Les 3 Flashcards
(37 cards)
Astigmatisma
Cornea is niet bolvormig, cilinder nodig
Staar
Vertroebeling van de lens, door ouderdom of suiker
Glaucoom
Druk in de oogbal te hoog, wat zorgt voor uitval van staafjes, wat zorgt voor tunnelvisie
Presbyopie
Binnenste van de lens verhard, lens niet bol genoeg, leesbril nodig
Verziend
+ lenzen, lens te plat, brandpunt te ver
Bijziend
- glazen, lens te bol, brandpunt dichtbij
Ventrale route
Van v1 naar de inferior temporal cortex, de wat route, hiermee bepaal je wat voor iets het is wat je ziet
Dorsale route
Van v1 naar de posterior partial cortex, de waar/ actie route voor het bepalen van plaatsen en acties aansturen
Saccades
Ballistische sprongen van het oog van 20 - 40 ms waarin je blind bent. 4 graden groot
Nystagmus
Tremor achtig, nodig omdat de kegeltjes anders vermoeid worden, zonder zou je zicht binnen enkele seconden stoppen
Volgbeweging
Extern target volgen
Convergentie
Beide ogen op 1 target, scheel kijken
L cone
Slaat aan bij geel, en een beetje bij violet
M cone
Slaat uit bij groen
S cone
Slaat uit bij blauw
Blauw
435 nm, kort
Rood
565 nm, lang
Groen
535, midden
Receptor stage
De binnenkomende lichtkleuren worden omgezet in activiteit van de l, m en s cones
Neural stage
Het signaal van de receptor wordt omgezet in een signaal voor de opponente processen theorie
Opponente processentheorie
Een neuron kan hard, gemiddeld en niet vuren. 1 vuurt bij rood hard en bij groen niet, 2 vuurt bij blauw hard en bij geel niet, 3 vuurt bij zwart wel en bij wit niet
Kleurnabeelden
Voorbeeld met eiffeltoren, deze zijn oogspecifiek en verspreid over contouren. Een lijn kan ze blokeren
Kleurenblind
Monochromatic, blauw geel en roodgroen kleurenblind
Monochromatic kleurenblind
Je ziet alleen zwart wit