Synaptische plasticiteit Flashcards
(21 cards)
Plaatsen voor synaptisch contact
Op elk deel van het neuron, maar voornamelijk op de dendrieten van een neuron
Mechanisme van synaptische transmissie
- Actiepotentiaal komt toe
- Depolarisatie van membraan met openen van calcium kanalen tot gevolg
- influx van calcium
- Calcium stimuleert vesikel fusie en neurotransmitter vrijstelling
- Neurotransmitter komt in synaptische spleet
- Activatie van postsynaptische receptoren
- Verwijderen van neurotransmitter uit synaptische spleet
EPSP en IPSP
Amplitude = 0.1-1 mV
Niet genoeg om drempelwaarde van ap te berekenen
Sommatie nodig
Waar hangt sommatie van af?
Hangt af van:
- amplitude en duur van postsynaptisch potentiaal
- afstand van synaptische contact tot axon heuvel
Dendrieten
Niet gemyeliniseerde lekke kabels met kleine membraan weerstand
Attenuatie van signaal is afhankelijk van de lengte constante
Passieve kabels
Lengte constante
wortel van aRm/2Ri
Axon initiaal segment
Plaats op het axon waar de actiepotentialen ontstaan
Bevat veel spanningsgevoelige natrium kanalen op die plaats
Drempelwaarde is lager op deze plaats
Soorten sommatie
Ruimtelijke sommatie
-> Telt de input van verschillende synaptische contacten bij elkaar op
Temporal sommatie
-> Repetitieve stimulatie van hetzelfde contact omdat postsynaptisch potentiaal langer duurt dan actiepotentiaal
Back propagatie
Actiepotentiaal wordt ook naar achter gestuurd, maar dit neemt snel af doordat de dendrieten lekke kabels zijn
Synaptische plasticiteit
Wijzigingen in de synaptische structuur en functie om de effectiviteit te verbeteren
Soorten synaptische plasticiteit
Presynaptisch door wijzigingen in hoeveelheid van neurotransmitter en duur dat die aanwezig is in de synaptische spleet
Postsynaptisch door toename aantal en gevoeligheid van receptoren
Combinatie van beide kan ook
Korte termijn plasticiteit
Meestal presynaptisch
Toename in respons:
- Facilitaite (ms)
- Augmentatie (s)
- Potentiatie (min)
Afname in respons
- Depressie (high-frequency firing)
- Habituatie (low-frequency firing)
Presynaptische facilitatie of potentiatie
- toename van presynaptische calcium en meer neurotransmitter vrijstelling
- meer calcium influx door activatie van calcium kanalen of inhibitie van kalium kanalen, waardoor depolarisatie langer duurt
Vrijstelling van vesikels
- clear vesicles komen vrij bij low-frequency firing
- dense-core vesicles komen vrij bij high-frequency firing
Presynaptische depletie of habituatie
- uitputting van neurotransmitter
- minder calcium influx door inhibitie van calcium kanalen of potentiatie van kalium kanalen of door minder expressie van calcium kanalen
Postsynaptische lange termijn potentiatie en depressie
Vereisen allebei meerdere gelijktijdige stimulaties
- Bij LTP is er een toename in calcium concentratie
- Bij LTD is er een afname in calcium concentratie
Vroege en late fase van LTP
- Vroege fase = snelle effecten zonder nood aan eiwitsynthese
- Late fase = aanpassingen doen door veranderingen in de eiwitsynthese
Corticale plasticiteit
Synaptische plasticiteit in volledige gebieden
- Spatiaal gefocuste netwerk = klein netwerk
- Divergent netwerk = groot netwerk
Gevolgen van synaptische transmissie
- Modulatie van neuronen
- Stimulatie van neuronen
- Inhibitie van neuronen
M-stroom
spanningsgevoelig kalium kanaal
wordt gereguleerd door fosforylatie door calcium afhankelijke fosfatasen (PKA of PIP2)
wordt geïnhibeerd door muscarine
Retigabine
Anticonvulsie drug
Activeert de M-stroom