Module 2: BBP en inflatie Flashcards

(142 cards)

1
Q

Wat zijn de twee economische actoren in de economische kringloop?

A

Bedrijven en huishoudens

Deze actoren zijn essentieel voor de werking van de economische kringloop.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat gebeurt er op de markt voor goederen en diensten?

A

Bedrijven produceren en verkopen goederen en diensten
Huishoudens kopen deze goederen en diensten.

Huishoudens betalen voor goederen en diensten met geld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de productiefactoren die huishoudens aanbieden?

A

Arbeid, kapitaal, en land

Voorbeeld van kapitaal is spaargeld dat aan bedrijven wordt gegeven in ruil voor aandelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarom kopen bedrijven productiefactoren?

A

Bedrijven hebben productiefactoren nodig om goederen en diensten te produceren.

Dit is cruciaal voor de productiecyclus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een belangrijke conclusie over de totale productie van een land?

A

De totale productie is gelijk aan de totale uitgave van een land.

Dit benadrukt de samenhang tussen productie en consumptie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Vul in: De totale waarde van een land is gelijk aan de totale _______.

A

inkomsten

Dit geeft inzicht in de economische gezondheid van een land.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar vinden bedrijven en huishoudens elkaar naast de markt voor goederen en diensten?

A

Op de markt voor productiefactoren

Dit is waar de benodigde middelen voor productie worden verhandeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat staat de letter ‘G’ voor in de context van overheidsuitgaven?

A

‘G’ staat voor overheidsuitgave (in het Engels ‘Government’).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn investeringen?

A

Investeringen zijn de aankoop van goederen en diensten van andere bedrijven op de markt voor goederen en diensten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wie kan goederen en diensten kopen op de markt voor goederen en diensten?

A

Zowel bedrijven als huishoudens kunnen goederen en diensten kopen op die markt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de rol van financiële instellingen?

A

Financiële instellingen zijn tussenpersonen die spaargeld van mensen lenen aan bedrijven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat gebeurt er met belastinggeld dat door huishoudens en bedrijven aan de overheid wordt betaald?

A

Dit geld kan niet gebruikt worden om goederen en diensten aan te kopen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe kan de overheid geld lenen?

A

De overheid kan geld lenen bij de bank.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat koopt de overheid?

A

De overheid koopt zelf ook goederen en diensten, zoals het betalen van professoren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het verschil tussen import en export?

A

Huishoudens kunnen kiezen om goederen en diensten bij binnenlandse of buitenlandse bedrijven aan te kopen (import), terwijl buitenlandse bedrijven ook goederen en diensten bij binnenlandse bedrijven kunnen aankopen (export).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de meest gebruikte maatstaf voor het meten van de welvaart van een land?

A

De meest gebruikte maatstaf is het Bruto Binnenlands Product (BBP).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is het BBP?

A

BBP is de marktwaarde van alle finale goederen en diensten die geproduceerd worden in een land binnen een bepaalde periode.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat betekent ‘marktwaarde’ in de context van BBP?
(BBP is de marktwaarde van alle finale goederen en diensten die geproduceerd worden in een land binnen een bepaalde periode.)

A

Marktwaarde is wat mensen bereid zijn te betalen voor een goed of dienst.

Voorbeeld: De prijs van Evian = 3x prijs van 365-water; 1 liter Evian draagt 3x zoveel bij aan het BBP als 1 liter 365-water.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat betekent ‘alle’ in de context van BBP?
(BBP is de marktwaarde van alle finale goederen en diensten die geproduceerd worden in een land binnen een bepaalde periode.)

A

Niet elke marktwaarde is makkelijk te meten, zoals de waarde van een huurhuis versus eigendom.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat betekent ‘finale’ in de context van BBP?
(BBP is de marktwaarde van alle finale goederen en diensten die geproduceerd worden in een land binnen een bepaalde periode.)

A

Enkel het eindproduct dat geconsumeerd wordt telt voor het BBP.

