Test 1 Flashcards

(77 cards)

1
Q

Zich uitdossen

A

Zich feestelijk of opvallend kleden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Illustrer

A

Beroemd, zeer bekend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Geheid

A

Gegarandeerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

De archipel

A

Eilandengroep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Zoetgevooisd

A

Met een mooie, lief klinkende stem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Bedremmeld

A

Beteuterd, sip, verlegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Ontbieden

A

Laat komen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

De typografie

A

Alle aspecten die horen bij de opmaak van een tekst (bv. lettertype, regelafstand en witruimte)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

De trilogie

A

Drie romans die een gehele vormen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Clandestien

A

In het geheim en bij wet verboden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

De beschouwing

A

Bespreking, analyse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Tiranniek

A

Dwingend, onderdrukkend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

De anekdote

A

Kort, grappig verhaal tijdens een gesprek of presentatie over iets dat echt gebeurd is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

De didacticus (mv didactici)

A

Iemand die zich toelegt op de leer vh lesgeven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hiërarchisch

A

Opgebouwd uit rangen en standen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Roemrucht

A

Beroemd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Autonoom

A

Zelfstandig, onafhankelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Het oeuvre

A

De complete verzameling van werken van een kunstenaar. In een oeuvre van een groot kunstenaar kun je vaak zowel samenhang als evolutie ontdekken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Synoniem

A

Verschillend woord, zelfde betekenis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Homoniem

A

Totaal andere betekenis

Bank != bank

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Polyseem woord

A

Meer verwante betekenissen

Steen = kiezel-, bak-, …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Homofoon

A

Klinkt =

Hard en hart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Homograaf

A

Schrijft hetzelfde, andere uitspraak

Appel en appel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Antoniem

A

Tegengestelde betekenis

Mooi en lelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Hyperoniem
Omvattend woord Dier (hond, kat, paard)
26
Hyponiem
Onderliggend woord Hond (van dier)
27
ongeleed woord
bestaat niet uit meerdere delen (monster)
28
samenstelling
pool - ster
29
samenstellende afleiding
drie - wiel - er
30
afleiding
grondwoord + (achter)voegsel (onschuldig)
31
- aar
iemand die de handeling uitvoert / handeling wordt gedaan martelaar = persoon die martelt en persoon die gemarteld wordt
32
- wan
slecht
33
- ver
verandering (ver)gaan
34
zn + eren
ww Diëteren
35
Cognitief
(Functies) die te maken hebben met verwerken van info om te leren
36
Privatiseren
Bedreif / eigendom overheid opgekocht door privé bedreiven -> concurrentie en betere inkomsten
37
Empathisch
dat hij of zij van de vaardigheid gebruikmaakt om zich te verplaatsen in de ander
38
Bagatelliseren
Als minder voorstellen dan iets werkekijk is
39
Filantroop
Mensenvriend
40
Aflaat
Een aflaat is in de Katholieke Kerk een kwijtschelding van straffen die de gelovige in het hiernamaals nog moet uitboeten
41
Impliciet
niet uitdrukkelijk gezegd of erbij geschreven, maar wel in het gezegde of geschrevene opgesloten liggend
42
Descriptief
Met descriptief of beschrijvend onderzoek probeer je accuraat en systematisch een populatie, situatie of fenomeen te beschrijven
43
Xenofobie
Angst voor het onbekende
44
Opportunist
iemand die zich aan alle situaties aanpast om er zo voor zichzelf het meeste voordeel uit te halen, zonder welke ethiek dan ook
45
Theocentrisme
God = middelpunt
46
Doctoraat
Het doctoraat is de hoogste graad die aan een universiteit behaald kan worden
47
Prescriptief
voorschrijvende, uitspraak over wat het geval zou moeten zijn
48
Advocaat van de duivel spelen
zwartkijker bij overleg of discussie: hij stelt kritische vragen en maakt opmerkingen vanuit een negatief standpunt
49
Een appeltje met iemand te schillen hebben
kwaad zijn op iemand en dit ook echt laten merken
50
Het bloed kruipt waar het niet gaan kan
iemand kan zijn ware aard niet verbergen
51
Na regen komt zonneschijn
na lijden komt verblijden
52
Boontje komt om zijn loontje
iemand krijgt zijn verdiende straf
53
Oost west, thuis best
waarheen je ook gaat, het eigen land is het best
54
Met de gebakken peren zitten
te maken hebben met de onaangename gevolgen van eerdere gebeurtenissen
55
Zijn schaapjes op het droge hebben
'binnen' zijn: je hebt genoeg geld verdiend om rustig te kunnen leven en niet te (hard) te werken
56
Een zaak in de doofpot stoppen
opzettelijk niet meer spreken over een zaak
57
Als de wijn is in de man, is de wijsheid in de kan
wie te veel gedronken heeft, zal weinig verstandigs meer kunnen zeggen
58
Baat het niet, dan schaadt het niet
het helpt misschien niet, maar het kan ook geen kwaad
59
Bezint eer ge begint
denk na over de gevolgen voordat je actie onderneemt
60
Wie niet waagt, niet wint
wie geen risico durft nemen, komt nooit vooruit
61
Hoge bomen vangen veel wind
personen van aanzien (met hoge betrekkingen) staan bloot aan beoordeling, haat, nijd, laster...
62
Een oogje in het zeil houden
iets in de gaten houden
63
Een klap van de molen krijgen
niet goed meer bij je verstand zijn
64
Olie op het vuur gooien
de zaak erger maken
65
Dweilen met de kraan open
dingen doen die niet zinvol zijn
66
Het achterste van je tong laten zien
alles wat je weet vertellen (vaak gebruikt in ontkennende zin: hij laat niet het achterste van zijn tong zien)
67
Een oude bok lust nog wel een jong blaadje
een ouder man valt voor een jonger persoon
68
Het is schering en inslag
het gebeurt heel vaak
69
Het gat dichten/dichtrijden
aansluiting krijgen met een voorligger
70
In iemands wiel springen
achter een tegenstander aan gaan
71
Naar de pieren/haaien gaan
ten onder gaan, zinken
72
Het paard achter de wagen spannen
de zaak geheel verkeerd aanpakken
73
Te veel hooi op de vork nemen
je neemt te veel werk aan waardoor je in de problemen komt
74
Met de kippen op stok gaan
vroeg gaan slapen
75
wie eerst komt, eerst maalt
wie eerst komt, is eerst aan de beurt
76
Iemand in het gareel houden
iemand laten gehoorzamen
77
Dat is koren op zijn molen
dat is echt iets voor hem