Keywords in context Hobos Flashcards
(42 cards)
1
Q
tramp
A
zwerver
hoer
slet
2
Q
hobo
A
landloper
zwerver
3
Q
tramping
A
wandeltocht
4
Q
bum
A
klaploper
5
Q
vagrant ward
A
asiel voor daklozen
nachtopvang
6
Q
homeless
A
daklozen
7
Q
device
A
apparaat
machine
een manier
bom
8
Q
devised
A
ontwikkelen
bedenken
9
Q
common
A
gewoon
veel voorkomend
10
Q
commonly
A
gewoonlijk
gebruikelijk
11
Q
usually
A
normaal gezien
12
Q
unusual
A
ongebruikelijk
13
Q
ordinary
A
normaal
gewoon
14
Q
available
A
beschikbaar
15
Q
accesible
A
bij de hand
makkelijk bereikbaar
16
Q
engaged
A
bezet
17
Q
sense(of smell)
A
gevoel
voelen
reukvermogen
18
Q
make sense
A
de logica begrijpen
wijs uit worden
19
Q
sensible
A
verstandig
20
Q
sensitive
A
gevoelig
21
Q
regular
A
normaal
gewone,vaste
regelmatig
standaard
22
Q
irregular
A
onregelmatig
abnormaal
23
Q
D/depression
A
depressie,crisistijd
malaise
holte,indruk
24
Q
downturn
A
daling
neergang
25
outdated
verouderd
| ouderwets
26
ancient
heel oud
| heel oud persoon
27
obsolete
achterhaald
28
veteran(s)
veteraan
volleerd,ervaren
ex-militair
29
vet(veterinarian)
dierenarts
30
humanity
menselijkheid
| mensheid
31
humane
menselijk
32
humanoids
mensachtigen
33
settle
vestigen
betalen
aanvullen
34
settled on
het eens worden
35
settling on
was neergedaald
36
stigma
stigma
stempel
schandvlek
iets om je voor te schamen
37
stigmatised
stigmatiseren
| iemand het gevoel geven dat hij/zij zich moet schamen
38
featured
een grote rol hebben
39
features
in de hoofdrol hebben
als hoofdkenmerk hebben
attracties
40
feature
gelaatstrekken
41
episode
aflevering
| deel, tijdperk
42
issue
nummer