Les 3, deel 7/8

Question 1

Welke twee kernbenaderingen kennen de biopathologische theorieën?

Dus biologische theorieën die pathologiserende zienswijze hebben

Answer 1

• ‘Ultimate’ kernbenaderingen: Evolutionaire ontwikkelingsfactoren
• ‘Proximale’ kernbenaderingen: in het leven vd mens

Question 2

Wat houdt ‘ultiem’ in?

Answer 2

Hoe gedrag tot stand komt in een bepaalde (dier)soort, evolutionaire ontwikkelingsfactoren

Question 3

Wat houdt ‘proximaal’ in?

Answer 3

Hoe gedrag tot stand komt in een bepaalde situatie

Question 4

Hoe wordt pedofilie verklaart volgens de ultieme kernbenadering van biopathologische theorie?

Answer 4

Dat het een malfunctionerende set van body-shape detectoren zijn

Body-shape van een vrouw vs kind

Question 5

Wat zegt de ‘ultimate’ kernbenadering?

Answer 5

Dat M een sexual preference system hebben dat modulair georganiseerd is en een seksueel object (meestal vrouwen) met specifieke criteria

Question 6

Geef een voorbeeld van de specifieke criteria die the male sexual preference system heeft volgens de ultimate kernbenadering

Answer 6

Jeugdig, aantrekkelijk uiterlijk die hints geeft van genetisch reproductief succes

Question 7

Wat zegt de ‘proximale’ kernbenadering over personen met een parafilie?

Answer 7

Dat ze mogelijk atypische biosignalen/markers hebben

Waardoor de ontwikkeling dus anders verloopt in deze situatie

Question 8

Op welke manier/waarmee genereert de proximate kernbenadering hypothesen?

Answer 8

Door studie van klinische beelden, over de regulatie van seksualiteit door onze hersenen

Question 9

Bestaat er een genetische invloed op pedofilie?

Answer 9

Tot voor kort geen evidentie maar recent door Alanko et al (2013, 2016) een zwakke genetische invloed op pedofilie gevonden

Question 10

Wat zijn 3 aanwijzingen voor een neurobiologische component?

Answer 10

• Verhoogde prevalentie: parkinson, multiple sclerose, dementie
• Ontwikkelingsverstoring vd hersenen
• Cerebrale verstoring van neurotransmitters: regulatie seksualiteit; dopamine, serotonine, norepinefrine

Question 11

Welke vier componenten spelen allemaal bij seksuele opwinding?

Answer 11

• Cognitie: aandacht/appraisal
• Emotie: hedonische kwaliteit
• Autonomische processen: fysiologische reactie
• Motivatie

specifieke hersengebieden nu niet geblokt, mogelijk wel nog belangrijk?