Middelengebruik Flashcards

1
Q

Stoornis in het gebruik van middelen

A

Een problematisch patroon van gebruik van een roesmiddel … en dat leidt tot klinisch significante beperkingen of lijdensdruk, zoals blijkt uit minstens twee van de volgende kernmerken, die binnen een periode van een jaar optreden:
A) Verlies van controle
1. Het middel wordt vaak in grotere hoeveelheden of langduriger gebruikt dan de bedoeling was
2. Er is een persisterende wens of er zijn vergeefse pogingen geweest om het gebruik te minderen of in de hand te houden
3. Veel tijd wordt besteed aan activiteiten die nodig zijn om aan het middel te komen, het middel te gebruiken of te herstellen van de effecten ervan
4. Hunkering of een sterke wens of drang tot het gebruik van het middel

B) Sociale gevolgen

  1. Recidiverend gebruik van het middel, met als gevolg dat de belangrijkste rolverplichtingen niet worden nagekomen op school, werk of thuis
  2. Aanhoudend gebruik van het middel ondanks persisterende of recidiverende sociale of intermenselijke problemen, veroorzaakt of verergerd door de effecten van het middel
  3. Belangrijke sociale, beroepsmatige of vrijetijdsactiviteiten zijn opgegeven of verminderd vanwege het gebruik van het middel

C) Risicovol gebruik

  1. Recidiverend gebruik van het middel in situaties waarin dit fysiek gevaar oplevert
  2. Het gebruik van het middel wordt gecontinueerd ondanks bekendheid van de schadelijke effecten ervan

D) Lichamelijke afhankelijkheid

  1. Tolerantie
  2. Onttrekkingssyndroom
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Comorbiditeit en DD stoornis in het gebruik van middelen

A

Comorbiditeit:

  • Gedragsstoornissen
  • ADHD
  • Depressie
  • Angst
  • Psychotische stoornissen

DD:

  • Delirium
  • Psychose
  • Angststoornissen
  • Stemmingsstoornissen
  • Slaapstoornissen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Etiologie: bio-psycho-sociaal model

A

1) Psychologisch model
- Operante conditionering: gedrag neemt toe bij pos/neg bekrachtiging en neemt af bij pos/neg straf
- Klassieke conditionering: Een initieel neutrale stimulus lokt op den duur een geconditioneerde reactie uit
- Habituatie: Herhaaldelijke lootstelling aan eenzelfde stimulus lokt steeds minder reactie uit
- Sensitisatie: Eenzelfde respons op een in gaandeweg intensiteit afnemende prikkel
- Gewoontevorming

2) Biologisch model
- Neurobiologisch
- Genetisch

3) Omgevingsinvloeden
- Directe omgeving: strikte regels van ouders = beschermende factor
- Brede sociale context: prijs en beschikbaarheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Behandeling verslavingsstoornissen

A

1) Volwassenen: stepped-care
2) Jeugd: multimodale aanpak
3) Medicamenteuze behandeling: bij comorbide problemen (beperkt bewijs)
4) Cognitieve gedragstherapie
5) Contingentie management
6) Motiverende gespreksvoering
7) Multidimentionele gezinstherapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly