Les 3 Werkgerelateerd (on)welbevinden (ChatGPT) Flashcards
(34 cards)
Vraag
Antwoord
Wat betekent ‘werkgerelateerd welbevinden’?
Het mentale, fysieke en emotionele welzijn van werknemers dat beïnvloed wordt door hun werk.
Wat is het Janusgezicht van arbeid?
Werk kan zowel energie geven als schade veroorzaken.
Wat is presènceïsme?
Aanwezig zijn op het werk ondanks ziekte of mentale uitputting.
Wat is een belangrijke conclusie uit het Harding-artikel?
Welzijn van leerkrachten beïnvloedt het welzijn en distress van leerlingen.
Wat is werkbevlogenheid (work engagement)?
Een positieve werkhouding gekenmerkt door energie, toewijding en absorptie.
Wat is burnout?
Een toestand van emotionele uitputting, depersonalisatie en verminderde persoonlijke bekwaamheid.
Wat is werkverveling?
Een toestand van onderstimulatie en gebrek aan uitdaging of betekenis in het werk.
Wat is werkverslaving (workaholism)?
Compulsief en excessief werken met negatieve gevolgen voor welzijn.
Wat is jobtevredenheid?
De mate waarin iemand tevreden is over zijn/haar werk.
Wat is het verschil tussen burnout en werkverveling?
Burnout = overbelasting; werkverveling = onderbelasting.
Wat toont het Harding-onderzoek aan over leerkrachten?
Hun welzijn beïnvloedt direct dat van leerlingen.
Wat is een negatieve impact van presenteïsme bij leerkrachten?
Hogere distress bij leerlingen.
Wat is een mediator tussen leerkracht- en leerlingwelzijn?
Presenteïsme of kwaliteit van de relatie.
Wat meet de WEMWBS?
Het mentale welzijn van personen (bv. leerkrachten of leerlingen).
Wat zijn predictoren van burnout?
Hoge taakeisen, lage autonomie, emotionele belasting.
Wat voorspelt bevlogenheid?
Beschikbare hulpbronnen, autonomie, sociale steun.
Wat zijn kenmerken van een bevlogen werknemer?
Energie, enthousiasme, opgaan in het werk.
Wat zijn gevolgen van werkverslaving?
Slechte work-life balans, fysieke en mentale klachten.
Wat zijn risico’s voor gezondheidswerkers?
Hoog risico op burnout, fysieke belasting, emotionele druk.
Wat is een beschermende factor in de zorg?
Sociale steun en taakautonomie.
Wat maakt de zorgcontext uniek voor welbevinden?
Hoge emotionele eisen en intensief klantcontact.
Wat is een primaire preventie bij burnout?
Aanpassen van werkeisen en -omstandigheden.