Voorbeeld: Enkel de prijs van het pakje friet wordt meegeteld, niet de prijs van aardappelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat zijn ‘goederen en diensten’ in de context van BBP?
(BBP is de marktwaarde van alle finale goederen en diensten die geproduceerd worden in een land binnen een bepaalde periode.)

A

Zowel tastbare goederen als ontastbare diensten tellen mee voor het BBP.

Voorbeeld: Een papieren krant en een digitaal krantenabonnement tellen beide mee.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat betekent ‘geproduceerd’ in de context van BBP?
(BBP is de marktwaarde van alle finale goederen en diensten die geproduceerd worden in een land binnen een bepaalde periode.)

A

Enkel goederen en diensten die binnen de bepaalde periode geproduceerd zijn, tellen mee.

Voorbeeld: Tweedehandskledij telt niet mee voor het BBP.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat betekent ‘in een land’ in de context van BBP?
(BBP is de marktwaarde van alle finale goederen en diensten die geproduceerd worden in een land binnen een bepaalde periode.)

A

Als je als Belg in Luxemburg werkt, telt dat voor het BBP van Luxemburg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat betekent ‘binnen een bepaalde periode’ in de context van BBP?
(BBP is de marktwaarde van alle finale goederen en diensten die geproduceerd worden in een land binnen een bepaalde periode.)

