Les 1 (Samenvatting)

Question 1

Geweldsdelict

Answer 1

Verwonden van slachtoffers op een fysieke, psychologische manier of een combinatie van beide

Verspreiden van angst in gemeenschappen

Question 2

Welke groep heeft de meeste geweldadige misdrijven?

Answer 2

Mensen met een psychische stoornis, met name persoonlijkheidsstoornis

Question 3

Onopzettelijke handelingen

Answer 3

Verkeersongeval

Question 4

Consensuele handelingen

Answer 4

Sadomasochisme
Bokswedstrijd

Question 5

Voordelinge handelingen

Answer 5

Tandartsbezoek
Operatie

Question 6

Persoonlijkheidsstoornis volgens de DSM

Answer 6

Blijvend patroon van innerlijke ervaringen en gedrag dat duidelijk afwijkt van de verwachtingen van de individuele cultuur, alomtegenwoordig en inflexibel is, begint in de adolescentie of vroege volwassenheid, stabiel is in de tijd en leidt tot angst of beperking

Question 7

Persoonlijkheidsstoornis volgens de ICD-10

Answer 7

Diepgewortelde en aanhoudende gedragspatronen die zich manifesteren als starre reacties op een breed scala aan persoonlijke en sociale situaties. Ze vertegenwoordigen extreme of significante afwijkingen van de manier waarop het gemiddelde individu in een bepaalde cultuur anderen waarneemt, denkt, voelt en in het bijzonder met anderen verhoudt. Dergelijke gedragspatronen zijn meestal stabiel en omvatten meerdere domeinen van gedrag en psychologisch functioneren. Ze worden vaak, maar niet altijd, in verband gebracht met verschillende gradities van subjectiedf leed, en problemen in sociaal functioneren en presteren

Question 8

Persoonlijkheidsstoornis in DSM 4

Answer 8

As 2 bestaat uit de persoonlijkheidsstoornissen, en is categorisch

Question 9

Definitie persoonlijkheidsstoornis

Answer 9

Ernstige aanhoudende en starre patronen van gedrag en innerlijke beleving die starten in de adolescentie of vroege volwassenheid die ernstig afwijken van culturele verwachtingen en uitmonden in blijvende stress en beperkingrn in interpersoonlijke relaties en in het professioneel leven en door de patient als egosyntoon ervaren wordt

Question 10

Cluster A omschrijving

Answer 10

Zonderling excentriek
Verstoorde interpersoonlijke beleving

Question 11

Type bij cluster A

Answer 11

• Schizoïde
• Paranoïde
• Schizotypische

Question 12

Omschrijving cluster B

Answer 12

Theatraal emotioneel
Ik centraal

Question 13

Type bij cluster B

Answer 13

• Antisociale
• Borderline
• Narcistische
• Theatrale

Question 14

Omschrijving bij cluster C

Answer 14

Bezorgd bevreesd
Klemtoon op de negatieve emotionaliteit

Question 15

Type bij cluster C

Answer 15

• Afhankelijke
• Ontwijkende
• Obsessieve compulsieve

Question 16

Neurotische paradox

Answer 16

Angst uit de weg gaan waardoor je niet in de gaten krijgt dat hetgeen waar je bang voor bent, helemaal niet meer eng is

Question 17

Verschil DSM 4 en 5

Answer 17

• Naast het categoriaal perspectief is er nu ook een dimensioneel perspectief
• Het multiaxiaal systeem is verdwenen
• In de DSM-5 worden persoonlijkheidsstoornissen gezien als een extreme variant van normale trekken. Er is een kwantitatief verschil tussen normaal en disfunctioneren

Question 18

Algemene criteria dimensionele diagnostiek PSn (sectie 3) criteria A

Answer 18

Matige of ernstige beperkingen in persoonlijkheidsfunctioneren

Gaat over het zelf en interpersoonlijk

Question 19

Waar kun je criteria A (PSn sectie 3) mee meten

Answer 19

Level of personality functioning scale

Question 20

Algemene criteria dimensionele diagnostiek PSn (sectie 3) criteria B

Answer 20

Een of meerdere pathologische persoonlijkheidstrekken

Question 21

Waarmee kun je criteria B (PSn sectie 3) meten?

