Lektion 3 Karpitel 5 Flashcards
(12 cards)
1
Q
Uitslapen
A
Ausschlafen
2
Q
Luieren
A
Faulenzen
3
Q
Tv-kijken
A
Fernsehen
4
Q
Met vrienden afspreken
A
Sich mit Freunden treffen
5
Q
Spelletjes op de telefoon spelen
A
Auf den Handy Spiele spielen
6
Q
Op internet surfen
A
im Internet surfen
7
Q
Naar muziek/ de radio luisteren
A
Musik/Radio hören
8
Q
Slagwerk spelen/drummen
A
Schlagzeug spielen
9
Q
Winkelen
A
Shoppen gehen
10
Q
Aan sport doen
A
Sport treiben
11
Q
Telefoneren
A
Telefonieren
12
Q
Naar video’s/films kijken
A
Videos/Filme gucken