A

Meestal 1 jaar, soms kwartaalcijfers die verviervoudigd worden voor seizoensgebonden trends.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Wat is het BBP in een gesloten economie?
In een gesloten economie is het BBP de totale inkomsten, uitgaven en productie van iedereen in een land.
26
Wat is de relatie tussen BBP en productie?
Hoe hoger het BBP, hoe meer er geproduceerd wordt binnen de gesloten economische kringloop.
27
Wat is de relatie tussen BBP en consumptie?
Hoe hoger het inkomen van gezinnen, hoe hoger de consumptie van gezinnen zal zijn.
28
Wat is de veronderstelling over consumptie en geluk?
We gaan ervanuit dat mensen gelukkiger zijn als ze meer kunnen consumeren.
29
Wat is de impact van een hoger BBP op de bevolking?
Hoe hoger het BBP, hoe meer goederen en diensten inwoners van een land kunnen kopen, wat het algemeen nut van de bevolking verhoogt.
30
Wat is het verschil tussen een aankoop van een binnenlands bedrijf en een buitenlands bedrijf?
Een aankoop van een binnenlands bedrijf is een aankoop op de markt van goederen en diensten, terwijl een aankoop van een buitenlands bedrijf een import is. ## Footnote Dit onderscheid is belangrijk voor de analyse van economische activiteiten in een land.
31
Hoe wordt een aankoop van een bedrijf genoemd?
Een investering ## Footnote Aankopen van bedrijven worden altijd als investeringen beschouwd en niet als consumptie.
32
Wat zijn de lekken uit het BBP?
* Belastingen * Sparen * Import ## Footnote Deze factoren verminderen de beschikbare middelen voor consumptie en productie binnen een economie.
33
Wat zijn de injecties in het BBP?
* Overheidsuitgaven * Investeringen * Export ## Footnote Deze factoren verhogen de productie en economische activiteit.
34
Wat zijn belastingen in de context van het BBP?
Geld dat naar de overheid gaat en niet door bedrijven en huishoudens kan worden gebruikt voor consumptie. ## Footnote Dit heeft invloed op de beschikbare middelen voor het kopen van goederen en diensten.
35
Wat is spaargeld en hoe beïnvloedt het het BBP?
Geld dat huishoudens aan de kant zetten, wat leidt tot lagere consumptie en dus een lager BBP. ## Footnote Spaargeld kan niet direct worden gebruikt voor consumptie.
36
Waarom is import een lek uit het BBP?
Omdat het BBP alleen de productie binnen een land meet. ## Footnote Import betekent dat goederen en diensten van buiten het land komen, wat de binnenlandse productie niet verhoogt.
37
Hoe dragen overheidsuitgaven bij aan het BBP?
De overheid gebruikt belastingen om goederen en diensten aan te kopen, wat leidt tot meer productie en een hoger BBP. ## Footnote Overheidsuitgaven zijn een belangrijke injectie in de economie.
38
Wat is de relatie tussen investeringen en het BBP?
Meer investeringen door bedrijven leiden tot meer productie en een hoger BBP. ## Footnote Investeringen zijn cruciaal voor economische groei.
39
Wat is de definitie van een open economie?
Een economie waarin handel met het buitenland plaatsvindt. ## Footnote Dit omvat zowel import als export van goederen en diensten.
40
Hoe kan het BBP worden samengevat in een open economie?
Y ≡ C + I + G + NX BBP = consumptie + investeringen + overheidsuitgaven + netto exports ## Footnote Hierin staat Y voor het BBP, C voor consumptie, I voor investeringen, G voor overheidsuitgaven, en NX voor netto-export.
41
Wat is Bruto Nationaal Inkomen (BNI)?
BNI = BBP + inkomen die inwoners van België produceren in het buitenland – inkomen van buitenlanders in België ## Footnote Het BNI houdt rekening met de productie van Belgische inwoners buiten België en de inkomens die buitenlanders in België verdienen.
42
Hoe wordt het BNI beïnvloed door Belgische grensarbeiders?
