Licht Verstandelijke Beperking Flashcards
Hoorcolleges 1 en 2 (28 cards)
Welk diagnostisch instrument wordt gebruikt voor LVB?
SIVT
Wat meet de SIVT
- Waarnemen van de situatie en probleemherkenning (Encoderen)
- Interpreteren
- Doelen stellen
- Bedenken van verschillende reacties als oplossingen (Respons-generatie)
- Beoordelen van de reacties en kiezen van één reactie als oplossing (Responsevaluatie en -selectie)
- Uitvoeren van de reactie
Wat is de Amerikaanse definitie van VB?
Intellectuele stoornis (Intellectual Developmental Disorder) is een stoornis met een begin tijdens de ontwikkelingsperiode die zowel intellectuele als aanpassingsstoornissen omvat op conceptueel, sociaal en praktisch gebied.
Amerikaanse IQ grenzen voor VB
Amerikaans:
- VB bij een IQ < 70
- LVB bij een TIQ tussen 50 en 70 met sociale aanpassingsproblematiek
Nederlandse IQ grenzen voor VB
- LVB bij een IQ tussen 50-70
- zwakbegaafd bij IQ 70-85 met sociale aanpassingsproblematiek
wat is het verschil tussen DSM 4 en 5 m.b.t. verstandelijke beperkingen
De DSM 5 deelt niet enkel in op IQ score, maar op basis van adaptief functioneren (conceptueel, sociaal en praktisch), vaardigheden en profielen
Wat zijn kenmerken van LVB bij kinderen en volwassenen?
- Minder exploratiegedrag
- Concreet denkniveau (hier-en-nu),
- Moeite met oorzaak-gevolg relaties
- Moeite onderscheiden belangrijke en onbelangrijke details
- Gedrag bepaald door huidige emoties
- EF-problemen, impulsiviteit in denken en handelen
- (Sociale) informatieverwerkingsproblemen
- Erg afhankelijk
- Veel faalervaringen
- Zelfoverschatting en overschreeuwen
Wat zijn omgevingskenmerken van een kind met LVB?
- Vaak één of beide ouders hebben ook een LVB
- Ouders problemen met opvoedingsvaardigheden
- Beperkte ‘veilige basis’
- Multiprobleem gezinnen
- Buurt of wijk meer probleemgezinnen
- Negatieve spiraal op school
- Leerkrachten slechter begrip van LVB
- Problemen met aansluiting peers
- Omgeving van peers ook een LVB
Welke bijkomende problemen zijn er?
- gedragsproblemen, rond 50%
- psych. problemen 8-10%
- gedragsstoornissen en delinquent gedrag, 50% van lvb
- agressie, grensoverschrijdend gedrag
prevalentie vb
1-3%
3x meer jongens dan meisjes
440k mensen in nl met iq <70
Zigler’s Two Group Approach
Het soort verstandelijke beperking kan opgedeeld worden in 2 groepen: organisch en familiaal veroorzaakt
organische vb
- heeft vaak een medische oorzaak
- vaak syndromen en/of iq< 55
- weten we door genetische tests
- de ontwikkelingsstappen zijn gelijk, maar de functioneringsprofielen verschillen over domeinen heen pp
familiale vb
- Niet altijd een medische oorzaak, maar wel erfelijke aanleg
- Horen bij ‘lower end’ van de normaalverdeling
- Ontwikkeling lijkt ‘normaal’, maar vaak met een langzamer verloop
- Weten we door gedrag, sociale aanpassing, SCIL en SCAF screeners, evt. IQ test
welke ontwikkelingstrajecten heb je?
- vertraagd (delayed onset)
- afwijkend (slowed rate)
- beide (delayed onset & slowed rate)
- laatbloeiers (non-lineairity)
- premature asymptote (plafond bereikers)
delayed onset ontwikkelingstraject
De ontwikkeling start later dan normaal, maar volgt daarna een vergelijkbaar tempo.
slowed rate ontwikkelingstraject
De ontwikkeling begint op tijd, maar verloopt trager dan normaal
delayed onset & slowed rate ontwikkelingstraject
De ontwikkeling begint later dan normaal en verloopt ook trager
non-linearity ontwikkelingstraject
De ontwikkeling begint normaal, maar vertraagt of versnelt op onvoorspelbare momenten (“laatbloeiers”).
premature asymptote ontwikkelingstraject
De ontwikkeling stopt vroegtijdig, waardoor een plafond wordt bereikt en verdere groei uitblijft
kenmerken down syndroom
- Sociale interactie met moeder relatief goed
- Minder responsief (kijken minder, korter)
- Minder of geen social referencing
- Passiever in contact
- Let op: stigmatisering maar ook veel depressie op latere leeftijd
- wordt veel gedacht dat ze alijd vrolijk zijn, maar ze zijn eerder passiever en minder responsief.
fragiele x syndroom kenmerken
- weinig oogcontact
- terugtrekken, angstig, verlegen
- hypothese: angst door tekort arousalregulatie en dus snel overprikkeld
- vrouwen minder sociale en emotionele problemen
- op een x syndroom, dus vrouwen kunnen compenseren
22Q11(.2) Deletie syndroom kenmerken
- Medische kenmerken: 2/3 aangeboren hartafwijking, 2/3 hazenlip, immuun problemen, voeding- en slaapproblemen, KNO-problemen.
- 30-40% IQ < 70, de rest IQ70-85
- Grote intervariëteit in gedrag van externaliserend naar internaliserend
- Moeite emoties te reguleren
- Veel angst en fobieën
- Veel psychiatrie zoals ADHD, ASS, Bipolair, Depressie, OCD, schizofrenie
Williams syndroom kenmerken
- Responsief, aardig, ook voor vreemden
- Aandacht goed focussen
- Interesse in gezichten (waardoor weinig aandacht voor andere cues), maar moeite met juist interpreteren van gezichtsuitdrukkingen
- Theory Of Mind (TOM) problemen
- Vriendelijk, maar lijkt meer ‘social stimulus attraction’ dan vriendschappelijk
Prader-Willi syndroom kenmerken
- Rigide, koppig, ‘mood swings’, woede-aanvallen, mn vanaf puberteit (die versterkt)
- Hangen erg aan routine en voorspelbaarheid
- Compulsief gedrag (ernstige vormen)
- Veel stemmingsproblematiek, bv depressie met psychotische kenmerken
- Zeer ernstige onverzadigbare eetlust (resulterend in obesitas)