Kindertaal

Question 1

Redupliceren

Answer 1

Koekoek ipv koek

Question 2

Holofrase

Answer 2

een enkel woord of een korte zin die een hele zin of conceptuele betekenis uitdrukt.
“Lekker!” om te zeggen dat het eten lekker is.

Question 3

Onomatopee

Answer 3

Een woord dat het geluid nabootst dat het beschrijft.
“boem”

Question 4

Imperatiefzin

Answer 4

Papa doen!

Question 5

Fronting

Answer 5

K of g verkeerd uitgesproken
( -> t)

Question 6

Vocaal

Answer 6

Met geluid

Question 7

Lingua

Answer 7

Taal

Question 8

Gliding

Answer 8

L/r glijdt naar j/w
Joop voor loop

Question 9

Associatie

Answer 9

.

Question 10

Eenwoordzin

Answer 10

Holofrasen
Vooral onomatopeeën
Toettoet ipv auto

Question 11

Tateren

Answer 11

.

Question 12

Brabbelen

Answer 12

Geluid maken

Question 13

Bijvoegelijk naamwoord

Answer 13

.

Question 14

Assimilatie

Answer 14

Medeklinker schuift op

Progressief: tafel wordt tatel
Regressief: gordijn wordt dordijn

Question 15

Contaminatie

Answer 15

Vermenging van verschillende uitdrukkingen of begrippen

Kippehaan voor kip of haan

Question 16

Etymologiseren

Answer 16

Bepaalde fonologische vormen drukken begrip uit: zelf verklaring zoeken

Question 17

Overregularisatie

Answer 17

Het gebruik van tegelmatige regels voor onregelmatige vormen

Ik glijdde uit