De goederen of diensten die Belgische grensarbeiders in het buitenland produceren, tellen mee voor het BNI van België, maar niet voor het BBP van België ## Footnote Bijvoorbeeld, een Belgische grensarbeider die in Luxemburg werkt, draagt bij aan het BNI van België.
43
Wat gebeurt er met de arbeid van buitenlandse studenten in België?
Hun arbeid telt mee voor het BBP van België, maar niet voor het BNI van België ## Footnote Dit betekent dat hun bijdrage aan de economie van België niet wordt meegerekend in het nationale inkomen van België.
44
Wat is de formule voor Nationaal Inkomen (NI)?
NI = BNI – belastingen + subsidies ## Footnote Het NI vertegenwoordigt het netto nationale inkomen na belastingen en subsidies.
45
Wat is Persoonlijk Inkomen (PI)?
PI = NI uitgekeerd aan gezinnen ## Footnote Het persoonlijk inkomen is wat gezinnen daadwerkelijk ontvangen, inclusief overheidssteun.
46
Hoe wordt het Persoonlijk Inkomen (PI) berekend?
PI = BNI – inkomen van bedrijven dat niet uitgekeerd wordt aan gezinnen + de inkomsten van gezinnen uit overheidsmiddelen ## Footnote Dit houdt in dat het inkomen dat bedrijven behouden voor investeringen of sparen niet wordt meegerekend.
47
Wat is Beschikbaar Inkomen (BI)?
BI = PI – belastingen ## Footnote Beschikbaar inkomen is wat mensen hebben om uit te geven na aftrek van belastingen.
48
Wat is het belangrijkste waarover Beschikbaar Inkomen (BI) gaat?
Wat mensen hebben om uit te geven ## Footnote Het beschikbaar inkomen is cruciaal voor het bestedingspatroon van huishoudens.
49
Wat zijn de vier componenten van het BBP?
C + I + G + NX ## Footnote C = Consumptie, I = Investeringen, G = Overheidsuitgaven, NX = Netto exports
50
Wat omvat consumptie in het BBP?
Uitgaven van gezinnen aan goederen en diensten, met uitzondering van vastgoed ## Footnote Dit betreft alles wat huishoudens kopen op de markt voor goederen en diensten
51
Wat zijn investeringen in de context van het BBP?
Uitgaven die bedrijven doen aan gebouwen, machines en inventarissen die bijdragen aan de productie ## Footnote Investeringen omvatten ook vastgoedaankopen van gezinnen
52
Wat is de definitie van inventaris?
Producten die in een bepaald jaar geproduceerd worden, maar niet verkocht worden in dat jaar ## Footnote Voorbeeld: Productie in december 2024, verkoop in 2025 valt in BBP van 2024
53
Wat zijn overheidsuitgaven (G) in het BBP?
Uitgaven op de markt van goederen en diensten door overheden ## Footnote Inclusief salarissen van overheidspersoneel, exclusief uitkeringen
54
Wat zijn netto exports?
Totale export min totale import ## Footnote Export = goederen en diensten geproduceerd in België, gekocht door buitenlanders; Import = goederen en diensten geproduceerd in het buitenland, gekocht door Belgen
55
Wat wordt niet meegerekend als overheidsuitgaven?
Uitkeringen zoals pensioenen of werkloosheidsuitkeringen ## Footnote Dit zijn geen aankopen van goederen of diensten door de overheid
56
Invullen: _______ zijn uitgaven die bedrijven doen om meer te kunnen produceren.
Investeringen
57
Waaruit bestaat de consumptie in het BBP?
Uitgaven van gezinnen aan goederen en diensten ## Footnote Exclusief vastgoed
58
Waarvan is inventaris een gevolg?
Producten die niet verkocht worden in het jaar van productie ## Footnote Dit zijn goederen die eigendom zijn van de bedrijven totdat ze verkocht worden
59
Export (DEF)
Goederen en diensten geproduceerd in België, gekocht door buitenlanders
60
Import (DEF)
Goederen en diensten geproduceerd in het buitenland, gekocht door Belgen
61
Wat toont de voorbeeldoefening over BBP per capita van China en België aan?
Hoewel China een hoger totaal BBP heeft dan België, is België rijker per inwoner. Het BBP per capita is in China $12.614 en in België $54.701. Dit toont dat de gemiddelde Belg per jaar meer waarde produceert en een hoger gemiddeld jaarinkomen heeft dan de gemiddelde Chinees.
62
Noem een mogelijke oorzaak voor de toename in BBP per capita.
Sterke daling in aantal inwoners Inflatie Toename in productie ## Footnote Een lagere bevolking kan leiden tot een hoger BBP per capita.
63
Hoe wordt het BBP berekend?
Aantal verkochte goederen en diensten * Marktprijs van deze goederen en diensten ## Footnote Dit geeft de totale waarde van de economie weer.
64
Wat zijn de twee zaken die een wijziging van het BBP kunnen veroorzaken?
* Aantal verkochte goederen en diensten stijgt/daalt * Prijs stijgt/daalt ## Footnote Beide factoren zijn cruciaal voor het begrijpen van BBP-veranderingen.
65
Wat is reëel BBP?
BBP van een bepaald jaar moesten de prijzen niet gewijzigd zijn tov een basisjaar. Het BBP in constante prijzen. ## Footnote Dit helpt om de werkelijke economische groei te meten zonder inflatie-effecten.
66
Wat zou het BBP zijn in 2023 moesten de prijzen constant gebleven zijn?
= Reëel BBP => de productie van finale goederen en diensten aan een constante prijs ## Footnote Dit geeft een beter beeld van de productie zonder prijsveranderingen.
67
Wat gebeurt er met nieuwe producten op de markt als het basisjaar verschuift? (bv: ChatGPT)
Het basisjaar schuift mee op, want anders gaat het over veel meer producten waarvoor we geen prijs hebben ## Footnote Dit is nodig om de waarde van nieuwe producten correct te kunnen meten.
68
Wat is de BBP deflator?
Impliciete maatstaf van het prijsniveau
69
Wat gebeurt er als de BBP deflator stijgt van het ene jaar op het andere?
Het leven is duurder geworden, prijzen zijn gestegen of er is inflatie
70
Hoe bereken je de BBP deflator?
BBP Deflator = nominaal BBP / Reëel BPP * 100
71
Wat is het verschil tussen het reële BBP en de BBP deflator?
Bij reële BBP blijven prijzen constant en varieert de hoeveelheid; bij BBP deflator variëren de prijzen en blijft de hoeveelheid constant
72
Hoe bereken je het reële BBP?
Reëel BPP = nominaal BBP / BBP deflator
73
Wat wordt gebruikt om groei te berekenen?
Het reële BBP ## Footnote Groeicijfers zijn gebaseerd op de werkelijke productie en consumptie van goederen en diensten, niet op prijsniveaus.
74
Wat zijn de twee termen die worden gebruikt om groei te beschrijven?
Economische groei en conjunctuur ## Footnote Economische groei verwijst naar lange termijn trends, terwijl conjunctuur naar kortetermijnfluctuaties verwijst.
75
Waarom is het reële BBP belangrijk?
Omdat we niet geïnteresseerd zijn in prijsniveaus ## Footnote Inflatie wordt gebruikt om prijsveranderingen te meten, maar groei is gebaseerd op de reële productie.
76
Wat vertegenwoordigt het BBP?
Een benadering van de welvaart ## Footnote Het BBP is geen perfecte maatstaf voor de totale welvaart in een land.
77
Wat is de formule voor het berekenen van de groei van het BBP?
ΔBBPt = ((BBPt - BBPt-1) / BBPt-1) * 100 ## Footnote Deze formule geeft het percentage verandering in het BBP van de ene periode naar de andere.
78
Noem drie dingen die BBP niet in rekening houdt.
* Vrije tijd * Huishoudelijk werk * Vrijwilligerswerk ## Footnote Deze activiteiten dragen bij aan het welzijn en de kwaliteit van leven, maar worden niet financieel gewaardeerd.
79
Wat houdt BBP niet in rekening met betrekking tot de inkomensverdeling?
Het milieu en inkomensverdeling ## Footnote Dit betekent dat BBP geen inzicht geeft in de ongelijkheid binnen een samenleving.
80
Wat is het effect van een hoger inkomen op welzijn?
Meer tijd en mogelijkheden voor vrije tijd, betere gezondheidszorg ## Footnote Hoger BBP correlates met een hogere levensverwachting en betere levensomstandigheden.
81
Wat blijkt uit onderzoek over geld en geluk?
Geld maakt niet gelukkig; basisgelukscore wordt bepaald door inkomen in vergelijking met anderen ## Footnote Dit suggereert dat relatieve rijkdom belangrijker is dan absolute rijkdom.
82
Hoe beïnvloedt de rijkdom van jouw omgeving jouw eigen geluk?
Als jij rijker wordt, worden de mensen rond jou ook rijker ## Footnote Dit benadrukt het belang van sociale vergelijking en relatieve status in het ervaren van geluk.
83
Vul in: BBP houdt geen rekening met _______.
[huishoudelijk werk]
84
Wat is een gevolg van een hoger BBP met betrekking tot levensverwachting?
Hoger levensverwachting in landen met een hoger BBP ## Footnote Dit geeft aan dat economische ontwikkeling vaak samengaat met verbeterde gezondheidszorg en levensstandaard.
85
Wat is een indicatie dat BBP een beperkte maatstaf is?
Het houdt geen rekening met zaken die moeilijk in geld te meten zijn zoals gezondheid, scholing, cultuur ## Footnote Dit laat zien dat BBP niet het volledige plaatje van welzijn en ontwikkeling vangt.
86
Wat is de definitie van kosten voor levensonderhoud?
'cost-of-living' = hoeveel iemand moet uitgeven om dezelfde levensstandaard te behouden (bv: je eet bepaalde voeding, je woont in een bepaalde type woning, je rijdt in een bepaalde auto: hoeveel je moet uitgeven om exact dezelfde dingen te blijven doen/hebben zonder je levensstandaard te verhogen/te verlagen)
87
Wat betekent prijsniveau?
Een momentopname van de prijzen voor goederen en diensten in een economie op een gegeven moment
88
Wat is de consumptieprijsindex?
Een maatstaf van de prijzen van een representatieve korf goederen en diensten
89
Wat betekent representatief in de context van consumptieprijsindex?
Gekocht door de typische consument (gemiddelde Belg)
90
Vul de lege ruimte in: De kosten voor levensonderhoud zijn hoeveel iemand moet uitgeven om dezelfde _______ te behouden.
levensstandaard
91
Wat is de rol van de consumptieprijsindex?
Indicator van prijsveranderingen voor een representatieve korf goederen en diensten
92
Wat is substitutiebias in de context van de consumptieprijzenindex?
De CPI veronderstelt een vaste goederenkorf, waardoor veranderingen in consumentengedrag niet worden meegenomen ## Footnote Voorbeeld: bij een stijging van de prijs van aardgas kiezen consumenten voor zonnepanelen, wat niet wordt weergegeven in de CPI-berekeningen.
93
Waarom is het belangrijk dat de goederenkorf van de CPI constant wordt gehouden?
Om de evolutie in de prijzen te kunnen zien zonder dat wijzigingen in hoeveelheden en types producten de cijfers vervormen ## Footnote Dit voorkomt verwarring tussen prijsveranderingen en veranderingen in consumptiehoeveelheden.
94
Wat gebeurt er met de levensstandaard van consumenten ondanks een sterke stijging van de CPI?
De levensstandaard blijft dezelfde omdat consumenten dure goederen vervangen door goedkopere goederen ## Footnote Dit toont aan dat de CPI mogelijk niet het ware beeld van de kosten van levensonderhoud weergeeft.
95
Hoe worden nieuwe producten behandeld in de consumptieprijzenindex?
De goederenkorf wordt regelmatig bekeken om nieuwe producten toe te voegen en oude producten te verwijderen ## Footnote Voorbeeld: Netflix is een product dat niet bestond bij de eerste vaststelling van de goederenkorf.
96
Wat is het probleem met veranderingen in kwaliteit in de CPI?
Producten worden verondersteld hetzelfde te zijn van jaar tot jaar, wat niet altijd het geval is ## Footnote Voorbeeld: de kwaliteit van de iPhone is in de loop der jaren verbeterd, wat de prijsstijging beïnvloedt.
97
Wat is het probleem met het bepalen van de 'gemiddelde Belg' in de CPI?
Het is moeilijk te bepalen wie de gemiddelde Belg is, vooral voor mensen met verschillende consumptiepatronen ## Footnote Voorbeeld: een veganist heeft andere prijsgevoeligheden dan de gemiddelde Belg.
98
Wat is krimpflatie?
In plaats van dat de prijzen van een goed of dienst toenemen, wordt de hoeveelheid kleiner gemaakt ## Footnote Dit betekent dat consumenten minder product krijgen voor dezelfde prijs.
99
Wat is inflatie?
