Nederlands: taalbeschouwing - ww die zeggen wat het onderwerp doet of wat ermee gebeurt

Question 1

Over wie of waarover wordt er in de zin iets in de zin gezegd?
Omcirkel het onderwerp.

Welke werkwoord zegt wat het onderwerp doet of wat er mee gebeurt?
Duid aan met een groene kleur.

Zet de persoonsvorm tussen schuine strepen.

De Keizerin geeft nieuw leven.

Answer 1

De Keizerin /geeft/ nieuw leven.

Question 2

1 over wie of waarover wordt er in de zin iets in de zin gezecht? Omcirkel het onderwerp.

2 welke woorden zegt wat het onderwerp doet doen ofwat er mee gebeurd? Duid aan met hoofdletter. welke vorm van van het werkwoord is dat pv.

c zet de pv. tussen schuine strepen.

De Hogepriesteres kent de verborgen wereld van iedereen.

Answer 2

de Hogepriesterres

kent

Question 3

1 over wie of waarover wordt er in de zin iets in de zin gezecht? Omcirkel het onderwerp.

2 welke woorden zegt wat het onderwerp doet doen ofwat er mee gebeurd? Duid aan met hoofdletter. welke vorm van van het werkwoord is dat pv.

c zet de pv. tussen schuine strepen.

De Dood betkent het einde van iets.

Answer 3

de dood
betkent

Question 4

1 over wie of waarover wordt er in de zin iets in de zin gezecht? Omcirkel het onderwerp.

2 welke woorden zegt wat het onderwerp doet doen ofwat er mee gebeurd? Duid aan met hoofdletter. welke vorm van van het werkwoord is dat pv.

c zet de pv. tussen schuine strepen.

De kaart van de ster bezorgt je een mooi toekoemst

Answer 4

de kart van de ster
bezorgt

Question 5

1 over wie of waarover wordt er in de zin iets in de zin gezecht? Omcirkel het onderwerp.

2 welke woorden zegt wat het onderwerp doet doen ofwat er mee gebeurd? Duid aan met hoofdletter. welke vorm van van het werkwoord is dat pv.

c zet de pv. tussen schuine strepen.

De kaart van de ster bezorgt je een mooi toekoemst

Answer 5

de kart van de ster
bezorgt