Module 4 Flashcards

1
Q

SWB

A

Subjective wellbeing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Beste combinatie voor welzijn

A

Hoge extraversie
Lage neuroticisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Directe link

A

Persoonlijkheid bepaald hoe je bent, dit heeft invloed op je leven en je welzijn
Top down
Genetisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Indirecte link

A

Mensen maken een oordeel over hun leven door verschillende domeinen te evaluaren.
Bottom up
Omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hedonische aanpassing

A

We schommelen rond een redelijk stabiel niveau van welzijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Factoren voor blijvende verandering in welzijn

A

Scheiding
Overleiden van echtgenoot
Werkeloosheid
Invaliditeit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Sociale circumplex

A

2 dimensies, dominantie (status) en warmte (liefde). Hier kunnen alle emoties op geplakt worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Gelijkenishypothese

A

We voelen ons aangetrokken tot iemand die op ons lijkt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Complementariteitshypothese

A

Mensen voelen zich aangetrokken tot mensen met een andere persoonlijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Assortstieve paring

A

Singles vinden mensen met eenzelfde persoonlijkheid leuker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Tevredenheid in een relatie is te voorspellen met…

A

Actoreffecten
Parntereffecten
Verschilscore

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Actoreffecten

A

De persoonlijkheid van jezelf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Partnereffecten

A

De persoonlijkheid van de ander

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Verschilscore

A

Similariteitsmaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Echtscheiding voorspelt door

A

Hoge neuroticisme
Lage conscientieusheid
Lage agreeableness

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Vriendschap voorspelt door

A

Hoge extraversie
Hoge agreeableness

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

3 hechtingsstijlen

A

Anxious, avoident, secure

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Oorsprong hechtingsstijl

A

Kids 10 nature, 40 nurture
Volwassenen 40 nature 60 nurture

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Dismissing avoidance

A

Verlangen om onafhankelijk en zelfredzaam te zijn

20
Q

Bartholomew en Horowitz

A

Angstig, avoidant, dismissing avoidant, secure

2 dimensies, angst en vermijding

21
Q

Gehechtheidsfiguur

A

Verzorger die steun etc bied

22
Q

Bowlby

A

Gehechtheidstheorie

23
Q

Gehechtheidsgedragssysteem

A

Door natuurlijke selectie ontworpen systeem ok gehechtheidsfiguur dichtbij te houden

24
Q

Hechtingsgedragingen

A

Gedrag en signalen die de aandacht trekken van hechtingsfigjren

25
Harry Harlow
Jonge apen met een moeder met melk en een moeder met vacht
26
Ainsworth
Strange situation
27
Strange situation
Kids en moeder worden gescheiden en herenigt. Hoe reageert het kind als de moeder terugkomt?
28
Hazan en Shaver
Hoe je als volwassenen relaties onderhoud is af te leiden uit je hechtingsstijl als kind
29
3 soorten geluk
Levenstevredenheid Positieve gevoelens Lage negatieve gevoelens
30
Interne oorzaken geluk (top down)
Aangeboren temperament Persoonlijkheid en temperament Outlook Veerkracht
31
Aangeboren temperament
Onze genen beinvloeden ons geluk
32
Persoonlijkheid en temperament
Persoonlijkheid, wat deels is aangeboren beinvloed ons geluk
33
Externe oorzaken van geluk (bottom up)
Voldoende materiele middelen Voldoende sociale middelen Wenselijke samenleving
34
Aspiraties
Wensen, doelen
35
Positieve uitkomst gelukkig zijn
Gezondheid en levensduur Sociale relaties Productiviteit Burgerschap
36
Subjectief welzijn verdeeld in
Cognetief en affectief welzijn
37
Cognetief welzijn
Je reflecteert op je leven en vergelijkt dit met wie je was en wil zijn Algemeen en domeinspecifiek
38
Algemeen welzijn
Hoe gaat het met je
39
Domeinspecifiek welzijn
Hoe gaat het met Jeroen
40
Affectief welzijn
Je emoties van dag tot dag, Positief of negatief affect met bv een dagboek
41
Interpersoonlijk complex Aangrenzend
Bij dingen die langs elkaar liggen is de kans op overlap het grootste
42
Inpersoonlijk complex Bipolair
Als 2 dingen in het wiel tegenover elkaar liggen komen niet samen voor
43
Inpersoonlijk complex Orthogonaal
Als 2 dingen op 90 graden van elkaar af zitten is er geen verband
44
Wat voorspelt scheiding?
Hoge N Lage C en A
45
Wat voorspelt vreemdgaan?
Hoge O Lage C en A
46
Voorspeller goede vriendschap?
Hoge C en V