les 14 Flashcards
(16 cards)
het officieel bekendmaken, mededelen of registreren van informatie of een feit, vaak aan een bevoegde instantie.
Aangeven
het vinden of tegenkomen van iets of iemand, vaak onverwachts of na een zoektocht.
Aantreffen
het vervullen van een bepaalde functie of rol, het optreden als iets, of het dienstdoen als.
Fungeren
dat er sprake is van een overeenkomst, een gedeelde eigenschap of een gezamenlijk kenmerk tussen twee of meer personen of zaken.
Gemeen hebben (met)
dat iets gelijktijdig optreedt met, vergezeld wordt door, of onlosmakelijk verbonden is met iets anders.
Gepaard gaan (met)
iemand systematisch vertrouwd maken met de werkzaamheden, procedures en de cultuur van een organisatie, zodat diegene zelfstandig kan functioneren.
Inwerken
advies inwinnen bij, informatie opzoeken in, of overleggen met iemand of iets om tot een besluit of inzicht te komen.
Raadplegen
het bijhouden van een telling door streepjes te zetten, waarbij vaak elke vijfde telling door een dwarsstreep wordt aangegeven.
Turven
het door middel van woorden, gebaren, of andere expressievormen kenbaar maken van gedachten, gevoelens of meningen.
Uiten
begrijpen of bevatten, fysiek pakken of vastgrijpen, of zich verspreiden over iets, zoals een ziekte.
Vatten
iets dat noodzakelijk of verplicht is om aan bepaalde voorwaarden te voldoen, een doel te bereiken, of om in aanmerking te komen voor iets.
De vereiste
iets met iets anders samenvlechten of door elkaar roeren, waardoor er een mengsel of combinatie ontstaat.
Vermengen (met)
de aanwezigheid van verschillende soorten, vormen of varianten binnen een groep of geheel, wat leidt tot afwisseling en diversiteit.
De verscheidenheid
het wijzen op, aanduiden, of doorsturen naar iets of iemand anders ter informatie, ondersteuning of bevestiging.
Verwijzen (naar)
iets, vaak eten of informatie, aanbieden of presenteren aan iemand.
Voorschotelen