MM 3.1 Flashcards
duitsland,oostenrijk-honggarijen en hun bont genoten (12 cards)
1
Q
centralen
A
duitsland,oostenrijk-hongarije
2
Q
eerste wereld oorlog
A
wereldwijde oorlog 1914-1918
3
Q
front
A
plaats waar gevochten wordt
4
Q
gealierden
A
frankrijk,rusland,het verenigd koningkrijk en hun bondgenoten
5
Q
militarisme
A
verheerleking van het leger
6
Q
neutraal
A
onpartijdig
7
Q
propoganda
A
versprijding van ideen
8
Q
regime
A
ondemocratische regering
9
Q
tijd van tweedewereldoorlogen
A
1900-1950
10
Q
tweefrontenoorlog
A
oorlog waarbij in twee gebieden tegelijk gevochten wordt
11
Q
wapenwedloop
A
race om sterkste bewaping te krijgen
12
Q
wereldoorlog
A
oorlog waaraan veel volken in een groot deel van wereld mee doen