Lintwormen Flashcards
(18 cards)
1
Q
Soort
A
Wormen => Plathyhelminthes (platworm) => Cestoda
2
Q
Pathogenen bij mens
A
- Taenia saginata
- Taenia soliu
- Endolimax nana
- Echinococcus granulosus
3
Q
uiterlijk
A
- Kop = scolex
- Keten van proglottiden (hemafrodiet)
- lengte is afhankelijk van soort
4
Q
wie in eindgastheer en tussengastheer
A
- Volwassen worm enkel in eindgastheer
- Larvale stadia in 1 of meer tussengastheren
5
Q
Epidemiologie
A
- Wereldwijd
- België: Taenia saginata, andere lintwormen zijn import
6
Q
transmissie
A
- Besmet vlees eten
- Fecaal besmet voedsel eten
- Contact met honden
- Autobesmetting
7
Q
Pathogenese
A
- Volwassen worm in de darm is met zuignappen aan darmmucosa vastgehecht.
- Proglottiden met eitjes lossen distaal.
- T. saginata kruipen actief naar buiten
- E. granulosus: na ingestie ontwikkeling van hydatide-cyste in weefsels
8
Q
Pathogenese T. solium
A
- Proglottiden gaan meestal stuk inde darm met vrijkomen van eitjes, dan is autoinfectie mogelijk
- Cysticercose na ingestie eitjes met ontwikkelen van cysticerci in weefsels.
9
Q
Ziektebeeld latente infectie met T. saginata en solium
A
- weinig klachten
- soms vage buikklachten
10
Q
Ziektebeeld T. saginata
A
proglottiden in stoelgang of uit anus
11
Q
Ziektebeeld T. solium cysticercose in weefsels
A
- Symptomen afhankelijk van welk weefsel (spieren hersenen, oog)
- bv. epilepsie, uitval, …
12
Q
ziektebeeld E. granulosus
A
afhankelijk van de locatie van hydatide-cyste
13
Q
Diagnose T. saginata
A
proglottiden in stoelgang od uit anus
14
Q
Diagnose T. solium, latente infectie
A
eitjes in stoelgang => microscopisch onderzoek
15
Q
Diagnose T. solium cysticercose
A
- antistoffen aantonen mbv serologie
- beeldvorming
16
Q
Diagnose E. granulosus hydatide cyste
A
- anistoffen aantonen mbv serologie
- beeldvorming
17
Q
Preventie
A
- Vleeskeuring
- Voldoende verhitten vlees
- Indirecte blootstelling vermijden
18
Q
behandeling
A
- Antiparasitaire middelen
- cysticercose, hydatidecyste: antiparasitaire middelen + chirurgie