Ned consultant- genereus Flashcards

(83 cards)

1
Q

de consultant

A

iemand die vanuit zijn beroep adviezen geeft aan bedrijven of organisaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

de context

A

samenhang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

het contigent

A

de hoeveelheid,
aandeel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

contraproductief

A

tegenwerkend,
het tegenovergestelde effect hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

de correlatie

A

wederzijdse samenhang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

het curriculum

A

leerplan,
studieprogramma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

de cursor

A

streepje op het beeldscherm dat aangeeft waar het volgende teken komt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

het criterium

A

norm,
maatstaf,
kenmerk van beoordeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

de cyclus

A

dat zich steeds herhaalt,
kringloop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

de decentralisatie

A

spreiden van het bestuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

declareren

A

een vergoeding indienen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

decoderen

A

ontcijferen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

deduceren

A

concluderen,
logisch afleiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

de facto

A

in feite

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

delegeren

A

overdragen van bepaalde bevoegdheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

de demografie

A

statische beschrijving van de bevolking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

desposito

A

in bewaring geve

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

het derivaat

A

afgeleide,
iets dat verkregen is uit andere stoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

de detaillist

A

kleinhandelaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

devalueren

A

vermindering in waarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

differentiëren

A

de verschillen onderscheiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

het dilemma

A

moeilijke keuze

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

de diplomatie

A

het officiële verkeer tussen staten of regeringen,
behendige sluwheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

discreet

A

betrouwbaar,
informatie geheim kunnen houden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
de discrepantie
tegenstrijdigheid, verschil
26
distribueren
verdelen
27
de diversiteit
verscheidenheid
28
de donatie
schenking
29
het duplicaat
kopie
30
duurzaam
geschikt, bestemd om lang te bestaan, bestendig, blijvend, durabel, permanent, vast
31
de dyslexie
woordblindheid, leeszwakte
32
ecologisch
de levensomstandigheden van dieren en planten beïnvloedend
33
effectief
doeltreffend, wat effect heeft
34
efficiënt
doeltreffend, wat effect heeft
35
elementair
de eerste beginselen betreffend
36
elimineren
uitschakelen
37
elitair
voor een kleine en bevoorrechte groep
38
het embargo
belemmering van de handel (vaak omwille van politieke motieven)
39
de emissie
uitgifte
40
de empathie
inlevingsvermogen (in de gevoelens van anderen)
41
de epiloog
nawoord
42
het equivalent
gelijkwaardig aan
43
escaleren
volledig uit de hand lopen
44
het essay
geschreven stuk over een wetenschappelijk of literair onderwerp
45
essentieel
wezenlijk, zeer belangrijk, de kern van de zaak betreffen
46
ethisch
wat betreft de leer van goed en kwaad
47
exclusief
niet inbegrepen, slechts voor een keer, anderen uitsluiten
48
exhaustief
volledig
49
de expansie
uitbreiding
50
de expertise
deskundigheid
51
expliciteit
apart, nadrukkelijk
52
de exploitatie
uitbuiting
53
de exponent
vertegenwoordiger van een groep of stroming
54
extravert
gericht op de buitenwereld, makkelijk je gevoelens tonen
55
extreem
tot het uiterste gaan
56
de façade
uiterlijke schijn, voorgevel
57
het facet
aspect
58
facilitair
diensten verlenen
59
facultatief
niet verplicht, maar naar keuze
60
familiair
vertrouwlijk in de omgang
61
fenomeen
verschijnsel
62
het fiasco
mislukking
63
fictief
denkbeeldig, verzonnen
64
de filosofie
de wijsbegeerte, de liefde tot de wijsheid
65
ficeren
zich (star) richten op
66
flatteren
mooier voordoen dan het in werkelijkheid is
67
flegmatiek
onverstoorbaar kalm
68
flexibel
buigzaam, plooibaar
69
focussen
zich concentreren op
70
het forfait
vast bedrag
71
het formalisme
gehecht zijn aan regels en vormen
72
fragiel
breekbaar
73
frappant
opvallend
74
frauduleus
bedrieglijk
75
frequent
regellmatig
76
de frustratie
gevoel van onmacht en teleurstelling wanneer een doel niet bereikt kan worden
77
de functie
dat waarvoor iets dient, bijzondere werking
78
functioneel
gezegd van dingen die geschikt zijn voor hun functie, doelmatig, wat je goed kunt gebruiken en waarvoor het dient
79
fungeren
dienst doen als
80
generaliseren
een aspect van een zaak behandelen en denken dat je daarmee de hele zaak bespreekt, veralgemenen
81
geavenceerd
vooruitsrevend
82
genereren
doen ontstaan, voortbrengen
83
genereus
vrijgevig, behulpzaam