Answer 21

PID-5 (personality inventory for DSM 5)

Question 22

5 domeinen van maladaptieve persoonlijkheidstrekken

Answer 22

Negatief affect
Afstandelijkheid
Antagonisme
Disinhibitie
Psychoticisme

Question 23

Trekken die onder negatief affect vallen

Answer 23

Emotionele labiliteit
Angst
Separatie angst
Onderdanigheid
Vijandigheid
Volharding

Question 24

Trekken die onder afstandelijkheid vallen

Answer 24

Teruggetrokkenheid
Depressiviteit
Anhedonie
Vermijding van intimiteit
Beperkt affect
Achterdocht

Question 25

Trekken die onder antagonisme vallen

Answer 25

Manipulatie Bedrog Grandiositeit Aandacht zoeken Kilheid

Question 26

Trekken die onder disinhibitie vallen

Answer 26

Onverantwoordelijkheid Impulsiviteit Afleidbaarheid Laag rigide perfectionisme Risico's nemen

Question 27

Trekken die onder psychoticisme vallen

Answer 27

Ongewone overtuigingen en ervaringen Excentriciteit Cognitieve en perceptuele disregulatie

Question 28

6 persoonlijkheidsstoornissen die overblijven na het combineren van de 5 maladaptieve persoonlijkheidstrekken

Answer 28

- Antisociale - Vermijdende - Borderline - Narcistische - Obsessief compulsieve - Schizotypische

Question 29

4 fundamentele persoonlijkheidsdimensies die als klinische risicofactor van geweld gezien worden

Answer 29

- Impulscontrole - Emotionele dysregulatie - Narcisme - Paranoïde cognitieve persoonlijkheidsstijl

Question 30

Hoe impulsiever het kind...

Answer 30

Hoe groter de kans dat ze antisociaal gedrag en agressie vertonen

Question 31

Wat is het doel van straf

Answer 31

- Signaal voor de samenleving - Criminaliteit voorkomen en verminderen

Question 32

Helpt straf?

Answer 32

Over het algemeen niet, Het recidive van gevangene 2 jaar na vrijlating is 55-60%

Question 33

Wat is effectiever dan straf?

Answer 33

CBT, vermindert het recidive met 30-40% bij volwassenen, en tot 60% bij jonge overtreders

Question 34

Probleem met psychopaten en straf

Answer 34

Kunnen niet leren van hun straf en begrijpen het ook niet omdat ze de schuld niet erkennen. Daarom is behandeling nodig

Question 35

Intermitterende explosieve stoornis/ persoonlijkheidsstoornis

Answer 35

Vertonen agressie die niet in verhouding staat tot de graad van complicatie, waardoor ze snel uitbarsten bij een klein probleem. Ze vertonen geweld dat gedreven wordt door emotie, en ze kunnen zich niet inhouden door emotionele dysregulatie. Behandeling is een optie.

Question 36

Hoe ontwikkelt antisociale persoonlijkheidsstoornis zich

Answer 36

Vroege impulsiviteit kan leiden tot gedragsproblemen in de kindertijd en tot een ontwikkelde ASPS in de volwassenheid

Question 37

Lage MAOA activiteit en mishandeling bij jongens

Answer 37

Leidt tot een 3x hogere kand op een gedragsstoornis en 10x vakere veroordeling voor een gewelddadig delict in volwassenheid

Question 38

Risicofactoren voor psychopathie in de kindertijd

Answer 38

- Reactieve agressie in de kindertijd - Koele en niet-emotionele trekken bij kinderen (CU traits) - Neurobiologische risicofactoren - Sociale en omgevingsrisicofactoren

Question 39

Sociale en omgevingsrisicofactoren voor psychopathie in de kindertijd

Answer 39

Hechting en opvoeding, de behandeldoelen voor psychopathie zijn hetzelfde als bij ASPS, maar bij psychopaten kun je rekening houden met hun verlangens naar controle, status en succes. Plaats jezelf niet boven hen tijdens de behandeling

Question 40

Bijzonderheden voor de behandeling voor misdadigers met een persoonlijkheidsstoornis

Answer 40

Je moet kijken naar de aard en de mate van het disfunctioneren. Cognitieve gedragstherapie en psychodynamische therapie lijken goed te helpen. Behandeling volgens RNR helpt ook.

Question 41

Welk deel van de mannen in de gevangenis heeft een persoonlijkheidsstoornis

Answer 41

65%, waarvan 47% ASPS

Question 42

Welk deel van de vrouwen in de gevangenis heeft een persoonlijkheidsstoornis?

Answer 42

42%, waarvan 21% ASPS