De percentuele verandering in de index in vergelijking met de vorige periode. ## Footnote Inflatie geeft aan hoe de prijzen van goederen en diensten in de tijd veranderen.
100
Hoe wordt inflatie gedefinieerd?
Als de groeivoet van de consumptieprijzenindex. ## Footnote Dit meet de verandering in de kosten van een mandje goederen en diensten.
101
Op welke manier wordt inflatie berekend?
Op dezelfde manier als de groeivoet van het BBP. ## Footnote Beide berekeningen gebruiken vergelijkbare formules om de groei of verandering in waarde te berekenen.
102
Wat is de formule voor het berekenen van inflatie?
Inflatie t = (CPIt - CPIt-1 / CPIt-1) * 100 ## Footnote Hierin is CPIt de consumptieprijsindex in de huidige periode en CPIt-1 in de vorige periode.
103
Wat is de gezondheidsindex?
= index gebaseerd op een korf zonder alcohol, tabak en motorbrandstoffen ## Footnote Ongezonde dingen zijn uit de consumptieprijzenindex gehaald
104
Wat betekent het als de gezondheidsindex groter is dan de gewone consumptieprijzenindex?
Dat de prijzen van de ongezonde dingen minder snel gestegen zijn dan de algemene prijzen ## Footnote Voorbeeld: CPI = 135,39 en gezondheidsindex = 135,52
105
Waarom wordt de CPI zonder petroleum gebruikt?
Omdat de prijzen van petroleum en energie het sterkst schommelen ## Footnote Dit wordt de kerninflatie genoemd
106
Wat is kerninflatie?
Inflatie van prijzen die minder sterk schommelen van maand tot maand
107
Wat is de formule voor de afgevlakte index?
= gemiddelde van de index van de laatste 4 maanden x 0,98
108
Waarom bestaan de gezondheidsindex en de afgevlakte index?
Om onze lonen mee te indexeren ## Footnote Gezondheidsindex voorkomt dat lonen stijgen met prijsstijgingen van ongezonde zaken
109
Wat is de functie van de afgevlakte index?
Om de stijging van de lonen wat te vertragen
110
Hoe verhoudt de afgevlakte gezondheidsindex zich meestal tot de gewone gezondheidsindex?
De afgevlakte gezondheidsindex is meestal lager omdat je * 0,98 doet
111
Wat is de spilindex?
= vooropgestelde drempelwaarde
112
Wat gebeurt er als de afgevlakte gezondheidsindex de spilindex overschrijdt?
Uitkeringen en overheidslonen worden automatisch geïndexeerd
113
Indexering (DEF)
Het aanpassen van een bedrag (bv. loon, huur) aan een indexcijfer
114
Loonindexatie (DEF)
lonen worden aangepast aan de inflatie (gebeurd automatisch, maar niet overal. Enkel in België, Luxemburg, Malta en Cyprus voor alle lonen) => Belgische bedrijven worden relatief minder competitief
115
Huurindexering (DEF)
huurprijzen worden ook automatisch aangepast aan inflatie
116
117
Wat is loonindexatie?
Automatische aanpassing van lonen in België, Luxemburg, Malta en Cyprus ## Footnote Loonindexatie gebeurt enkel voor alle lonen in deze landen, zoals vermeld in artikel dia 53.
118
Hoe beïnvloedt loonindexatie de competitiviteit van Belgische bedrijven?
Belgische bedrijven worden relatief minder competitief ## Footnote Dit is een gevolg van de automatische loonindexatie.
119
Hoe wordt loonindexatie toegepast in verschillende sectoren?
Afhankelijk van de sector: *Ambtenaren en sociale uitkeringen verhogen met 2% bij overschrijding spilindex*; *Andere sectoren: maandelijks, tweemaandelijks, semestrieel, jaarlijks, etc. ## Footnote De toepassing varieert per sector.
120
Wat is huurindexering?
Huiseigenaren hebben het recht om de huurprijs jaarlijks te indexeren ## Footnote Dit gebeurt tenzij anders bepaald in het contract.
121
Waarop is huurindexering gebaseerd?
Op basis van de gezondheidsindex ## Footnote Dit is de standaard voor huurindexering.
122
Wat was de beperking voor huurindexering in 2022-2023?
Eigenaars mochten de huur niet indexeren bij een slechte EPC-score ## Footnote Deze beperking is intussen afgeschaft.
123
Wat is de BBP deflator?
Prijzen van alle goederen en diensten geproduceerd in een land ## Footnote De BBP deflator meet de prijsverandering van alle geproduceerde goederen en diensten in de economie.
