Lecture 2 part 1 (Klassieke Organisatietheorieën) Flashcards
(22 cards)
Theory of Classical Management (vijf management functies)
- Planning (doelen en stellen en deze communiceren met werknemers)
- Organisatie (zorgen voor materialen om doelen van stap 1 te halen)
- Aansturing (taakverdeling)
- Coördinatie (taakverdeling)
- Controle (controleren of de gestelde doelen behaald worden)
Unity of direction (principles of organizational structure)
Mensen moeten van een en dezelfde leidinggevende leiding krijgen
Unity of command (principles of organizational structure)
Mensen moeten van dezelfde persoon opdrachten krijgen
Scalar chain (Fayol’s bridge) (principles of organizational structure)
Communicatie gaat verticaal van baar naar werknemers en niet andersom
Division of labor (principles of organizational structure)
Werk kan het beste worden uitgevoerd als werknemers een klein aantal gespecialiseerde taken hebben
Order (principles of organizational structure)
Er is voor elke werknemer een afgesproken plaats en taak in de organisatie
Span of control (principles of organizational structure)
Managers zullen het effectiefste zijn als ze een gelimiteerd aantal werknemers (20 á 30) besturen
Centralisatie (principles of organizational power)
Organisaties zijn het effectiefste als centraal management de keuzes maakt
Autoriteit en verantwoordelijkheid (principles of organizational power)
Managers moeten autoriteit uitstralen en verantwoordelijk zijn
Discipline (principles of organizational power)
Iedereen van de organisatie moet de regels van de managers volgen
Renumeration of personnel (principles of organizational reward)
Iedereen heeft recht op een eerlijke beloning (loon en bonussen)
Tenure stability (organizational reward)
De werknemers moeten zekerheid hebben op een baan
Equity
Werknemers moeten eerlijk en goed behandeld worden
Subordination of individual interest to general interest (principles of organizational attitude)
Het eigenbelang van een persoon is ondergeschikt aan het algemene belang van de organisatie
Initiative (principles of organizational attitude)
Managers moeten de inspanningen van een werknemer om in het belang van de organisatie te werken, sturen en waarderen
Esprit de corps (principles of organizational attitude)
Op de werkvloer moet sprake zijn van ‘esprit de corps’. De werknemers moeten geloof en vertrouwen hebben in de organisatie en de doelen hiervan
Theory of classical management (Kritiek)
- Theory is vooral prescriptief en geeft niet echt weer wat de managers moeten doen
- Weinig vertrouwen in capaciteiten werknemers (Ze krijgen wel een beloning voor hun arbeid maar ze hebben weinig tot niks te zeggen binnen een organisatie)
- Te weinig oog voor communicatie op de werkvloer. In de principes van de theorie wordt er niet gelet op wat men doet op de werkvloer
Theory of bureaucracy (zes principes)
- Een bureaucratie moet werken volgens een strikt bepaalde hiërarchie
- Een bureaucratie moet gekarakteriseerd worden door taakverdeling van werk
3, Bureaucratieën hebben een centralisatie van macht, hier worden ook alle beslissingen genomen - ‘Closed system’ (zoveel mogelijk afsluiten invloeden buiten het bedrijf)
- Regels moeten duidelijk zijn, rationaal opgesteld en opgeschreven worden zodat iedereen de regels kent
- ‘Functioning authority’. Weber zag een bureaucratie als een organisatie waarin het beste gewerkt kan worden met een systeem van autoriteit, macht en discipline
Traditional authority (legitimate authority)
Macht gebaseerd op een lang bestaand geloof in ie er macht zou moeten hebben. Bijvoorbeeld de koning, die heeft een traditionele autoriteit die gebaseerd is op eeuwenlange tradities)
Charismatic authority
Macht gebaseerd op de personaliteit van een persoon en diens vermogen om volgers aan te trekken en op hen in te werken. Deze macht is instabiel omdat volgers na een tijdje klaar zou kunnen zijn met deze persoon met deze persoon.
Rational-legal authority
Macht gebaseerd op de relationele toepassing van de regels.
Gevaren van de logica en efficiëntie en rationaliteit
- Morele verantwoordelijkheid wordt vervangen door technische verantwoordelijkheid
- Dehumanisering
- De combinatie van bureaucratie en rationaliteit maakt grootschalig geweld mogelijk