nature Flashcards
(33 cards)
1
Q
sea
A
de zee
2
Q
ocean
A
de oceaan
3
Q
river
A
de rivier
4
Q
mountain
A
de berg, het gebergte
5
Q
rain
A
de regen, de neerslag
6
Q
snow
A
de sneeuw
7
Q
tree
A
de boom
8
Q
sun
A
de zon
9
Q
moon
A
de maan
10
Q
world
A
de wereld
11
Q
earth
A
de grond
12
Q
forest
A
het bos, het woud
13
Q
sky
A
de lucht, de hemel
14
Q
plant
A
het plant (small plant), de plant (general organism)
15
Q
wind
A
de wind
16
Q
soil
A
de aarde, grond
17
Q
flower
A
de bloemkelk, kelk
18
Q
valley
A
de vallei, het dal
19
Q
root
A
de wortel
20
Q
lake
A
het meer
21
Q
star
A
de ster
22
Q
grass
A
het gras
23
Q
leaf
A
het blad, blaadje
24
Q
air
A
de lucht
25
sand
het zand
26
beach
het strand
27
wave
de golf, baar
28
fire
het vuur
29
ice
het ijs
30
island
het eiland
31
hill
de heuvel
32
heat
de hitte
33
nature
de natuur