124
Wat is de CPI?
Prijzen van goederen en diensten gekocht door een typische consument ## Footnote De CPI (Consumentenprijsindex) reflecteert de prijsveranderingen die consumenten ervaren.
125
Geef een voorbeeld van een prijsstijging die in de BBP deflator zit maar niet in de CPI.
Prijsstijging van een Boeing ## Footnote De gemiddelde Amerikaanse consument koopt geen vliegtuigen, dus de prijsstijging van Boeing is niet opgenomen in de CPI.
126
Geef een voorbeeld van een prijsstijging die in de CPI zit maar niet in de BBP deflator.
Prijsstijging van een T-shirt dat niet in België is geproduceerd ## Footnote Geïmporteerde goederen zijn wel onderdeel van de CPI, maar niet van de BBP deflator.
127
Wat gebeurt er met de goederen en diensten die deel uitmaken van de BBP deflator?
Ze veranderen automatisch met veranderende productiehoeveelheden ## Footnote De BBP deflator is dynamisch en past zich aan op basis van wat er geproduceerd wordt.
128
Beweegt de BBP deflator mee met de productiehoeveelheden?
Ja ## Footnote De BBP deflator reflecteert veranderingen in productie, terwijl de CPI dat niet doet.
129
Wat is het belangrijkste verschil tussen de BBP deflator en de CPI?
BBP deflator meet prijzen van geproduceerde goederen en diensten, CPI meet prijzen van gekochte goederen en diensten ## Footnote Dit verschil maakt dat de twee indices verschillende economische realiteiten reflecteren.
130
Wat is de formule om waarde vandaag te berekenen?
Waarde vandaag = waarde in jaar t * prijsniveau vandaag/prijsniveau in jaar t
131
Waarom moeten prijzen gecorrigeerd worden voor inflatie?
Om prijzen van vroeger en nu te kunnen vergelijken
132
Wat is de rol van het prijsniveau in de formule voor waarde vandaag?
Het prijsniveau beïnvloedt de correctie van waarde van een verleden jaar naar de huidige waarde
133
Wat is inflatie?
De stijging van het algemene prijsniveau in de economie
134
Wat is de definitie van reële rente?
Reële rentevoet = nominale interestvoet – inflatie ## Footnote De reële rente geeft de werkelijke koopkracht van de rente weer na correctie voor inflatie.
135
Wat gebeurt er met €1000 op een spaarrekening bij 1% interest na 1 jaar?
Na 1 jaar = €1010, je bent dus €10 rijker (nominaal gezien) ## Footnote Dit is een voorbeeld van nominale rente, zonder rekening te houden met inflatie.
136
Hoe bereken je de reële rente als de nominale rente 1% en de inflatie 4,08% is?
Reële rente = 1% – 4,08% = -3,08% ## Footnote Een negatieve reële rente betekent dat de koopkracht van het spaargeld afneemt.
137
Wat is de reële rente voor een lening met een gemiddelde rentevoet van 3,05% en inflatie van 4,08%?
Reële rente = 3,05% - 4,08% = -1,03% ## Footnote Dit geeft aan dat de werkelijke lasten van de lening in termen van koopkracht afnemen.
138
Waarom is inflatie nadelig voor netto-spaarders?
Omdat spaargeld minder waard wordt, waardoor je in de toekomst minder goederen en diensten kunt kopen ## Footnote Netto-spaarders zijn mensen met meer spaargeld dan schulden.
139
Waarom is inflatie voordelig voor netto-leners?
Omdat de schulden kleiner worden in termen van goederen en diensten die je ermee kunt kopen ## Footnote Netto-leners zijn mensen met meer schulden dan spaargeld.
140
Wat is het effect van hoge inflatie voor iemand met veel schulden en weinig spaargeld?
Je bent blij met inflatie ## Footnote Hoge inflatie verlaagt de reële waarde van de schulden.
141
Wat is het effect van hoge inflatie voor iemand met veel spaargeld?
Je bent niet blij met de hoge inflatie ## Footnote Hoge inflatie vermindert de koopkracht van het spaargeld.
142
Wat is de formule voor het berekenen van de reële rente?
rt = it - πt ## Footnote Hierin staat rt voor reële rente, it voor nominale rente en πt voor inflatie.