Les 2 Werk-familie interactie (ChatGPT) Flashcards

(34 cards)

1
Q

Wat is werk-familie interactie?

A

De gecombineerde effecten die werk- en familiale karakteristieken uitoefenen op werk, familie en individuele uitkomsten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is werk-thuisinterferentie (WTI)?

A

Wanneer werkaspecten het privéleven beïnvloeden op cognitief, emotioneel of gedragsmatig vlak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is thuis-werkinterferentie (TWI)?

A

Wanneer aspecten van het privéleven het werk beïnvloeden op cognitief, emotioneel of gedragsmatig vlak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke maatschappelijke trends beïnvloeden werk-familie balans?

A

Meer tweeverdieners, vergrijzing, flexibele arbeid, digitalisering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is segmentatie?

A

Strikte scheiding tussen werk- en privéleven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is integratie?

A

Werk en privéleven vloeien in elkaar over.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is valentie bij werk-familie interactie?

A

De richting van de invloed: positief of negatief.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is direction bij werk-familie interactie?

A

De richting van de invloed: werk naar thuis (WTI) of thuis naar werk (TWI).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het verschil tussen conflict en enrichment?

A

Conflict is negatief; enrichment wijst op versterking tussen rollen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke rol speelt vrije tijd?

A

Als herstelmoment, noodzakelijk voor welzijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn antecedent-outcome modellen?

A

Modellen die oorzaken en gevolgen van werk-familie interactie bestuderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn spillover modellen?

A

Modellen die de overdracht van ervaringen tussen werk en familie verklaren zonder expliciete mediatoren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de spillover hypothese?

A

Ervaringen in de ene rol beïnvloeden automatisch gedrag in een andere rol.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is compensatie?

A

Gebrek in het ene domein compenseren in het andere.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de expansiehypothese?

A

Meerdere rollen kunnen energie opleveren in plaats van uitputten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat stelt de roltheorie?

A

Conflicten ontstaan door onverenigbare eisen van meerdere rollen.

17
Q

Wat zijn de vier types werk-familie interactie?

A

WFC, FWC, WFE, FWE.

18
Q

Wat is WFE?

A

Work-to-family enrichment: werkervaring versterkt je functioneren thuis.

19
Q

Wat is FWE?

A

Family-to-work enrichment: thuiservaringen verbeteren je werkprestaties.

20
Q

Wat is WFC?

A

Work-to-family conflict: werk bemoeilijkt het privéleven.

21
Q

Wat is een belangrijk antecedent van WFC?

A

Hoge werkdruk of lange werkuren.

22
Q

Wat is een belangrijke uitkomst van WFC?

A

Lager welzijn, hogere stress en slechtere gezondheid.

23
Q

Wat voorspelt FWC?

A

Problemen in thuissituatie die prestaties op werk belemmeren.

24
Q

Wat is matching hypothese?

A

Sterkste effecten treden op binnen hetzelfde domein (werk op werkuitkomst).

25
Wat is cross-domain hypothese?
Effecten treden op tussen verschillende domeinen (privé beïnvloedt werk).
26
Wat toont meta-analyse van Amstad et al. (2011)?
Significante negatieve effecten van WFC op welzijn, universeel bevestigd.
27
Wat is de meest universele relatie volgens internationaal onderzoek?
Negatief verband tussen WFC en mentaal/fysiek welzijn.
28
Welke copingstrategie werkt het beste bij werk-familieconflict?
Problem-focused coping.
29
Wat is presenteïsme?
Ziek naar het werk gaan en toch blijven functioneren.
30
Hoe beïnvloedt presenteïsme werk-familie interactie?
Negatief: slechtere relatiekwaliteit en minder welzijn bij anderen.
31
Wat is de SWING-vragenlijst?
Meet positieve en negatieve werk-thuis en thuis-werkinterferentie.
32
Wat is een kritiek op de SWING?
Tautologische items en vloereffect bij TWI.
33
Wat zijn de vier schalen van SWING?
+WTI, -WTI, +TWI, -TWI.
34
Wat meet WHIQ?
Work-Home Integration op drie niveaus: cognitief-affectief positief/negatief en gedragsmatig.