ZVG Flashcards

1
Q

ZVG

A

Er is sprake van zelfbeschadiging wanneer een persoon zichzelf in het afgelopen jaar op 5 of meer dagen opzettelijk een letsel heeft toegebracht aan het eigen lichaamsoppervlak zonder suïcidale intentie (criterium A). Bovendien verwacht de persoon die zichzelf beschadigt minstens één van de volgende effecten van het gestelde gedrag (B):

  1. Het afnemen van negatieve gevoelens/gedachten
  2. Het oplossen van een interpersoonlijk conflict
  3. Het opwekken van positieve gevoelens

C) Het ZVG gaat samen met minstens één van de volgende kenmerken:

  1. Interpersoonlijke conflicten of negatieve gevoelens of gedachten
  2. Er is een periode van preoccupatie met het beoogde gedrag
  3. De persoon denkt frequent aan zelfbeschadiging, ook wanneer hij/zij er niet naar handelt

D) Het gedrag is niet sociaal aanvaard en blijft niet beperkt tot het krabben aan korstjes of nagelbijten

E) Het gedrag veroorzaakt significante lijdensdruk of een beperking in het functioneren

F) Het gedrag kan niet verklaard worden door een andere psychische of somatische aandoening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Comorbiditeit ZVG

A

Internaliserende problematiek
Borderline persoonlijkheidsstoornissen
Eetstoornissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Behandeling ZVG

A

1) Psycho-educatie
2) Controle over ZVG krijgen: wat zijn de triggers?
3) Motivationele gespreksvoering
4) Sociale, probleemoplossende en copingvaardigheden
5) Netwerk betrekken: gezinstherapie
6) Symptoomfluctuaties en shifting in het oog houden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly