Motor controle Flashcards

(23 cards)

1
Q

Proprioceptie

A

Informatie over de toestand van de ledematen en spieren
Weten waar ledemaat is en welke kracht het uitvoert
Informatie over spier tensie = Golgi pees orgaan
Informatie over spierlengte en snelheid van verkorting = spier spoeltjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Spierspoeltjes

A

Detecteren de uitrekking van de spier
Dynamische informatie afkomstig van de dynamische kernzakvezels
Statische informatie afkomstig van de statische kernzak vezels en kern ketting vezels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bezenuwing van spierspoeltjes

A
  • afferent Ia vezels in centraal gebied (voornamelijk kernzak vezels)
  • afferente II vezels in intermediair gebied (voornamelijk kernketting vezels)
  • efferente gamma vezels in polaire gebieden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Knie strek reflex

A

Stimulus van spierreceptor resulteert in contractie van de extensor en relaxatie van de flexor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Schakeling knie strekreflex

A

Afferente informatie gaat van spier naar ruggenmerg
Sensorische afferente maken synaps met de efferente vezels naar de extensor en met een inhibitorisch interneuron
Het interneuron maakt synaps met de efferente vezels naar de flexor en inhiberen deze

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Spiercontractie

A

= traag
zorgt voor de grootste vertraging in de reflex tijd van stimulus tot contractie
Tijd tot contractie = 150 ms
terwijl de gemiddelde tijd tot het EMG = 25 ms

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Elektromyografische responsen

A

Toenemende stimulatie zorgt achtereenvolgens voor de volgende responsen
- H-respons = bij een lage stimulus met activatie van Ia-afferenten die zorgen voor activatie van alfa-efferenten
- M-respons = door directe stimulatie van alfa-efferenten
- F-respons = back propagatie in alfa-efferenten en telkens generatie van actiepotentialen doordat receptorpotentiaal groot en voldoende langs is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Rol van gamma-efferenten

A

Helpen bij het aanpassen van de lengte van de spierspoeltjes aan de lengte toestand van de extrafusale spiervezels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

alfa/gamma co-activatie

A

alfa-signaal = mobiliseert spierkracht
gamma-signaal = spierlengte instellen
Doel = constante spierlengte behouden en zorgen voor stabilisatie
Mismatch van deze 2 systemen zorgt voor een tremor van ongeveer 10 Hz

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Resultaat van activatie gamma-efferenten

A
  • samentrekken van de intrafusale spiervezels
  • tensie van intrafusale spiervezels stijgt
  • activiteit van Ia en II afferenten stijgt
  • activatie van alfa-efferenten stijgt
  • spiercontractie stijgt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Invloeden die gamma-efferenten ontvangen

A
  • commando’s om spierlengte in te stellen
  • signalen om lengte van spierspoeltjes aan te passen aan lengtetoestand van extrafusale spiervezels
  • inhiberende invloed vanuit diverse gebieden in de hersenen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Decerebratie rigiditeit

A

= sectie tussen pons en mesencephalon
extensor rigiditeit door overactivatie van gamma-efferenten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Decorticatie rigiditeit

A

= sectie boven mesencephalon
flexie van bovenste ledematen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Decerebellatie rigiditeit

A

= sectie van vestibulo-cerebellaire GABA-erge Purkinje cel invloed
extensor rigiditeit door overactivatie van alfa-efferenten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Golgi-peesorgaantjes

A

Registreren tensie in de spierpezen
Veroorzaken inverse rekreflex Knipmes effect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Werking van golgi-peesorgaantjes

A
  • Uitrekking spier
  • Uitrekking Golgi peesorgaan
  • activiteit van Ib-afferenten stijgt
  • activiteit van alfa-efferenten daalt
  • Spiercontractie daalt
  • Spiertensie wordt beperkt
17
Q

Reflex controle van beide benen

A

Afferente nociceptieve prikkels stimuleren contractie van de flexor en relaxatie van de extensor in hetzelfde been
Ze geven de tegenovergestelde reactie in het andere been

18
Q

Central pattern generators

A

Geven rhytmische activiteit zonder dat er sensorische input is
Waar?
- Ruggenmerg
- Supra spinale regio’s (rol bij pathologische tremors)
Hoe?
- synchronisatie van neuronen
- HCN kanalen
- Bursts ten gevolgen van calcium-golven

19
Q

Tremor bij Parkinson

A

Pathologische tremor van 6 Hz

20
Q

Werking Parkinson in basale ganglia

A

D1: Activatie van Na-stroom, waardoor bij minder dopamine er minder actiepotentialen worden gevuurd
D2: Inhibitie van Na-stroom, waardoor bij minder dopamine er meer actiepotentialen worden gevuurd

21
Q

Opbouw van een circuit

A
  • Input
  • Verwerking = interneuronen
  • Output = projectieneuronen
    Hoe complexer het circuit, koe langer de reactie tijd
22
Q

Gemiddelde reactietijd op een visuele stimulus

23
Q

Gemiddelde reactietijd op een auditieve stimulus