Les 4, deel 8/13 Flashcards

1
Q

Waar staat CPA voor?

A

Cyproteronacetaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke dubbele werking heeft CPA?

A
  • Inhibitie Gonadotrofine-stimulerend hormoon (GnRh) en luteïniserend hormoon (LH)
  • Partiële agonist en competitieve inhibitor van intracellulaire androgeen receptoren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het effect/gevolg van de partiële agonist en competitieve inhibitor van intracellulaire androgeen receptor? (CPA werking)

A

Waardoor de intracellulaire opname en metabolisme van T worden geblokkeerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar staat PO voor?

A

Purchase Order

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar heeft CPA effect op?

A

Seksuele opwinding, fantasie en zelfgerapporteerde seksuele activiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het probleem rond CPA in context van therapietrouw? (2)

A
  • Alleen PO
  • Plasma-T-spiegels zijn niet systematisch verlaagd, waardoor therapietrouw moeilijker geobjectiveerd kan worden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wanneer wordt gonadotrofine-stimulerend hormoon-agonisten uitgeschreven?

A

Wanneer anti-androgenen ontoereikend of te risicovol zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke drie beschikbare GnRHa zijn er?

A
  • Triptoreline
  • Leupopreline
  • Gosereline
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke van de drie beschikbare GnRHa is het best bestudeerd?

A

Triptoreline, specifiek: salvacyl

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Op welke manier kan GnRHa gebruikt worden?

A

Enkel IM: intramusculair, om de 12 weken toegediend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly