Menstruatiecyclus Flashcards

(12 cards)

1
Q

fase 1

A

dag 1-5
De menstruatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

fase 2

A

dag 6-13
eicel rijpt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

fase 3

A

dag 14
eisprong (24 u)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

fase 4

A

dag 15-28
eicel is niet bevrucht-> baarmoeder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wanneer ben je vruchtbaar

A

dag 12-16

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is het nut van de menstruatiecyclus

A

dat je niet zwanger bent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wanneer worden de eicellen gevormd

A

al voor de geboorte maar worden pas in latere levensfase rijp
vanaf puberteit sturen hypothalamus en de hypofyse de menstruele cyclus aan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat word er geproduceerd tijdens rijpingsproces

A

oestrogeen en progesteron
-> komen eerst in bloed en daarna over heel het lichaam
-> in de baarmoeder zorgen ze ervoor dat het baarmoederslijmvlies dikker wordt en de bloedvaten ontwikkelen sterk voor een eventuele bevruchte eicel op te vangen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat gebeurt er als de eicel niet bevrucht is

A

dan word het baarmoederslijmvlies afgestoten en dat kan gepaard met bloedingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hoe raakt je cyclus ontregeled

A
  • temperatuur
  • stress
  • vliegtuig (druk)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

manieren om de menstruatie op te vangen

A

maandverband
tampon
cup/cub
katoenendoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

tips tegen de pijn

A

de pil
neurofen
dafalgan
pittenzakkussen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly