ned gerenomeerd-limiet Flashcards

(84 cards)

1
Q

gerenommeerd

A

bekend,beroemd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

globaal

A

over het algemeen genoemen ,ongeveer, wereldwijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

haaks

A

volledig in strijd met

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

(de) hausse

A

stijging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hautain

A

hooghartig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

(het) hiaat

A

ontbrekend deel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

(de) hiërarchie

A

rangorde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

(de) hilariteit

A

algemene vrolijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

homogeen

A

allemaal van dezelfde soort

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

honoreren

A

belonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

humanitair

A

menselijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

(de) hype

A

rage

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

(de) hyperinflantie

A

zeer sterkte waardedaling van een munt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

(de) hypothese

A

stelling die men voorlopig als waarheid aanneemt en die nog niet bewezen is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

identiek

A

precies hetzelfde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

(de) identiteitscrisis

A

toestand waarin men onzeker is over wie men eigenlijk is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

(de) ideologie

A

het geheel van de beginselen van een bepaalde leer of stelsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

illegaal

A

in strijd met de wettelijke voorschriften

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

illegitiem

A

onwettig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

imiteren

A

nabootsen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

immaterieel

A

niet financieel, onstoffelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

immoreel

A

zonder waarden en normen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

immuun

A

onschendbaar, niet vatbaar voor infectie of vergif

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

(de) impact

A

invloed, draagwijdte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
(het) imperialisme
streven naar uitbreiding van macht en gebied
26
impliciet
er in betroken
27
implementeren
(een plan) tot uitvoering brengen
28
(de) implicatie
dat wat iets met zich meebrengt, gevolg
29
(de) impressie
indruk
30
impulsief
onbezonnen, in een opwelling
31
inclusief
erbij inbegrepen
32
incidenteel
toevallig, af en toe
33
(het) indexcijfer
geeft de verhouding weer tussen grootheid en een als grondslag aangenomen grootheid
34
(de) indicatie
aanwijzing
35
indoctrineren
hersenspoelen, iemand een leer kritiekloos doen aanvaarden
36
inferieur
kwalitatief slecht
37
(de) infrastructuur
vaste basisinrichting van een land met publieke voorzieningen als vervoer, energie, (tele-)communicatie etc.
38
inherent aan
behorend bij
39
initieel
eerste, aanwezig bij de aanvang
40
(de) innovatie
venieuwing, invoering vaan iets nieuws
41
(de) input
gegevens die je (in een computer) invoert
42
(de) instructie
aanwijzing voor hoe iets gebruikt of gedaan moet worden
43
integraal
volledig
44
(de) integriteit
betrouwbaarheid
45
(de) intentie
bedoeling
46
(de) interactie
wisselwerking, het steeds op elkaar reageren
47
interfereren
op elkaar inwerken, tussen beide komen
48
interim
tussentijds, tijdelijk
49
(de) intermediair
bemiddeling, bemiddelaar
50
interpreteren
op een bepaalde manier uitleggen
51
interveniëren
tussenbeide komen in een kwestie
52
intrinsiek
wat er wezenlijk bij hoort
53
(de) introductie
inleiding
54
(de) introspectie
nadenken over jezelf
55
introvert
naar binnen gekeerd zijn
56
(de) intuïtie
inzicht hebben zonder te denken of the redeneren, op het gevoel
57
inventief
vindingrijk
58
inventariseren
opsommen, een lijst of een inventaris van
59
irrationeel
in strijd met de rede, het verstand
60
irrelevant
niet ter zake doende
61
(de) karikatuur
spotprent met een komische overdrijving van een kenmerk van een persoon
62
(het) kartel
aaneensluiting van producenten om de onderlinge concurrentie uit te sluiten
63
(de) katheder
spreekgestoelte
64
(de) kavel
perceel van te verdelen of te verkopen grond
65
kenschetsen
karakteriseren
66
(de) kosmopoliet
wereldburger
67
(de) kwantiteit
betrekking hebbend op de hoeveelheid
68
(het) kwantum
hoeveelheid
69
labiel
onevenwicht, onstandvastig
70
(het) labyrint
doolhof, een ingewikkelde en verwarrende zaak
71
laconiek
doodkalm, zonder merkbare emotie
72
(de) lacune
ontbrekend gedeelte, leemte, hiaat
73
lamentabel
beklagenswaardig
74
(de) lastgever
een persoon of bedrijf dat een ander de macht, het mandaat geeft om in zijn naam een zaak af te handelen
75
latent
onmerkbaar aanwezig
76
(de) leemte
gebrek, tekortkoming
77
legio
zeer veel
78
legitiem
volgens de wet, rechtmatig
79
levensbeschouwelijk
gebaseerd op iemands levensopvatting
80
(het) lexicon
alfabetisch geordend woordenboek
81
(de) licentie
vergunning
82
(de) limiet
de uiterste grens
83
(de) impasse
tijdelijke stilstand
84
(het) jargon
vaktaal, woordgebruik behorend bij een selecte sociale groep