenheden
wat zijn 2 punten in sturing
-span of control: hoeveel managment zet ik in, niet te grote spanning
-planning en controle: als ik manager ben en iets moet gebeuren wordt dat gedaan
wat zijn 2 soorten in sturing
1) actieplanning: coordineren, neigt naar gedragformalisatie
2)controleren van resultaten: meten en motiveren –) verantwoordelijkheid in organisme