Lecture 1 Flashcards

1
Q

Objectieve definitie van prestatie en succes

A
  • Succes is hoe de maatschappij succes evalueert
  • Observeerbare carriereprestaties, zoals het winnen van een nobelprijs
  • Objectief gemeten
    -BV: salaris, promotie, macht, status
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Subjectieve definitie van prestatie en succes

A
  • Succes is hoe een individu succes evalueert
  • Persoonlijke normen van prestatie
  • subjectief gemeten
  • BV: persoonlijke groei, voldoening
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

‘Persoonlijkheidstesten voorspellen baanprestatie net zo goed als intelligentietesten’

A
  • Onjuist –> intelligentietesten voorspellen baanprestatie beter
  • Conscientiousness is de beste voorspeller van academische- en baanprestatie
  • Correlatie tussen intelligentie en een complexe baanprestatie is 0.58 en de correlatie tussen intelligentie en een simpele baanprestatie is 0.23
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Halo-effect

A

Het idee dat wanneer iemand één positieve eigenschap heeft, dat er wordt verwacht dat hij/zij ook andere positieve eigenschappen heeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoorn-effect

A

Tegenovergestelde van Halo-effect, dan met negatieve eigenschappen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly