Lagereschoolkind Flashcards

1
Q

Motorieke

A

Fijne motoriek
Grove motoriek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Calcium (voeding voor groei/ontwikkeling)

A

Voedingsmiddelen; Melk-zuivelproducten, bladgroenten, noten/granen
Voedingsstof; Calcium en eiwitten
Belang lichaam; bouw beenderen en gebid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Vitamine D (voeding voor groei/ontwikkeling)

A

Voedingsmiddelen; vis, eieren, zuivel
Voedingstof; Vit D, bevorderd calcium opname.
Belang lichaam; bevordert groei botten en sterke beenderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Magnesium (voeding voor groei/ontwikkeling)

A

Voedingsmiddelen; Groenten en graanproducten, peulvruchten
Voedingsstof; magnesium
Belang lichaam; bouw beenderen en goede spierwerking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Holistische mensvisie

A

Zicht krijge op het lichamelijke, geestelijke, sociale en emotionele aspect van een persoon. Je kunt pas gepast reageren en juiste hulp bieden als je het totaalbeeld van de mens helpt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Dynamische mensvisie

A

Het ziet de mens als ene wezen dat zichzelf kan bijsturen en kan groeien. De mens is nooit helemaal ‘af’ en veranderd voortdurend in samenhang met omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Emancipatorische mensvisie

A

Iedereen als gelijk beschouwd. Elk mens heeft hun eigen levensverhaal waarin persoonlijkheid, voorgeschiedenis, familie. Interessen/ behoeften een rol spelen. De mens kan zelf beslissingen nemen. Geeft zelf richting aan het leven en zorg voor wat dat die nodig heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarom is een kind moe is op het einde van de dag

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarom is blauw licht slecht voor het slapen gaan?

A

Het melatoniene gehalte dat we natuurlijk aanmaken daalt en dat licht het gevoel geeft dat het nog niet donker is en we nog niet moeten gaan slapen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Gevolgen van slaap te kort

A
  • concentratie problemen
  • moe zijn
  • bleke huid
  • prikkelbaar
  • meer energie s’avonds
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat moet je doen om goed te slapen

A
  • Een propere kamer
  • Donkere kamer
  • gezonde en veilige omgeving
  • goede slaaphouding
  • regelmaat in slaappatroon
  • dagafbouw
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Slaapfases

A

*inslapen (indoezelen)
*lichte slaap
*diepe slaap
*zeer diepe slaap
*remslaap (droomslaap)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke twee slaapfase zijn het belangrijkste?

A

4 en 5De diepe slaap is belangrijk voor het fysieke herstel van het lichaam, terwijl de REM-slaap belangrijk is voor het mentale herstel van de hersenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Voorbeelden die negatieve invloed hebben op je slaapkwaliteit

A

*Medicatie
*ongezonde voeding
*beeldschermen
*cafeïne, alcohol en tabak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Redenen waarom slaap belangrijk is voor een kind?

A
  • voor het cognitieve herstel (beter concentreren)
  • voor het lichamelijk en fysiek herstel
  • de groei van kinderen
  • emotionele herstel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe heet het hormoon dat je wakker houdt?

A

Serotonine

17
Q

Slaappatroon

A

-elke dag op zelfde uur slapen
-elke dag zelfde uur opstaan

18
Q

Bioritme en avondmens

A

Als ik ga slapen van ik onmiddellijk in slaap en heb ik smorgens meer energie

19
Q

Bioritme en avondmens

A

Als mijn wekker gaat in de ochtend ben ik nog moe

20
Q

Slaapdruk

A

Na een avond lopen vallen mijn ogen zo dicht